Hoofdstuk 18

622 24 0
                                    

'Zullen we vanavond met zijn tweetjes naar het strand gaan?' Vroeg ik meteen toen we samen in de auto zaten te posten. Na mijn besluit was ik er zeker van dat ik dit moest doorzetten. Dat ik nog steeds een relatie met Frank had liet ik even achterwegen. Voor hem waren Tanja, het pension en zijn restaurant het belangrijkste en naar mij werd totaal niet omgekeken. 'S avonds  lag ik altijd al te slapen eer dat hij het bed in kwam. Het restaurant en het pension liepen goed wat natuurlijk ook heel fijn is maar daardoor is het altijd druk en heeft hij geen tijd voor mij. Tuurlijk heeft de Ponti een aanwinst met Tanja omdat ze goed kan koken maar daarom zou Frank toch juist meer tijd voor mij moeten hebben? Dat was een van de conclusies waardoor ik besloten heb gewoon voor degene te gaan van wie ik echt houd. Verbaasd kijkt hij me aan.
'Wij twee?' Vraagt hij voor de duidelijkheid. Langzaam knikte ik. Het was wel duidelijk dat hij er klaar mee is en niet met me mee wil.
'Is goed,' zegt hij tot mijn verbazing waarna hij opstaat.
'Dan ga ik alvast douchen,' glimlacht hij en rijdt met een glimlach terug naar het bureau toe. Opgelucht haal ik adem. Even was ik bang dat hij niet met me mee zou willen gaan en dan zou heel mijn plan in duigen vallen.

Na een korte werkdag zijn we thuis aangekomen. Wolfs is meteen naar boven gegaan om te gaan douchen. Ik zou na hem gaan douchen maar eerst wilde ik nog een rondje gaan hardlopen. Wolfs zit toch altijd lang in de douche dus kan ik mooi een klein rondje rennen. Snel trek ik boven mijn hardloopkleren aan.
'Ik ben hardlopen!' Roep ik de keuken in waar Tanja en Frank aan het werk zijn. Even kijken ze allebei op van het werk.
'Is goed Eefke!' Hoor ik Frank roepen. Wat kan het mij schelen dat hij het goed vind. Zelfs al wilde hij dat ik thuis zou blijven zou ik gewoon gaan. Ik tover een gemaakte glimlach op mijn gezicht en ren naar buiten toe waar mijn hardloop rondje kan beginnen. Het lucht me op om even een rondje te hardlopen. Het rennen zorgt ervoor dat ik helemaal nergens aan denk en me nergens zorgen over maak.

In een rustig tempo ren ik terug richting de Ponti. Ik heb een uurtje gerend en vind het intussen wel weer genoeg geweest. De zenuwen heb ik intussen beter onder controle. Als ik voorbij de keuken loop zie ik nog net hoe Frank en Tanja staan te lachen. Ach, het zal wel grappig geweest zijn. Ik besef me dat ik de keuken in moet om bij de koelkast te komen. Zonder aankondiging loop ik naar binnen richting de koelkast. In een keer stopt het gelach en gaan ze allebei verder met koken.
'Wat was er zo grappig?' Vraag ik, een antwoord krijg ik alleen niet.
'Frank?' Kijk ik hem doordringend aan. Hij richt zijn blik naar me toe en schud zijn hoofd.
'Niks Eefke, helemaal niks,' probeert hij het vol te houden. 
'Luister Frank, ik ben niet zo achterlijk als jij. Onthoudt dat ik dingen zie en hoor Frank,' zeg ik met een geïrriteerde toon in mijn stem waarna ik mijn flesje uit de koelkast pak.
'Wat bedoel je Eefke?' Vraagt Frank niet-begrijpend terwijl Tanja haar mond houdt en verder kookt.
'Wat ik bedoel? Dat jij niks door hebt maar ik jou allang doorheb, dat bedoel ik Frank. Maar dat snap jij natuurlijk niet,' zeg ik waarna ik de koelkastdeur dichtgooi en de trap op loop. Mij krijgt hij niet voor de gek gehouden.

Samen een - Flikken MaastrichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu