Hoofdstuk 14

670 23 6
                                    

Vermoeid sta ik op uit bed. De hele nacht heb ik niet kunnen slapen omdat Wolfs in mijn gedachte zat. Ik wordt soms zo gek van mijn gedachten. Daarom heb ik besloten om bij Marion langs te gaan en te gaan praten. Vandaag hadden Wolfs en ik toch vrij dus kon ik mooi even langs haar gaan. Frank en Tanja waren inmiddels al aan het werk om het ontbijt te verzorgen in het pension. Nadat we gegeten hadden merkte ik dat Frank niet naar me omkeek. De hele avond niet. Blijkbaar was dat niet alleen bij mij want ook Tanja zei de hele tijd geen woord en Wolfs aankijken deed ze al helemaal niet. Ook Wolfs keek totaal niet naar me om, hoe later het werd hoe afstandelijk hij ging doen. Sinds dat ik gevraagd heb of we gewoon vrienden konden zijn praat hij niet meer tegen me, hij kijkt niet meer naar me om en besteed geen aandacht meer aan mij. Was het dan een grote vergissing en was het gewoon omdat hij Tanja miste? Waarom ben ik dan ook zo stom geweest om hem af te wijzen dam had hij nu niet zo tegen me gedaan. Met een diepe zucht trek ik de deur van de Ponti dicht waarna ik richting Marion wandel.

'Hee Eef, wat is er met jou aan de hand zeg? Je ziet er zo treurig uit, kom binnen dan maak ik warme chocomel,' zegt ze geschrokken door het feit dat ik hier sta met rode ogen en niet echt opgefrist. Terwijl Marion naar de keuken loopt, loop ik naar de woonkamer om daar plaats te nemen. Even later komt ze aangelopen met een kom chocomelk met een grote berg slagroom erop.
'Dus, wat is er aan de hand of wil je het niet vertellen?' Vraagt ze recht op de man af. Soms kan dat vreselijk irritant zijn maar soms is het ook wel heel lief van haar.
'Ik wil het wel vertellen maar je moet me beloven dat je niet boos wordt want zoiets gebeurt vanzelf en daar heb ik zelf niks over te bepalen,' zucht ik. Een preek is wel het laatste wat ik op dit moment kan gebruiken. Vooral omdat het niet door mij komt, althans niet bewust. En dat is nog het meest moeilijke eraan dat het gewoon zonder er bij na te denken waardoor er hoe dan ook iemand gekwetst wordt. Ik vind het zo vreselijk wat er allemaal gebeurt en dat zorgt er dan ook voor dat ik heel onrustig ben de laatste dagen. Zo onrustig dat het op het werk ook al opvalt al denken ze daar dat het komt door Wolfs omdat ik hen weg zou willen hebben. Wat ook niet raar is aangezien ik dat wel met de voorafgaande werkpartners gedaan heb. Ik besef me nu ook hoe mijn collega's mij kennen. Als de stoere harde Eva die de baas wil zijn en wil leiden. De controle willen hebben is ook een dingetje maar ik houdt niet van verassingen. Ik wil weten wat er gebeurt en wanneer maar dat is natuurlijk niet zo makkelijk om dat overal van te weten. Zo is hoe ik bij mijn collega's bekend sta maar diep van binnen is dat helemaal niet wie ik ben. Maar die zachte kant van mezelf laat ik niet zien. Ik wil niet kwetsbaar zijn dat ben ik veel te lang geweest vroeger en dat heeft alles behalve goed uitgepakt. Alleen mensen die ik echt vertrouw zien de echte Eva en weten van mijn verleden. Wolfs begin ik ook te vertrouwen wat echt een wonder is aangezien hij maar net mijn partner is en ik de meeste in die tijd al had weggejaagd. Daarom wil ik Wolfs over mijn verleden vertellen nadat hij ook zijn verleden aan mij vertelt heeft. Ik wordt uit mijn gedachte gehaald door een kuchje van Marion en besef me dat ik nu moet gaan vertellen wat er aan de hand is. Ik neem even diep adem en kijk haar recht in haar ogen aan waarna ik de vijf woorden uitspreek die al zo lang bij me aan het wringen zijn om gezegd te worden.
'Ik ben verliefd op Wolfs.'

Samen een - Flikken MaastrichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu