Hoofdstuk 5
Janne is er vandaag niet. Serieus? Janne blijft steeds verdachter doen sinds het telefoontje. Ann pakt haar rugzak en gaat naar de les.
De bel ging en iedereen ging naar de refter. Samen met Sky en Evelien ging ze al aan een tafel zitten. “Ik ga met Thomas praten.” Zei Ann. “Ben je daar zeker van?!” Vroeg Evelien. “Ja. Dit word niet meer normaal. Ik ben het zat om dat allemaal te doen. Jullie niet?” “Ja. Ik ook. Dat hij het zelf maar doet zeker. Het was zijn plan en het betekent niet dat hij alles heeft zitten bedenken dat wij het ook moeten uitvoeren.” Zei Evelien. “Denk eens na meisjes! Als we het niet doen gaat hij het allemaal zeggen tegen de leerkrachten en worden we zeker geschorst! En als ik geschoirst word! Mijn ouders gaan echt kwaad zijn dan!” zei Sky met een kwaadde maar ook ongeruste toon. “Jullie hebben beide gelijk. Ik wil, zoals Ann al zei, met Thomas gaan praten. Maar dan gaat hij het zeggen tegen de leerkrachten en, zoals Sky ook bedoelde, kunnen wij niet bewijzen dat hij er iets mee te maken had want wij deden alle missies.” Zei Evelien hulpeloos.
De pauze was voorbij en het was ICT-Les.
“Psst.”Hoorde Ann. Ann keek om zig heen en zag dat Lara teken deed dat ze de nummer nodig had.
“PSST!” Fluisterde Lara nog harder. “Jaja, kalm.” En Ann ging naar Lara. Ze haalde vlug het papiertje uit haar zak en gaf het aan Lara. “Dankje, ik zal men best doen maar ik kan niets beloven.”
Ann vertrouwde op Lara. Ze is slim en op een schaal van 0 tot 10 heeft zei 11 als score op liefheid. Het leek allemaal te lukken tot dat de leerkracht voorbij kwam lopen. Lara klikte geschrikt het programme weg en keek geschrokken naar de leerkracht. “Heb jij men bril gezien?” Vroeg de leerkracht van ICT aan Lara. “Ja meneer, u hebt hem vast” “Aah, bedankt.” Zei de leerkracht. “SEg! Ben jij niet bezig met de opdracht. Hup hup.”
Amai, dat was geluk hebben. Als de leerkracht zijn bril wel op had had hij Lara betrapt en waren we er allemaal geweest.
Tijdens de lessenwisseling kwam Lara naar Ann gewandeld. “En?” Vroeg Ann. “Neen. Er was geen enkel adres gelinkt aan het telefoonnummer.” Zei Lara triest. “Oh neen! Je meent het ea?” “Ja sorry.” “Ach jij kan er niets aandoen. Het is gewoon jammer dat we dan nog altijd niet weten wie er op nam. En weet je wie ik ook verdacht vindt? Janne.” “ Janne? Waarom Janne?” “Sinds het telefoontje doet ze zo raar.” “Wel… Ik vind van niet maar als jij vindt van wel dan moet je met haar gaan praten. Wie weet is er iets helemaal anders aan de hand.”
Ann wist wat te doen. Na ’t school ging ze naar Janne en wou ze een verklaring.
Ann pakte haar fiets en reed naar huis om haar boekentas aftezetten. Toen vertrok ze naar Janne. Het is wel een eindje fietsen want Janne woont helemaal in Brasschaat. Ze kwam aan aan het huis van Janne. Ze belde aan. Haar moeder deed open. “Is Janne thuis?” Vroeg Ann beleefd. “Wacht even.” Zei de moeder van Janne. Het duurde even tot ze terug was en toen ze terug was zei ze snel: “ Neen en ga weg!” De moeder van Janne sloeg de deur met een klap dicht. Ann geloofde er niets van. Ann ging het huis rond en zag door de raam dat Janne in haar kamer zat. Ze belde nog eens aan en de vrouw keek haar met een vuile blik aan, maar liet haar deze keer wel binnen. Het stonk binnen naar sigaretten en alcohol. Ann was ervan verschoten dat ze niet ineens op een doodde rat zou gaan staan of dat ze een zakje met drugs zou vinden hier. Ann zag in het donkere huis een deur met de naam “Janne” opstaan. De naam was in bloemetjes en de deur was lichtblauw. Ann klopte op de deur. “Wie is daar?” Hoorde Ann een schraale kapote stem zeggen. “Ann” zei Ann. “Ga weg!!”. Ann besloot om de kamer binnen te gaan. Ze keek rond maar zag niemand totdat ze in het stapelbed Janne zag liggen. Ann kroop op het bed en zag dat Janne onder het laken lag. Ze trok het laken deels weg. Ann schrok zich dood. Want wie ze daar zag liggen was niet meer de Janne die ze kende…