Hoofdstuk 7

9 0 0
                                    

Hoofdstuk 7

Janne werd wakker in de auto. Ze zuchtte en probeerde te zien wie er achter het stuur zat. Ze zag alleen een zwarte schim. En wat zware stemmen. Janne kijkt rond en het enige dat ze ziet zijn een paar vuile lappen deken en stof. Geen enkel raam. Ze wilt hier weg. Maar hoe? Denkt Janne. Janne vroeg zich af hoe lang ze al aan het rijden waren. Ze ging op haar knieën zitten en legde haar handen op haar ogen. Ze voelde dat al haar mascara was uitgelopen. Het busje stopt en Janne haar hartslag gaat hard snel te keer. Ze ziet dat de mannen uitstappen en Janne kruipt in het hoekje van het busje. Ze zwijgt en luistert naar de voetstappen. De voetstappen worden luider en kwamen dichter bij. Janne zag een tas liggen in de auto en net voor de autodeuren openden verstopt ze het kleine zakje onder haar blousse. De autodeuren gingen open en een man sprong in de auto om Janne te pakken. Janne roept, gilt en spartelt tegen. Ze kruipt nog verder naar achteren maar wordt met haar voet terug getrokken. Ze wringt haar voet los en gaat weer naar achteren. Maar voor ze al terug naar het hoekje kon gaan kreeg ze een klap in haar gezicht. Ze viel met haar hoofd tegen de zijkant van het busje. Ze voelde dat haar blauwe plek bonkte en voelde het bloed stromen uit haar hoofd. Ze hoest luid en word uit het busje getrokken. Ze word over de grond gesleept en haar knie botst hard tegen een kei op de stoep. Ze hoopte dat iemand haar kwam redden maar behalve haar gehuil en geroep en de mannen hun stemmen was er geen geluid. Niets. Ze hoorden een deur opengaan en ze werd op getild door een andere man. Haar zicht is wazig door haar tranen. Ze ziet dat ze in een kamer is en ziet een trap naar beneden en voor ze het wist werd ze de trap opgegooid en donderde ze naar beneden van de trap. Ze hoort nog net een deur toegaan en toen was het stil. Ze wist niet waar ze was. Ze rook vochtigheid en stof. Alles was donker. Janne probeerde recht te kruipen maar dat lukte niet. Haar knie deed zo veel zeer en ze voelde haar hartslag bonken in haar hoofd, in haar knie , gewoon overal. Ze heeft pijn overal. Ze voelde een traptrede en greep het vast met haar hand. Ze sleepte zichzelf op de trap en ging hangen bij de trap. Ze baasde een zucht uit. Dit is niet de plek waar ze wilt sterven denkt Janne bij haarzelf. Janne sluit haar ogen en denkt na. Dit kon ze allemaal vermijden. Het is allemaal haar schuld! Dacht ze voortdurend. Ze kijkt de kamer rond maar ziet niets. Ze wankeld recht en ze loopt mank door de kamer. Op een gegeven moment voelt ze een muur. Ze wandelt door en stoot tegen iets hards aan. Iets ijzers, net op de hoogte van haar knien. Ze voelt aan het voorwerp en het was niet hele groot. Niet groot, niet klein. Als ze verder voelt voelt zee opeens dekens en een kussen. Hier was ze zeker van, dit was een bed. Ze gaat zitten op het bedje. Het is niet groot maar het is tenminste iets. Janne zit op het bed en leunt tegen de muur. Opeens gaat het ligt aan, ze ziet als snel dat ze tegen een schakelaar aan leunde. Maar wat Janne ziet is niet bepaald het tofste om te zien. Ze ziet een oude vuile kelder. Met 1 bed en 1 lavabo. De muren hadden vochtproblemen. Dat was het gene dat Janne rook. Op sommige plekken van de vloer zaten schimmelplekken. Janne keek al vlug naar het bed waarop ze zat en de lakens waren dezelfde vuile lakens van in het busje. Ze wankeld recht en kijkt rond in de kamer. Ze ziet een oude kast en opent hem. Er hangt niets in. Al snel ziet ze ook dat er een spiegel is. Ze verschiet van haar eigen spiegelbeeld. Ze komt dichterbij en ziet hoe hard toegetakeld dat ze is. Ze heeft een grote blauwe plek net onder haar hoofd en haar voorhoofd heeft ze een schaafwonde die bloeden. Het was moeilijk om het te zien in de gebroken spiegel maar dit zag er niet goed uit. Ze ging weer zitten in bed en trok haar broek omhoog. Ze keek naar haar knie alsof het een buitenaards wezen was. Haar onderbeen zat in een positie die eigenlijk niet mogelijk was. Ze durfde het niet aan te raken. Maar toch pakte ze het vast en geeft ze het een grote ruk. Ze voelt de pijn door heel haar lichaam gaan en ze roept het uit. Na een tijd verminderd de pijn en merkt ze dat er iets lastig zit onder haar blousse. Ze haalt het er onder uit en merkt dat dat het zakje was van in het busje. Dat was ze al helemaal vergeten. Ze durfde het niet te openen maar haar nieuwsgierigheid liet haar het openen. Er zat een klein mesje , kompasje en een papiertje in. Ze vouwde het papiertje open en er stond een code op. Het leek op een postcode. Maar ze zou niet weten van welke provincie en stad het zou zijn. 1317. Nog nooit van gehoord. Janne stopt het weg en gaat liggen op bed. Ze begint te huilen maar herpakt zich meteen. “Je geraakt hier niet weg door te huilen Janne!” mompelde ze tegen haar zelf. Haar stem deed zeer van al dat roepen en gillen voor hulp. Janne komt recht en zit in het bed. Ze legt haar hoofd op haar handen en begint te zingen. “ If I die young, Burry mein satin, lay me down in a bed of roses….”

We Are Beauty's UndercoverWhere stories live. Discover now