five.

390 33 15
                                    

Jeremy en ik lopen het bos in. De fietsen hebben we niet mee aangezien ik er best dichtbij woon.

"Maar hoe kon je midden in het jaar instromen?" begin ik.
"Ja, uh-... Ik was verhuist en de school wilde voor een keer wel een uitzondering maken." Ik hoor de twijfel in zijn stem, maar vermoed dat hij er niet verder op in wil gaan. Hij zal er wel een goede reden voor hebben.
"Hoe ging het eigenlijk met je? Voordat ik op school kwam bedoel ik." Ik grimas. "Met mij ging het oké."
"Eerlijk?" Hij gelooft me niet.
"Nee, ik werd gepest. Gewoon, omdat het kan. Nou jah, kon. Want sinds jij er bent is het minder. Zeg maar gerust gestopt." Jeremy is even stil. "Ik ben blij dat het gestopt is." zegt hij dan. Ik glimlach.

Dan staat Jeremy abrupt stil. "Wat is..-" begin ik mijn vraag, maar ik word halverwege afgebroken door Jeremy die gebaart dat ik stil moet zijn. Ik kijk naar Jeremy. Het lijkt alsof hij heel goed luistert, maar zelf hoor ik niks. Dan ze hij een paar stappen naar voren. "Je moet me nu even vertrouwen. Doe je ogen dicht en open ze niet voordat ik het zeg." Ik snap er niks van, maar doe wel wat hij zegt. Ik voel dat Jeremy me tegen zich aan trekt, daarna voel ik de wind tegen m'n huid.

Als we weer stilstaan voel ik door mijn dunne schoenzolen dat we op een soort balk staan. "Mag ik mijn ogen opendoen?" vraag ik zachtjes. Jeremy aarzelt even. "Ja, maar je moet stil zijn."
Langzaam doe ik m'n ogen open. We staan inderdaad op een balk, een tak op precies te zijn. In een boom. Een hoge boom.
Nice. Hoe zijn we hier überhaupt in gekomen? Ik wil het aan Jeremy vragen, maar hier legt zijn vinger tegen zijn lippen en maakt een gebaar met zijn hoofd naar beneden.

Op dat moment stappen er twee gedaantes uit de struiken. Vanaf hier kan ik niet veel zien, maar het lijken twee oudere jongens, beide met bruin haar. Het enige verschil is, is dat de ene langer is dan de ander.
"Zie jij haar al?" hoor ik de lange vragen. De kleinere zucht, "Als ik haar had gezien zouden we hier nu niet staan." De langere grinnikt, "Je bent schattig als je boos bent."
"Ik ben niet boos, ik ben geïriteerd."
"Komt op hetzelfde neer, maar ik zie haar nog steeds niet. Zullen we verder gaan met plan B?"
"Lijkt me een goed idee, jij hebt haar adres toch?" Ik hoor Jeremy zachtjes vloeken.
De langere knikt, dan lopen ze samen de bosjes in, ons blikveld uit.

We blijven nog even staan, om zeker te weten dat het veilig is. "Je moet je ogen weer dicht doen." zegt Jeremy na ongeveer drie minuten die wel drie uur leken te duren. Gehoorzaam doe ik mijn ogen dicht, waarnaar ik de wind weer tegen m'n huid voel. Als ik mijn ogen weer opendoe staan we weer op de grond. Ik merkt dat ik helemaal tril. Jeremy kijkt me bezorgd aan.
"Jer," begin ik zachtjes, "wie waren dat?"
"Hun namen weet ik niet, maar ze zijn van een groep die je liever vermijdt."
"Wie zochten ze?" vraag ik.
"Jou." Zegt hij zacht. Ik schrik.
"Kom." Jeremy trekt me mee, het bos uit.

Wie denken dat die gappo's waren😏? Volgend hoofdstuk komt een btw andere pov🌝.
Bedankt btw voor alle positieve reacties💗.
X.

Monster || J.FWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu