Hoofdstuk 1

9.1K 317 28
                                    

Ik pak mijn tas in om naar school te gaan. Elke dag zie ik er weer tegenop. Toen kwam mijn moeder binnen.
"Ben je nog niet weg?"
Ze komt op me aflopen. Ik word bang en zak in elkaar.
"Mama niet doen asjeblieft." Riep ik.
Maar ze sloeg me in mijn gezicht.
"Au! Mijn neus!"
Mijn neus bloed, ik loop naar de badkamer en pak een doekje. Gelukkig stopte het bloeden al snel. Ik kijk op de klok "Shit!" Het is al half 9. De school is al begonnen. Dat wordt weer een briefje halen.
Ik ren naar buiten en pak mijn fiets. Ik fiets zo hard als ik kan. Als ik op school kom gooi ik mijn fiets neer en ren naar binnen. In wel lokaal heb ik? Ik weet het niet. Mijn hoofd voelt zo zwaar. Ik pak mijn rooster. Oh 106 biologie. Ik ren naar het lokaal.

"Je bent een beetje aan de late kant." Zegt Meneer Bekkens.
"Ik weet het." Zeg ik.
"Ga maar snel zitten." Zegt Meneer Bekkens.
Gelukkig. Ik had al twee briefjes, als ik nog een briefje zou krijgen gaat de school mijn moeder bellen en dan heb ik een probleem.
"Is Stinkertje weer te laat?!" Hoor ik achter me.
Wouter, wie anders. Ik ga snel zitten. Biologie is echt het saaiste vak. Wat boeit het mij nou hoe je hele oog in elkaar zit. Of hoe al je botten heten. Net als geschiedenis, ook al zo'n dom vak. Wat maakt het uit wie er vroeger heeft geleefd we hebben er nu toch niks meer aan.

Na de biologieles hebben we Duits. Toen ik (in mijn eentje) naar het lokaal Duits ging kwam Wouter eraan. Nee hè asjeblieft niet.
"Hey lelijkerd, waarom was je nu weer te laat dan?"
Negeer hem, negeer hem, niet reageerden Marit!
Ik voel een voet tegen mijn enkel en ik struikel. Ik val op de grond.
"Au" roep ik.
Ik val precies met mijn kin op de grond. Ik zie boeken om me heen liggen. Oh nee mijn tas stond nog open. Daar lig ik dan tussen mijn schoolspullen. Gelukkig zijn Wouter en zijn vrienden al weg.
"Ben je aan het zwemmen op de grond?" Roept Marijke. "Ik zal je even helpen."
Ze pakt haar flesje water en gooit het over mij heen. Ik ben nu echt kletsnat en mijn boeken ook.
"Hahahahaha" hoor ik iedereen lachen.
"Bitch" mompel ik.
"Wat zei je?" Zegt Marijke?
"Niks" zeg ik.
"Haha je hoeft niet te doen alsof ik het niet heb gehoord. Je zei bitch, maar ik snap niet waarom je dat nu vind. Ik wou je alleen maar helpen zwemmen. Toch meiden?"
"Haha jaaaa" roepen ze in koor.
Meelopers echte meelopers. Ik ben de gang uitgelopen om naar mijn fiets te gaan. Ik kon natuurlijk niet zo de hele dag erbij lopen. Onderweg kreeg ik nog wat opmerkingen zoals: "ben je in de sloot gesprongen?" Of "regent het dan zo hard buiten?" Of gewoon mensen die om me lachte.

Toen ik op de fiets zat zat ik te bedenken hoe ik dit tegen mijn moeder zou gaan zeggen. Zij wordt natuurlijk boos dat al mijn boeken kletsnat zijn geworden. Zal ik het eerlijk zeggen wat er is gebeurt en waarschijnlijk geslagen worden of niks zeggen en het drogen met de föhn? Ik koos toch maar voor dat tweede. Waarschijnlijk zou ze het niet eens merken. Toen ik thuis kwam, hoorde ik haar praten dus ik dacht: waarschijnlijk aan het bellen. Ik pakte heel stil wat drinken en sloop snel de kamer uit voordat mijn moeder me zag. Maar nog voordat ik de deur dicht kon doen stond mijn moeder in de deuropening.
"Heeey Marit kom je niet even iets met ons drinken dan kan ik je gelijk aan iemand voorstellen." Zegt ze
"Uhm oké is goed gezellig." Zei ik.
Misschien kan mijn moeder toch aardig zijn. Toen ik de woonkamer inkwam zat daar een man. Hij zag er aardig uit: blonde krullen en heldere blauwe ogen.
"Hallo ik ben Marit."
Ik dacht laat ik iets zeggen anders wordt het zo awkward.
"Hoi ik ben Luuk. Je moeder had al veel leuke dingen over je verteld."
"Hihi oke."
Toen kwam er weer zo'n ongemakkelijke stilte.
"Ik moet nog even huiswerk maken." Zeg ik dan maar tot slot.
"Ja is goed." Zegt mijn moeder.
Als ik op de gang sta hoor ik mijn moeder nog zeggen: "ze doet het ook zo goed op school." Slijmbal! Denk ik in mezelf.

SwitchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu