Hoofdstuk 11

7.8K 239 25
                                    

's Avonds lag ik in bed, ik kon gewoon niet slapen. Ik lag alleen maar te draaien. Het zat me niet lekker, dat Ilse zo weer alleen is. Dan zei ik tegen mezelf: zij vind echt wel weer nieuwe vrienden. Zij durft dingen. Maar misschien krijg IK geen nieuwe vrienden. Ik pakte mijn iPhone en oortjes en ging wat muziek luisteren. Het hielp niet echt. Terwijl ik muziek aan het luisteren was bleef ik er aan denken. Maar ook over morgenochtend. Of ondertussen deze ochtend. Misschien komt m'n moeder wel weer thuis omdat ze iets is vergeten en dan sta ik met mijn vader grote tassen in de auto te stoppen. Of dat ze ziek is en thuisblijft en dan staat papa in de deur en zijn ze ruzie aan het maken. Nee! Ze gaat morgen gewoon naar haar werk en daar is ze tot 12:00. Ik kijk onder mijn bed. Daar staan mijn tassen. Met: toilettas en kleding, opladers. Alleen de hoognodige spullen. Ook heb ik een aparte tas voor mijn schoolspullen, die ik morgenochtend weg ga brengen. Ik bedoelde natuurlijk deze ochtend. Maar ik voel me nog helemaal niet moe dus zeg ik morgenochtend. Ik kijk op de klok. Het nu al 02:00. Ik moet echt even gaan slapen anders verslaap ik me morgen en dan is papa er al. Nee! Ik moet echt even stoppen. Morgen gaat er niks mis. Hoop ik. Er gaat niks mis bedoel ik! Grr ik word echt gek van mezelf. Terwijl ik alleen maar aan dit denk, val ik tegen 3:00 in slaap.

De volgende ochtend word ik wakker om 6:30 iets voor de wekker. Ik ben echt heel erg moe. Ik stap gelijk uit bed anders slaap ik zo verder. Ik pak mijn tassen onder het bed vandaan. Snel prop ik mijn joggingsbroek en mijn slaaphempje nog in een tas. Ik pak een korte broek uit mijn kast met een T-shirtje. Mama is om 6:00 al weg gegaan. Ik laat mijn tassen nog even op mijn kamer staan. Ik loop naar beneden en pak een broodje. Ik zet de tv aan en ga mijn ontbijt eten.

Opeens hoor ik een sleutel in het sleutelgat. Wat? Mijn moeder is de enige die de sleutel heeft. Ik kijk op de klok: 6:45. Misschien is ze iets vergeten. Daar staat ze dan in de deuropening. "Hoii" zegt ze. Voor mijn moeder best vrolijk. "Hoi" zeg ik terug. "Was je zo vroeg al je bed uit?" "Ja ik was al vroeg wakker en ik kon niet meer verder slapen" lieg ik. "Oh dat kan gebeuren ja." "Waarom ben jij hier dan?" "Ik ben mijn handtas vergeten, ik was al op mijn werk maar toen zag ik het. Mijn telefoon en portemonnee zitten er ook in en die heb ik wel nodig." "Ja inderdaad." Ik voel mijn hart overal kloppen. "Ik pak 'm even boven." "Ja is goed." Nee! Roep ik in mezelf. Ik kruis mijn vingers en zeg in mijn hooft: niet in mijn kamer komen, niet in mijn kamer komen, niet in mijn kamer komen! Mijn tassen staan gelukkig nog onder mijn bed, dus ik hoop dat ze daar niet kijkt. Had ik mijn slaapkamerdeur wel dicht gedaan? Pleas! Mijn hart gaat steeds sneller kloppen. Ze komt weer naar beneden. Niet boos. Ik denk dat ze het niet gezien heeft. Ik hoop het. "Ik ga weer hoor! Veel plezier nog!" "Dankjewel mama, jij ook!" "Doeii."

Gelukkig ik kan eindelijk weer normaal ademhalen. Ik tril nog helemaal. Het is nu 7:00. Ik heb nog heel veel tijd. Maar ik weet niet wat ik moet doen. Ik ben wel blij dat de tassen onder mijn bed stonden. Anders had ze ze misschien wel gezien. Ik ben nog steeds erg moe ik ga op de bank liggen en ga tv kijken. Ik voel me zo moe dat ik mijn ogen niet meer dicht kan houden en ik val in slaap.

SwitchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu