Hoofdstuk 25

4.2K 238 21
                                    

Ik lig op de bank en kijk naar het plafond ik denk aan mijn moeder. Ik wil denk ik toch nog wel terug naar Amsterdam. Misschien kan ik vragen of Nina mee mag. Ik denk het niet maar misschien als het beter gaat. Ik pak mijn telefoon en kijk tussen mijn contacten. 'Thuis' heb ik het genoemd. Hoezo thuis? Ik woon daar toch niet meer? Ik verander het snel naar 'Irene thuis'. Ik heb haar al zo verschrikkelijk lang niet meer gesproken, niet dat ik dat heel erg vind ofzo. Ik twijfel eventjes maar druk dan toch op het groene belicoontje. De telefoon gaat een aantal keer over maar er neemt niemand op. Ze is natuurlijk aan het werk! Dom van me.

Ik ga naar de 'I' van mijn contacten. Eens kijken waar staat Irene. "Ieke, Ilse, Indy, Iris, Isa en Isabel." Mompel ik. Geen Irene. Oh wacht, ik ga naar de 'M' als aller eerste staat er: 'Mama ❤️' Waarom heb ik ooit dat hartje er bij gezet? Snel verander ik ook dit naar gewoon Irene. Ik bel het nummer. Maar nadat de telefoon al 7 keer is overgegaan, hang ik op. Hoe kan dit? Mijn moeder neemt altijd haar telefoon op.

Ik heb nog 1 kans om mijn moeder te berijken, te bellen naar haar kantoor. Waarom doe ik eigenlijk zo veel moeite om haar te bereiken? Misschien haar telefoon leeg ofzo. Toch is er iets in mij dat zegt dat er iets mis is, dat ik me ergens zorgen om moet maken. Ik bel naar haar werk. Naar 2 keer overgaan wordt er al opgenomen.

"Dag u spreekt met Klaas van der Berg, kan ik u ergens mee helpen?" Vraagt een aardige stem.

"Hallo, u spreekt met Marit. En ik heb een vraag."

"Ben jij Marit, de dochter van Irene?"

Huh? Hoe weet die man dat? Ik begin opeens bang te worden. Dit is echt eng.

"Ja dat klopt meneer, hoe weet u dat?"

"Je moeder praatte altijd veel over je, heel erg positief hoor!" Hij lacht even.

Mijn moeder? Zij praat nooit positief over mij dat kan niet, misschien is het iemand anders, maar het bedrijf is niet erg groot.

"Maar je had een vraag dacht ik. Stel hem! Zal ik zeggen." Weer lacht hij even.

"Zou ik mijn moeder even mogen spreken?" Mijn keel voelt droog. Hoezo praatte eigenlijk? Zou ze daar niet meer werken?

"Je moeder? Irene? Nee sorry meisje die werkt hier niet meer." Zegt de man.

Huh? Ik ben even helemaal in de war.

"Waarom niet?" Zeg ik zacht, bang wat hij gaat zeggen.

"Zomaar op een dag kwam ze niet hierheen. En sindsdien komt ze hier niet meer. Ook neemt ze de telefoon niet meer op. Is ze niet bij jou dan? Jij woont toch bij haar?"

Mijn keel is zo verschrikkelijk droog dat ik eigenlijk niks meer kan zeggen. Ze is er niet meer en ze neemt geen telefoon meer op. Is er niemand die dan ook zorgen daarom maakt? Zelfs ik maak me zorgen terwijl ik niet eens echt van haar hou. Hield zij wel van mij? Ze praatte veel over me. Dat zei die man zelf. Ik moet naar haar toe, ik moet! Zou ze verhuisd zijn? Zou ze.....? Ik durf mijn zin bijna niet af te maken. ......dood zijn? Nee, nee. Dat kan niet. Maar er is niemand bij haar. Dus misschien ligt ze nu wel dood in haar huis. Er loopt kippenvel over mijn rug. Mijn keel word droog en ik voel mijn hoofd tollen.

"Ben je er nog meisje?" Hoor ik de stem van de man aan de andere kant van de lijn.

"Uhm ja, bedankt voor de informatie ik zal haar zelf nog wel een paar keer bellen." En ik beëindig het gesprek.

Ik zak in elkaar. Oke Marit, even rustig. Ze vond misschien haar werk gewoon niet leuk, of ze is verhuisd. Ik wil dit uit mijn hoofd zetten maar het lukt me niet. Ik ga zelf naar Amsterdam, als er iemand anders in het huis is gaan wonen weet diegene misschien ook wel waar mijn moeder is gaan wonen. Misschien heeft ze wel een nieuwe vriend, en is ze daar gaan wonen. Dat kan nu natuurlijk veel makkelijker nu ik er niet meer ben. Dat stelt me weer een beetje gerust. Maar toch blijf ik onrustig. Ik ga weer op de bank liggen en probeer te slapen. Maar het lukt niet. Ik voel me verschrikkelijk. Ik zou nu best graag even slapen. Dan kan ik alles even vergeten.

Ik loop even naar de keuken en pak een glas water. Ik drink het in een keer op. Daarna gooi ik wat water in mijn gezicht en kijk in de spiegel. Mijn mascara loopt over mijn hele gezicht maar het maakt mij niet uit. Ik loop naar zolder, naar mijn kamer. En ga in mijn bed liggen, toch val ik redelijk snel in slaap.

Ik droom dat mijn moeder op de grond ligt en dat er iemand boven haar staat met een mes. Ik sta op de trap en zie het allemaal gebeuren ik begin te gillen: "Mama! Mama! Mááámááá!" Maar het is te laat. Mijn moeder geeft een gil. Ik ren gillend naar boven maar het menselijke figuur komt achter me aan rennen. Ik ren naar zolder. En spring mijn balkon op. Ik probeer zo stil mogelijk daar buiten te zitten maar mijn balkon deur vliegt al open daar staat 'het'. Ik weet niet of het een man of vrouw is, en eigenlijk niet eens dat het een mens is. Ik ben bang, verschrikkelijk bang! Ik zie het mes glanzen van de straatlantarens. Het is nacht, het is helemaal donker behalve de maan den de straatlantarens. Ik denk geen seconde na en spring van het balkon af. Ik voel de lucht overal, maar nog voor dat ik de grond raak word ik wakker.

Ik kijk om me heen en zie dat ik gelukkig gewoon in mijn bed lig en dat het gewoon dag is. Ik zucht. Ik kijk op het wekkertje naast me: 16:00. Ik stap mijn bed uit. Ik ben helemaal bezweten. Ik loop naar de badkamer. Ik kleed me uit en stap in de douche.

Sorry allemaal! Ik heb echt heel erg lang niet meer geupdate. Echt heel erg lang niet meer. Ik was op vakantie en had niet echt tijd en zin om te schrijven maar ik wil jullie wel allemaal heel erg bedanken want in de tijd dat ik op vakantie was kreeg ik er 26K reads bij :).

-xxx-

SwitchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu