Proloog

54 5 2
                                    

Ik word wakker in een vreemd bed. He? Waar ben ik nou? Oh ja ik ben in het ziekenhuis, al een week zover ik me nog kan herinneren, maar toch vergeet ik elke ochtend waar ik ben. Misschien komt het omdat ik liever naar huis wil, maar dat kan helaas niet. Stomme hoofdwond.

Ik kijk om me heen. Ik zie Roel slapen in een stoel. Snel werp ik een blik op de klok en zie dat het half tien in de ochtend is. Ik kijk weer naar Roel, zo te zien is hij helemaal kapot. Hij heeft enorme wallen onder zijn ogen, is helemaal wit en zijn haar zit door de war. Arme jongen. Als hij er zo uitziet, hoe zou ik er dan wel niet uitzien? Zeker weten tien keer zo erg.

Langzaam gaan Roel's ogen open. Hij glimlacht slaperig en rekt zich uit. 'Gaat alles goed met je?' Zwakjes knik ik. Waar is Danilo eigenlijk? Toen ik in slaap viel was hij er ook. Die is vast naar het toilet.

Roel aait over voorzichtig over mijn hoofd en drukt dan een kus op mijn voorhoofd. Er gaat een steekje pijn door mijn hoofd. Een zucht rolt over mijn lippen. Ik zal het wel verdient hebben.

'Waarom gebeurt mij dit nou?' Triest kijk ik voor me uit. Ik had nooit die brief moeten openen. Nooit. Wanneer ik omkijk, zie ik Roel gevoelloos voor zich uit kijken, op het moment dat hij merkt dat ik naar hem staar verschijnt er een trieste glimlach op zijn gezicht. Eerlijk gezegd heb ik liever dat hij huilt, het uitschreeuwt of me uitscheld dan dat hij een gevoelloos kijkt, of nog erger; een verdrietige glimlach opzet. Dan breekt iets in me.

'Ik ga even naar het toilet.' Hij staat op en drukt weer een kus op mijn voorhoofd. Voordat hij door de deur loopt kijkt hij even bezorgd, maar loopt dan toch verder.

Ik sluit mijn ogen. Even rust. Ik hoor voetstappen. Is hij zo snel terug? Of misschien is het Danilo. Ik neem niet de moeite om mijn ogen te openen. Ik hoor de deur sluiten.

'Hoi Vera.' De stem geeft mij rillingen. Dat is de stem van iemand die ik heb vertrouwd, waarom klinkt het nu zo kil? Eerst miste ik hem zeker wel, maar nu betwijfel ik of ik hem wel wil zien.

"....."

Angstig kijkt ik hem aan. 'Waarom doe je me dit aan.'

Hij begint oorverdovend te lachen. 'Je weet het zelf goed genoeg.' Hij doet de kogels in de pistool. 'Heb je nog je laatste woorden?' Ik kijk hoe hij de pistool op me richt en afwachtend kijkt. Als ik ze nu nog zou hebben, zouden de tranen over mijn wangen stromen.

'Doe dit niemand anders aan, alsjeblieft.' Er klinkt een bekend klik geluid en daarna word alles zwart.

@@@@@@@@@@@@@@@@

Ik vind dit een behoorlijk coole proloog. Hij is wel aan de korte kant, ik heb namelijk een stuk eruit gehaald anders zou ik veel te veel verklappen en dat wilt niemand toch. :)

Ik geloof dat ik een aantal grammatica fouten heb staan, maar please vergeef me.

COMMENT

VOTE

The Written PaperWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu