Hoofdstuk 17.

100 7 0
                                    


R. City - Locked Away ft. Adam Levine.

Point of view: Anna.

'Ik ben nou niet bepaald een lieverdje geweest.'

Ik grinnikte en nam nog een hijs voordat ik hem uitdrukte.

'Dat is nog zacht gezegd.'

Hij knikte en staarde voor zich uit.

'Ma mist je.'

Hij keek me intens aan.

'Ze had altijd wel verwacht dat ik weg zou blijven, maar van jou had ze dat niet verwacht blijkbaar.'

'Ik denk dat ik met kerst naar huis kom.'

Hij glimlachte en knikte.

'Ik schrijf haar tenminste wel.'

Hij zei niks en staarde nu ook voor zich uit. 

Om de stilte te verbreken kuchte ik en stond ik op.

'Ik moest maar eens gaan.'

Hij knikte en ik liep weg.

Ik had echt geen idee wat er net was gebeurd.

Ik liep naar de binnenplaats van het kasteel waar Lucius aan het praten was met een meisje.

Ik liep er grinnikend langs heen en volgens mij zag hij me niet eens.

Ik liep naar Dumbledore's kantoor.

Ik ging hem vragen over Hogsmeade.

Ik klopte drie keer op de deur en hoorde dat ik binnen mocht komen.

Ik liep het kantoortje binnen en keek om me heen.

Het was absoluut niet lelijk ingericht.

Overal waren boeken en er kwam van verschillende kanten licht.

Ik liep de kamer verder in en zag dat het eerst een beetje smaller werd en toen werd het breder.

Het liep in een cirkel en in de cirkel stond een bureau en de muur was gevuld.

Toen Dumbledore me zag glimlachte hij.

'Waaraan heb ik dit genoegen?'

Ik glimlachte en hij wees naar de stoel.

Ik keek naar de vogel die ik kende als een Fenix.

Hij had vel oranje veren en ik kon niet stoppen met staren.

Ik antwoordde niet op Dumbledore's vraag maar bleef even kijken.

Toen kwam ik uit mijn waas en keek ik naar de professor die inmiddels op zijn stoel was gaan zitten.

Ik keek naar de man en glimlachte.

'Ik heb een vraag voor u.'

Hij glimlachte en pakte een veer uit een van de vele potten die op zijn bureau stonden.

'Die mag je stellen, eerst wil ik je iets vertellen over deze veer.'

Ik knikte en hij glimlachte terwijl hij de veer in zijn vingers liet ronddraaien.

'Ik weet dat je graag vulpennen gebruikt. Toch wil ik je graag deze veer geven, ik heb hem eens gekregen van een goedaardige schrijfster die ook nog goed was in haar vak.'

Hij gaf me de veer en een potje inkt. De veer was blauw en toen ik hem vastpakte begon hij te gloeien.

'Dat doet de veer alleen bij echte schrijvers.'

Ik bedankte hem en legde de veer voorzichtig op mijn schoot.

'Dus, waarvoor kwam je hier?'

Ik kuchte en keek naar de veer.

'Zoals u weet schrijven en tekenen Lucius, Fenrir en ik ongelofelijk veel.'

Hij knikte.

'Dan zult u natuurlijk ook weten dat hoe meer je schrijft of tekent hoe sneller je door je artikelen heen gaat.'

Hij glimlachte.

'En nu ben jij hier om te vragen of jullie een keer extra naar Hogsmeade mogen.'

Ik glimlachte en knikte. 

Hij stond op en liep naar een van zijn boekenplanken toe. 

Hij pakte een boek en draaide zich weer om terwijl hij naar zijn stoel terug liep.

'Eigenlijk zou ik dat niet mogen doen.'

Hij opende het boek maar keek me toen aan door zijn brilletje.

'Maar sinds ik een vervend lezer ben, en je probleem snap zal ik het accepteren.'

Ik glimlachte en kon de man wel kussen. 

Ik bedankte hem voor de veer en liep zijn kantoor uit.

Ik rende naar de Slytherinleerlingenkamer en ik liep de leerlingenkamer in.

Fenrir en Lucius zaten op een bank en ik plofte tussen hun in.

'Jullie houden van mij.'

Fenrir grinnikte terwijl Lucius moeite deed om zijn lach in te houden.

'Oh, is dat zo?'

Ik knikte terwijl ik Fenrir porde.

'Ik heb zojuist geregeld dat we iedere week, en zo vaak als we willen, naar Hogsmeade mogen'

'Echt?!'

Beiden begonnen te glunderen. 

'Zullen we aankomende zaterdag gaan?'

Fenrir knikte en beiden gaven ze me allebei een kus op mijn wang.

'We houden dan toch wel van je hoor.'

Ik lachte en sloeg Fenrir zachtjes met een kussen.

Lucius grinnikte en hij vertelde wat over dat meisje.

Haar naam was Narcissa.

Hij kon maar niet stoppen met praten over haar dus toen Fenrir begon over Hogsmeade was ik hem ongelofelijk dankbaar.

Hij glimlachte terwijl Lucius vertelde wat hij allemaal ging kopen. 

Nadat hij klaar was met praten vertelde ik ze over mijn gesprek met Robin.

Ze keken me allebei verbaasd aan.

'Dat je überhaupt ben heen gegaan.'

Ik haalde mijn schouders op en zei niks.


----

Wat een chaotische week, ik hoop dat het een beetje goed met jullie gaat.

Friends with the MaraudersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu