Hoofdstuk 20.

239 15 6
                                    




Racoon - shoes of lightning

Point of vieuw: Anna.

Om je heel eerlijk te zijn zag ik Ben daarna bijna niet meer.

We hadden een paar dates en besloten toen dat het toch niks zou worden.

Zo af en toe als ik sigaretten ging kopen of in de boekenwinkel kwam dan hadden we een kort praatje en gingen we allebei weer verder.

Het was inmiddels al bijna kerst en ik was een paar dingen aan het inpakken om te vertrekken.

Ik had nog een uur en ik trok overal spullen weg.

Ik besloot om met mijn koffer naar de leerlingenkamer van Slytherin te slepen zodat ik wat spullen bij Fenrir en Lucius kon wegtrekken.

Dat duurde me langer dan ik had verwacht want mijn koffer was best zwaar.

Na een half uur strompelde ik de leerlingenkamer in en trok ik mijn koffer omhoog, de trap op.

Het ging niet helemaal zoals ik wou maar ik kwam wel boven en dat was de bedoeling.

Ik liet mijn koffer voor de deur staan en liep de slaapzaal in. Lucius was net een trui aan het opvouwen en Fenrir zat op zijn bed.

'Ann! Gelukkig, welke?'

Hij hield twee boeken omhoog en ik wees naar de linker.

Ik keek naar zijn koffer en grinnikte toen ik zag dat hij bijna al zijn boeken in zijn koffer had gepropt.

'We gaan maar drie weken weg hoor.'

'De helft heb ik al gelezen dus die kan ik dan terug zetten in de kast en kan ik er meer mee nemen.'

Ik knikte en liep ook naar de boekenkast.

De helft had mijn huis nog niet eens gezien.

Ik zuchtte en pakte ze per drie van de kast en gooide ze in mijn tas.

Lucius stond met open mond toe te kijken.

'Hoe past dat allemaal?'

'Vegrotingsspreuk.'

Hij zuchtte en plofte op zijn bed neer.

Hij mompelde iets over hoe ik veel slimmer was dan hem.

Ik ging naast hem zitten en grinnikte.

'De een is nou wel geboren met hersens en de andere niet.'

Hij gooide een kussen naar mijn hoofd die ik op ving en ik lachte.

'Maak je niet zo druk, jij kan tekenen en dat is iets wat ik dan niet bepaald kan.'

Hij kwam naast me zitten en glimlachte.

Fenrir ging naast hem zitten.

'Beseffen jullie wel dat dit de eerste keer in drie jaar word dat we kerst niet samen vieren?'

Ik knikte en zuchtte.

Fenrir ging staan en trok mij en Lucius omhoog.

Drie seconden later waren we verstrikt in een groepsknuffel.

We bleven even staan.

Ieder van ons ging naar huis en ieder van ons vond het maar niks.

Toen Fenrir los liet liet ik ook los en ging ik weer verder met het inpakken van boeken.

Toen ik klaar was ging ik op Fenrir's bed zitten.

'Zullen we aankomende vakantie samen op vakantie gaan?'

Fenrir knikte enthousiast.

'Dat lijkt me gaaf!'

Lucius knikte ook.


Een half uur later stonden we op het perron.

Ik stapte in en we gingen samen opzoek naar een coupé.

'Eigenlijk heb ik helemaal geen zin om naar huis te gaan.'

Fenrir zuchtte.

'En toch zullen we allemaal wel moeten.'

Ik haalde mijn schouders op.

'Ik hoef niks.'

Lucius had blijkbaar andere dingen aan zijn hoofd.

'Als ik hier het raampje los zet kan ik wel roken toch.'

Fenrir lachte.

'Proberen?'

Lucius knikte.

'Wacht dan in ieder geval tot dat iedereen binnen is en we rijden.'

Ze waren het wel met me eens en we wachten.

Na een half uur waren we nog niet vertrokken.

'Je kan me verdomme toch niet vertellen dat een trein aanzetten zo lang duurt.'

Fenrir lachte.

'Nicotine tekort?'

Ik lachte ook maar Lucius kon het niet waarderen en keek ons aan alsof hij een van ons een tik ging verkopen.

Na vijf minuten begon de trein te bewegen.

'Zie je nou wel? We zaten gewoon te vroeg in de trein.'

Lucius haalde een pakje uit zijn jaszak en opende het grootste raam helemaal.

Hij pakte een aansteker van Fenrir aan en nam een hijs.

Hij zuchtte en glimlachte.

'En dat is, dames en heren, hoe je Lucius Malfoy gelukkig maakt in drie seconden.'

Lucius sloeg Fenrir en ik lachte.

De trein reed snel en binnen twee uur zagen we de beginstukken van het perron.

We keken elkaar aan met een blik die eruit ziet alsof je net hebt gehoord dat iemand in je familie is overleden.

De trein stopte en ik begon nog net niet te huilen.

We pakten alle drie onze koffers en wachten even tot dat er geen mensen meer waren op de gang omdat het anders een enorm geduw werd.

We liepen de trein uit en ik zag Robin een richting oplopen.

Daar stond mijn moeder.

Ik zette mijn koffer op de grond neer en zuchtte.

Fenrir en Lucius deden hetzelfde.

Lucius omhelsde me stevig en ik begon te huilen.

Hij suste dat het allemaal wel goed kwam en dat we elkaar snel weer zouden zien.

Maar zelfs ik hoorde dat hij huilde.

Ik liet hem los en glimlachte door mijn tranen heen.

Ik knuffelde Fenrir die een stuk breder was en ik huilde nu nog harder.

En dit was nog maar drie weken.

Ik liet Fenrir los maar hij hield me vast.

Hij keek me aan en kuste me.

Hij kuste me.

En ik kuste terug.





----

Ik heb een verandering van hart gehad en ben maar weer eens gaan schrijven.

Veel plezier met lezen.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Dec 04, 2017 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Friends with the MaraudersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu