Deel 6

21 1 0
                                    

'Wat is uw naam?' Vroeg ik. De man begon te lachen. Ik keek dillen aan. Dillen begon ook te lachen en zei: 'dit is mijn vader. Hij doet vaak grapjes maken,'. Ik keek Dillen verward aan en keek weet terug. 'Oké, laten we is kijken,' zei de vader.

'Bedankt meneer,' zei ik en keek naar dillen. Ik liep naar de deur en knikte naar Dillen als dank. Ik opende de deur en wou er uit lopen. Dillen pakte me bij mijn arm trok me naar achter. Hij tilde me op dichtbij zijn gezicht. Hij keek mij recht in mijn ogen. 'Wat is er gebeurt?' Vroeg die. Ik keek hem aan en verstond niks. 'Misha?' Zei hij weer. Ik schrok en trok me naar achter. Ik stotterde zo veel dat geen woorden uit mijn mond kwam. Dillen keek mij verbaast aan en ging een stap naar achteren. 'Wat is er?' Vroeg hij. Ik liep de deur uit en rende weg. 'Misha!' Riep dillen nog achter me. Voor dat ik wist, was ik weer bij mijn fiets. Ik pakte een steen en gooide het in de water. Ik keek naar mijn fiets en trok het omhoog. Ik stapte er op en begon blind te fietsen. Ik zat alleen in mijn gedachte en liet mijn gedachte mij mee slepen. 'Misha?' Hoorde ik iemand zeggen. Van schrik viel ik van mijn fiets af en keek op. Ik zag Tim naar mij toe rennen met een bezorgd gezicht. 'Wa- wat doe je hier?' Vroeg ik. Ik keek omlaag en zag een hond naast hem lopen. 'O uhm... dit is Felix. Mijn hond,' zei Tim. Felix blafte van energie. 'Gaat het?' Vroeg Tim. Felix liep naar mij toe en likte mijn gezicht. 'Felix,' zei Tim streng en trok hem terug. 'Geeft niks,' zei ik en ik probeerde overeind te komen. Tim merkte dat ik last had en kwam zo snel mogelijk naast mij staan. Hij legde zijn armen onder die van mij en hielp mij omhoog. Ik viel een beetje naar achteren en leunde tegen de borst van Tim. Ik hoorde zijn hartslag rustig tegen mijn oor bonken. Mijn hoofd bewoog met de hartslag mee. Zijn borstkast was hard en stevig. Ik voelde me voor is een keer veilig bij Tim. Hij deed twee vingers onder mijn kin en duwde mijn hoofd omhoog. Hij keek recht in mijn ogen en lachte met een zachte glimlach. Zijn ogen waren zacht en glinsterde in de maan licht. Ik keek omlaag naar zijn lippen. Ze leken zo zacht. Tim merkte dat ik keek en trok me wat verder omhoog ik stond net op mijn tenen en keek hem aan. We zeiden allebei niks. Hij keek ook naar mijn lippen en kwam een beetje dichterbij. Hij draaide zijn hoofd een beetje en raakte mijn lippen voorzichtig aan. Ik deed mijn ogen dicht en drukte mijn lippen verder tegen die van hem. Tim tilde een van zijn hand op en ruste het op mijn wang, zijn andere hand legde hij op mijn rug. Hij laagde zijn armen bij mijn knieën en tilde me op. Hij begon bij mijn nek te kussen. Het ging plotseling zo snel. Ik duwde hem van me af en ging weer met moeite op de grond staan. 'Sorry,' zei Tim. Hij legde zijn hand op zijn nek en keek naar zijn voeten. Ik legde mijn hand op mijn arm en keek opzei. 'Sorry...' zei Tim weer en liep weg. Ik opende mijn mond maar geen woorden wist te ontsnappen. Ik ging op de grond zitten en rolde mezelf in een bol. Ik klemde mijn armen om mijn benen en probeerde mezelf warm te houden. Ik kan niet terug naar huis gaan. Dillen is geen keuzen. En Tim heb ik verknald. Wat moet ik doen met mijn leven? Ik kan niemand meer aan kijken.
Ik werd wakker op de gras met een jas over mij heen. Ik keek om me heen en zag dillen aan het slapen. Ik stond voorzichtig op en legde Dillens jas om hem heen. Ik begon te lopen en zag de station in de verte. Ik begon richting de station te lopen en hoorde Dillen mijn naam roepen. Hij begon te roepen en gillen. Hij stopte met gillen en begon rond te kijken. Ik liep bij de spoor en begon over te steken. Toen ik in de midden was begon de alarm af te gaan en de slagbomen omlaag. Ik keek opzei en werd verblind door de lamp van de trein. De toeter van de trein was ongelofelijk luid. De trein kwam met snelle kracht op me af. 'Misha!' Gilde Dillen. Dillen rende naar me toe. Hij pakte me bij mijn heupen en werd ook verblind door het licht. De trein kwam steeds dichter bij. De geluid van de wielen op de spoor was oorverdovend. Ik deed mijn ogen dicht en dacht alleen maar aan Dillens handen. Hoe hij mij kuste. Hoe zacht zijn lippen was. Ik  moest ook aan Tim denken. Hoe zijn hand onder mijn benen voelde. Hoe stevig hij was. Hoe zijn lippen op mijn nek voelde. Hoe snel hij mij optilde. Ik vond hem al jaren leuk en dat hij mij ook leuk vind vind een andere jongen mij ook leuk. Ik ken hem nog niet zo goed maar over Tim gesproken ik ken hem ook niet zo goed. Kira zou vast blij worden. Tenminste betekent dit dat ik niet hoef te kiezen... toch? Ik keek opzei naar Dillen, leunde mijn hoofd tegen zijn schouder en deed mijn ogen weer dicht. Dillen knoopte zijn armen om mijn maag heen. 'Alles komt goed,' fluisterde hij in mijn oor. Tenminste hoef ik nu niet meer naar huis toe.
De wielen van de trein kwam steeds dichterbij. Mijn laatste gedachte was van mijn moeder. De trein toeterde alweer.
Er liepen paar mensen langs de spoorweg. Toen de trein weg was zagen ze een hartje vliegen. Een vrouw liep er naartoe en keek op de grond. De hartje lag open op de grond met een foto van een vrouw er op...

PijnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu