hoofdstuk 4: sto(r)m.

2K 77 11
                                    

Hoofdstuk 4

na school ging ik zoals gewoonlijk weer naar de grote eik. meestal is Joseph er al maar dit keer zat hij niet in de boom. ''Joseph.'' hij moet me wel horen maar ik zag hem niet. ik ging op de grond zitten tegen de boom aan. ik haalde mijn franse boeken uit mijn tas en probeerde alvast te leren. maar ik deed hem na vijf minuten weer in mijn tas. 'William helpt me thuis wel.' dacht ik.

ik bleef nog even voor me uit staren. achter de school is het nooit druk. maar soms komt er wel iemand langs.

zoals Jack.

wacht, Jack? wat doet hij hier? ik stond snel op en verstopte me onhandig en luidruchtig achter de boom. 'soepel Avery.' het sarcasme in mijn hoofd spatte ervan af.

Jack keek onderzoekend rond en ging toen aan de andere kant het bos in. ik kwam voorzichtig weer tevoorschijn. oké, dat was best wel raar. eigenlijk kan ik niet beoordelen op raar. ik woon met drie vampiers samen. 

''wat ben jij nou aan het doen?'' door Joseph viel ik op de grond van de schrik. ik had wel dood kunnen zijn. snel krabbelde ik weer overeind en ging tegenover Joseph staan.

''oh niks, een beetje wachten op jou. en jij?'' zei ik dat nou serieus? ik kan mezelf wel voor m'n kop slaan. Joseph vond mijn blunder blijkbaar heel grappig aan zijn grijns te zien.

''nou, ik kom hier om jou op te halen.'' zei hij. 

''en waarom kom je zo laat?'' ik veegde de bladeren van mijn been af. langzaam dwarrelden ze naar beneden.

''nou, ik zag een hert en ik kon het niet laten om-''

''oké, ik weet genoeg.'' onderbrak ik hem. hij haalde zijn schouders op en tilde me op.

''gordels vast, en veel plezier met de rit.'' sprak Joseph komisch uit. hij rende weg. ik sloot mijn ogen en genoot van de wind die langs ons suisde. het woud was zo mooi oranje, bruin en roodkleurig. ik geniet echt van de herfst. ik vind het een geweldig seizoen ondanks de regen en de kou. voor vandaag was het best warm en de zon scheen. dus het is echt de moeite waard om zo even het woud in te gaan.

na een paar minuten stonden we al voor de deur. Joseph zette me neer en deed de deur open. ik keek even om me heen. een wandeling is nu of nooit. ik heb het nodig.

''ik blijf even buiten wandelen.'' zei ik tegen Joseph. hij keek me geschrokken aan alsof er iets mis moet zijn. 

''i-ik.'' stotterde hij. ik keek hem verdwaasd aan. waarom stottert hij? hij herstelde zichzelf weer. ''moet ik meegaan?'' zei hij tenslotte. het klonk meer als een zin dan als een vraag. en ik snapte hem al helemaal niet. waarom moet hij meegaan als ik alleen maar even ga wandelen?

''nee. dat is niet nodig.'' zei ik streng tegen hem. ik weet dat als ik me zwak opstel Joseph sowieso mee gaat hoe hard ik daarna ook tegenstribbel.

''oké, doe voorzichtig.'' gaf Joseph toe en deed de deur achter zich dicht. ik liep recht het woud in. de vogels floten hard maar rustgevend, gewoon perfect. langzaam liep ik dieper het woud in. verder op hoorde ik iets van een beekje. langzaam sloop ik ernaartoe. een hert zat met gesloten ogen te drinken van het water dat er stroomde. als ik hem zou zijn, zou ik zo ver mogelijk uit de buurt van William, Joseph en Daniel blijven. hij zal vast niet meer lang te leven hebben. 

ik bleef naar het hert kijken (hij had echt dorst). maar na een tijdje had hij me toch opgemerkt en sprintte weg. ik liep richting het beekje en keek om me heen. boven me stapelde zich een paar donkere wolken op. ik denk dat het over een kwartiertje gaat regenen als hell.

ik besloot om nog even door te lopen en daarna terug te gaan. ik heb nog wel tijd zat.

een klein kronkelend paadje liep door het woud. ik volgde hem ongeveer tien minuten. het werd opeens nog donkerder. ik stak mijn hand uit en voelde de eerste paar dikke druppels naar beneden vallen. verder in het woud hoorde ik het rommelen.

~Sweet Vampires~Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu