Hoofdstuk 1

37 6 4
                                    

Na de trekking word ik naar een ontvangsthal in het stadhuis gebracht. Ik plof neer in een rode satijnen divan en ontspan me. Mijn glimlach is niet van mijn gezicht af te slaan. Het is allemaal zo snel gegaan dat ik nu pas de tijd krijg om het tot me door te laten dringen. Niet Robbin, maar IK ben geselecteerd voor de Hongerspelen! Ik, Raymond Foster, ga mee doen aan de meest opwindende competitie van het hele land! Ik kan mijn enthousiasme nauwelijks in toom houden. Ongeduldig knijp ik met mijn handen zo hard mogelijk in de stoelleuning. Ik kan niet wachten tot mijn familie afscheid komt nemen. Wat zal mijn vader trots zijn! Hiervoor ben ik geboren, ik leef al 14 jaar om eindelijk te kunnen bewijzen wat ik in me heb. De kans die mijn vader nooit gekregen heeft grijp ik met beide handen aan. Ik hou het niet meer uit en spring op uit de stoel, barstend van de energie. Ongedurig loop ik heen en weer door het vertrek. Ik zoek iets wat me even bezig kan houden of iets wat me tenminste kan afleiden. Minuten lang staar ik naar het enige schilderij in de kamer.

Het is een portret van professor Davids, de man aan wie district 3 haar ultramoderne technologie te danken heeft. Toen de opstand van 81 jaar geleden voorbij was, was district 3 nog erg klein en onbelangrijk. Professor Davids kreeg van het Capitool de opdracht onze provincie te herbouwen. Zijn wonderbaarlijke vaardigheden wat betreft televisie en computer heeft hij zo veel mogelijk ingezet. Dat is nu nog steeds te merken. De nieuwste technologische ideeën stammen nog steeds af van een aantal van zijn uitvindingen. Zelfs in het Capitool wordt er nog dankbaar gebruik van gemaakt.

Ik ruk mijn blik los van het schilderij en kijk fronsend naar de grote wandklok aan de muur. Mijn ouders hadden er nu al moeten zijn. Zo lang hoeft het toch niet te duren? Ik zucht geërgerd en ga maar weer zitten. Ik trommel met mijn vingers op de leuning terwijl ik de deur in de gaten houdt.

Na wat nog een uur lijkt te duren gaat hij eindelijk open. Mijn vader loopt naar binnen en zijn gezicht begint te stralen van trots als hij me in het oog krijgt. Ik verwacht dat mijn moeder er direct achteraan komt maar tot mijn verbazing gebeurt dat niet. Lang heb ik niet de tijd om er over na te denken. Mijn vader neemt meteen al mijn aandacht in beslag.

'Raymond, jongen!' Begroet hij me hartelijk. 'Ik wist dat jij het zou gaan maken, zoon. Ik wist dat al de trainingen geen verspilde moeite zouden worden.' Hij pakt me bij mijn schouders en drukt me plat tegen zich aan. Even hap ik naar lucht. Ik ben erg groot en sterk vergeleken met mijn leeftijdsgenoten maar bij mijn vader voel ik me net een kleuter. Hij heeft het lijf van een beer.

Hij laat me weer los en bekijkt me van top tot teen. 'Je hebt in al die jaren stevige spieren gekweekt, Raymond. Zorg dat je ze goed gebruikt.'

Ik knik heftig. 'Reken daar maar op, vader! Die andere tributen zijn geen partij voor mij.' Er glijdt een grijns over mijn gezicht heen. 'Ik heb talent voor vechten en overleven. Dat heeft u me vaak genoeg gezegd.' 

Hij knikt tevreden. 'Zo mag ik het horen. En je weet wat we hebben afgesproken, hè?' 

'Ja vader.' Antwoordt ik. 'Ik sluit me eerst bij de andere Beroeps aan. Ondertussen kom ik erachter wat hun zwakke plekken zijn en als ons groepje nog over is zal ik snel en dodelijk de Spelen tot een einde brengen.' 

'Zo is het maar net.' Zegt vader grimmig. Dan valt er even een stilte die me al gauw weer aan mijn moeder doet denken.

'Waar is moeder? Zij had hier ook moeten zijn.' 

Ik ben nog niet uitgesproken of mijn vader krijgt een diepe frons in zijn gezicht. Hij ontwijkt mijn blik maar de woede die hij uitstraalt is nauwelijks te negeren. 

'Dat is de reden waarom het zo ongewoon lang duurde. Ze wilde niet meekomen. Het spijt me zeer, Raymond, ik heb alles geprobeerd.' 

'NIET MEEKOMEN?' Herhaal ik verontwaardigd. 'Waarom zou ze geen afscheid van me komen nemen? Ik ga de Spelen uiteraard winnen maar ze had me toch op zijn minst succes kunnen wensen!' 

Mijn vader zucht diep. 'Ze vindt het verkeerd dat je zo graag wil meedoen. Dit is haar manier van protesteren.' 

Ik snuif minachtend. 'Ze zou beter moeten weten. Mij doet het niks. Als zij niet wil komen dan moet ze dat zelf weten. Ik overleef het ook wel zonder haar hulp.' 

'Dat is één ding dat zeker is.' Antwoordt mijn vader grinnikend. 'Je moet je maar niet te veel van je moeder aantrekken. Dat heb je nou eenmaal met district 12.' Hij valt even stil maar kijkt me dan strak aan. 'Ik moet gaan, ik heb nog werk te doen. Versla ze, zoon. Ik weet dat je het kan.' 

Ik knik ernstig. 'Ik zal winnen.' 

Als hij zich omdraait en naar de uitgang loopt kan ik het niet laten. 'Doe moeder de groeten.' Zeg ik boosaardig. Ik hoor mijn vader hardop lachen om die opmerking. Dan is hij verdwenen. 

Vlak nadat mijn vader de kamer heeft verlaten word ik opgehaald door een paar Vredebewakers. Ze zijn allemaal gekleed in een sneeuwwit beschermingspak en hebben een zware helm op hun hoofd. Ze dragen allemaal een speer. Niet dat al die voorzorgsmaatregelen nodig zijn maar het is gewoon al jaren zo. Bij de eerste paar Hongerspelen hadden de tributen nog wel eens vluchtneigingen. Dat is in district 10, 11 en 12 trouwens nog steeds zo. Ik haal mijn neus op. Die mensen hebben geen idee wat ze afwijzen. 

De bewakers brengen me door een lange gang naar de achterkant van het stadhuis. Jetty Stones staat daar al op ons te wachten samen met de meisjestribuut, die Nina. Gefascineerd bekijk ik de kledij van Jetty. In de tijd tussen de trekking en dit moment ziet ze er ineens heel anders uit. Haar zwarte krullen zijn veranderd in een hoge rode knot. Haar make up is volledig uitgewist en opnieuw aangebracht zodat ze net een ander persoon lijkt. Haar felroze wijde jurk heeft meer frutsels dan ik in mijn hele leven ooit gezien heb. Dan glijdt mijn blik naar Nina. Ze ziet me kijken en geeft me brutaal een knipoog. Als reactie lik ik met mijn tong over mijn lippen. Ik lust haar rauw. 

Jetty begint enthousiast te kwebbelen. Haar woorden stromen over ons heen als watervallen. Ik luister met één oor maar volgens mij krijg ik het belangrijkste wel mee. Er worden nog een paar dingen gereed gemaakt voor ons vertrek. Daarna stappen we in een hogesnelheidstrein die ter beschikking is gesteld door het Capitool. Tijdens de reis zullen we alvast de eerste instructies voor de Hongerspelen krijgen van onze mentor Eleanor. Van dat laatste heb ik geen hoge verwachtingen. Ik kijk al mijn hele leven naar de Spelen dus daar hoeft ze me niks over uit te leggen. Bovendien kan ik me niet voorstellen dat ze me nog nuttigere dingen kan vertellen dan mijn vader deed. Ik leun tegen de muur en wacht. Een klein poosje later worden we gelukkig opgehaald en naar het station gebracht. Ik bedenk me ineens dat ik Nina te vriend moet houden.

We moeten tenslotte nog met elkaar samenwerken tijdens de Spelen...

Just a gameWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu