Hoofdstuk 2

865 26 4
                                    

Al 2 dagen waren Wolfs en ik met de zaak bezig. Al 2 dagen kwamen we geen steek verder. Ergens zagen we iets over het hoofd. Maar waar? Ik had de hele nacht wakker gelegen en zat nu met een slaapdronken hoofd aan de ontbijttafel. Wolfs keek me onderzoekend aan. "Slecht geslapen, Eef?" Ik zuchtte. "Ja. Die zaak laat me maar niet los." Hij legde een broodje kaas op mijn bord. "We moeten die getuige vinden. Hij is niet zomaar van de aardbodem verdwenen en zijn familie houdt hem allemaal de hand boven het hoofd." Ik verslikte me half in mijn broodje. "Wolfs! Dat is het! Die man waar we gisteren waren, die Leo, die was nerveus. Té nerveus. Het zou me niets verbazen als Bram zich daar ergens schuil houdt." Wolfs knikte langzaam. "We gaan Mechels zo gelijk vragen of we een huiszoekingsbevel kunnen krijgen. Ik weet zeker dat die Bram iets met de moord te maken heeft."

Met frisse moed liepen Wolfs en ik het bureau binnen. Onze bui veranderde meteen toen we Mechels met een serieus gezicht voor haar kantoor zagen staan. Wachtend op haar mensen. Braaf gingen Wolfs en ik tussen onze collega's die er al waren staan. Ik speurde met mijn ogen de kantoortuin rond. Geen spoor van Esmee. Een onheilspellend gevoel borrelde op in mijn onderbuik. "Esmee heeft gisterenavond een gesprek met de behandelend arts van Romeo gehad." Begon Mechels toen iedereen er was. "Ik zal meteen eerlijk met jullie zijn: Romeo heeft leukemie. Verdere onderzoeken zullen moeten uitwijzen hoe zijn prognose is. Esmee heeft de rest van de week vrij gekregen om bij hem te zijn. Als ze er maandag weer is verwacht ik dat jullie haar normaal zullen behandelen. Ze wil zelf ook graag maandag weer aan het werk maar ze wil geen gevraag van iedereen hoe het met hem is. En terecht. Ze komt hier om te werken, om wat afleiding te vinden. Als we wil praten gaat ze wel naar een psycholoog." Ze was even stil om het slechte nieuws bij iedereen binnen te laten komen. "Ik zal, helaas, moeten zoeken naar iemand die hem, al dan niet tijdelijk, kan vervangen. Zodra ik hier meer over weet laat ik het jullie uiteraard weten. Jullie kunnen aan het werk." Verslagen liep ik achter Mechels aan het kantoortje in."Mevrouw Mechels heeft u nog heel even voor Wolfs en mij?" Ze knikte en wees naar de stoelen voor haar bureau. "Ga zitten." Ik haalde even diep adem. "Ik weet dat dit misschien niet het juiste moment is om er over te beginnen maar het werk gaat gewoon door en..." Ik keek vanuit mijn ooghoeken naar Wolfs. Ik durfde niet goed verder te gaan. "Wat Eef en ik willen vragen." Nam Wolfs het van me over. "Zouden wij een huiszoekingsbevel kunnen krijgen? We willen graag nog eens op de boerderij van Leo de Graaf kijken. Hij was te nerveus en wij vermoeden dat Bram zich daar schuil houdt én dat hij iets te maken heeft met de dood van Daniël." Mechels leunde achterover in haar stoel. "Ik regel het voor jullie."

Geruisloos slopen Wolfs en ik om de verlaten schuur heen. Onze pistolen voor ons uit. Ik hoorde iets en legde mijn vinger op mijn lippen. Wolfs knikte dat hij het ook had gehoord. Ik hoorde opnieuw geluid en duwde vliegensvlug de deur open. "Politie!" Daar stond Bram. Klaar om te vluchten. "Staan blijven! Handen waar ik ze kan zien!" Hij hield zijn handen strak op zijn rug. "Handen waar ik ze kan zien, Bram!" Sprak ik nu dwingender. Mijn pistool had ik op hem gericht en hij stak zijn handen langzaam in de lucht.Met een klap viel er iets op de grond. Wolfs was naar hem toe gelopen. "Handen op je rug. Je bent aangehouden op verdenking van de moord op Daniël." Hij deed de handboeien om en keek naar de plek waar net de knal vandaan was gekomen. "Eef, ik denk dat we het moordwapen hebben."

 "Dat hebben jullie goed gedaan, jongens!" Zei Mechels trots. Bram had een volledige bekentenis afgelegd en het verslag lag al kant en klaar op het bureau van Mechels. "Jullie hebben wel een uurtje eerder vrij verdient. Ik verwacht jullie morgen weer. Fijne avond." Ik liep achter Wolfs aan haar kantoortje uit. Het was nog vroeg maar er was maar 1 ding waar ik op dit moment behoefte aan had. "Wolfs?" "Mmm?" Mompelde hij vragend. "Zullen we bami halen?" Lachend schudde hij zijn hoofd. "Jij bent onverbeterlijk, bami monster! Maar vooruit, voor deze ene keer gaan wij om 4 uur bami eten. Bij jouw lievelingschinees. En ik trakteer." Ik grinnikte. "Je bent geweldig, Wolfs." "Weet ik." Glimlachte hij gespeeld arrogant. 


Speciaal voor @14bl15 hoofdstuk 2! 

OnherstelbaarWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu