Hoofdstuk 3

816 26 5
                                    

Een nieuwe werkweek was aangebroken. Ik hoopte dat die wat meer spanning met zich mee zou brengen dan de laatste 2 dagen van vorige week. Na het oplossen van de moord op Daniël hadden we geen nieuwe zaak gekregen. Na 2 dagen rapporten was ik blij dat ik weekend had en ik kan nog steeds geen rapport zien. Toen Wolfs en ik het bureau in liepen stond Mechels, voor de derde keer in een week tijd, voor haar kantoor. Maar deze keer was ze niet alleen. Er stond een man naast haar. Een man van, zo schatte ik hem in ieder geval, mijn leeftijd. Er klonk een hoop geroezemoes van mijn collega's. Mechels schraapte haar keel om de aandacht op haar te vestigen. "Dames en heren, mag ik jullie voorstellen aan jullie nieuwe collega." Ze keek naar de man, een charmante verschijning moet ik zeggen, naast zich. "Dit is Dave Visser hij gaat, zolang dat nodig is, een team vormen met Marion. Marion, kun jij hem hier een beetje wegwijs maken?" "Wil ik ook wel doen hoor." Floepte ik er, zonder dat ik er erg in had, uit. Ik zag Dave naar me glimlachen. "Nou, graag." Ik voelde de jaloerse ogen van Wolfs branden. "Niets daarvan, van Dongen." Haalde Mechels me uit mijn dagdroom. "Jij gaat met Wolfs naar mijn kantoor en wacht tot ik er ben." Ze moet gezien hebben dat ik iets wou zeggen. "En ik duld geen tegenspraak, van Dongen." Ik zuchtte en liep parmant voor Wolfs uit het kantoortje in. Wolfs smeet de deur nog net niet dicht en keek me vragend aan. "Wat had dat te betekenen, Eva? Je kleedde hem nog net niet uit met je ogen!" Ik rolde met mijn ogen. "Je bent gewoon jaloers dat ik jóu niet met mijn ogen aan het uitkleden was." Nu was het zijn beurt om met zijn ogen te rollen. "Dit gaat helemaal nergens over, Eef. Dat weet jij ook." Ik sloeg mijn armen over elkaar. "Dit gaat wel ergens over, Wolfs. Jij bent jaloers! Anders had je ook niet gevraagd wat het te betekenen had." Hij zuchtte geërgerd. "Je flirtte openlijk met hem voor het hele corps, Eva. Dat kan niet. Je bent aan het werk. Dat je hem leuk vind, prima. Maar bewaar dat dan lekker voor buiten werktijd." Ik liet me op een stoel ploffen. "Voor buiten werktijd of voor buiten jouw ogen." Wolfs ging op de andere stoel zitten. Hij wou net iets zeggen toen Mechels haar kantoor binnen kwam en tegenover ons ging zitten. "Als ik iets aan Marion vraag hou jij je er buiten, van Dongen." Kreeg ik meteen een uitbrander. "Heb je dat begrepen?" Ik knikte braaf. "Jazeker, mevrouw Mechels." Ze knikte. "Goed. Waar ik jullie voor heb geroepen; ik ben gebeld door de gevangenis waar jou broer zit, Eva." Ik schrok. "Wat is er met, Maurice?" Gaf ik haar geen kans haar verhaal af te maken. "Maurice is betrokken geweest bij een vechtpartij. Wat er precies gebeurd is en wie er schuldig is gaan jullie nu uitzoeken."

De rit naar de gevangenis verliep zwijgend. Wolfs zat zenuwachtig met zijn vingers op het stuur te tikken. Ik besloot er niets van te zeggen en zette de radio wat harder. Zijn getik bleef echter de overhand houden en ik kon me niet meer beheersen. "Kun je nu als-je-blieft ophouden met dat kinderachtige gedrag van je, Floris Wolfs!" Hij klemde zijn handen stevig om het stuur en trapte het gaspedaal harder in. "Dan zeg je niets, kleuter! Zou je gewoon in een normaal tempo verder willen rijden? Dat je boos op me bent, terwijl ik NIETS heb gedaan, betekend niet dat je me de dood in moet jagen of wel?" Hij nam een afslag en zette de auto op de parkeerplaats stil. Met het vuur in zijn ogen keek hij me aan. "Jou de dood in jagen? Nu ga je véél en véél te ver, Eva van Dongen! Volgens mij heb ik je leven al een aantal keer gered. Of niet soms?!" Ik knikte. "Dat ontken ik ook niet hoor, held! Want je viste vast naar een complimentje." Ik zag dat hij iets wou zeggen. "Rij nou maar verder. Maus heeft ons nodig. Of nou ja, hij heeft mij nodig." Hij had nog steeds zijn mond open om iets te zeggen. "Rijden, Wolfs. Alsjeblieft! Als je het niet voor mij doet, doe het dan voor Maurice. Je vriend." Dat laatste zei ik om op zijn gevoel in te spelen, ik wist hoe gek hij was op Maurice. Het hielp, hij zette de auto langzaam weer in beweging. 

OnherstelbaarWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu