Hoofdstuk 6

719 26 7
                                    

Het geluid van bestek dat over borden schraapte was het enigste geluid wat door de Ponti klonk. Zwijgend zaten Wolfs en ik tegenover elkaar. Hij ergerde zich aan mij. Ik ergerde me aan hem. Ik was de eerste die de stilte, die al de hele middag duurde, niet meer kon verdragen. "Wat had dat in hemelsnaam te betekenen? Waarom prees je me zo de hemel in bij Dave? We hadden knallende ruzie." Hij fronste zijn wenkbrauwen. "Ja? Dús? Omdat wij ruzie hebben, al noem ik het eerder een verschil van mening, mag ik niet zeggen dat ik een geweldige partner heb? Dat ik blij ben met mijn partner? Moet ik dan, omdat we 'ruzie' hebben, liegen en zeggen dat je een vervelende partner bent? De slechtste die ik ooit gehad heb? Had je dat dan gewild?" Ik schudde mijn hoofd. "Nou dan!" Ging hij verder. "Ik heb geen woord gelogen van wat ik zei, Eef. En of je het nu gelooft of niet boeit me niet zo, maar ik ben blij met jou als mijn partner. Dankbaar. En dat heeft niets te maken met het feit dat ik verliefd op je ben. Ik kan werk en privé namelijk héél erg goed gescheiden houden." Hij schoof zijn stoel naar achteren en smeet zijn bord en bestek in de vaatwasser. "Ik ga slapen." Hij liep de trap op en ik zuchtte. Fijn! We gaan elkaar gezellig de hele avond ontlopen! Ik ruimde mijn eigen spullen op en liep, zonder na te denken, de badkamer in. Daar stond Wolfs met een ontbloot bovenlijf. Kut! Je had kunnen weten dat hij niet in 2 minuten in bed lag, Eva! Mijn ogen scanden, onbewust, zijn lichaam. Ze gingen van boven naar beneden en weer terug. Bij zijn ogen bleef ik hangen. Ze hielden me gevangen, zoals ze me al eerder gevangen hadden gehouden. Je moet nu omdraaien en weglopen, Eva. In slowmotion zag ik hem dichterbij komen. Zo dichtbij dat ik zijn adem zachtjes in mijn gezicht voelde blazen. Ga dan weg, Eva! Ik zag hem nog dichterbij komen en in plaats van weg te rennen sloot ik mijn ogen. Toen zijn lippen zachtjes de mijne raakten was ik verdoofd. Toen ik mezelf weer met beide benen op de grond had gezet sloeg ik hem hard in zijn gezicht. "Hoe haal je het in je hoofd om misbruik van me te maken?! Je bent echt een klootzak, Wolfs! Ik voel niets voor je! Accepteer dat!" Ik moet hem behoorlijk hard geraakt hebben, hij legde zijn hand op zijn wang en ik zag hem op zijn lip bijten. Ik zag dat hij iets wou zeggen en vluchtte de badkamer uit. Met een knal smeet ik de deur dicht en rende naar mijn kamer. Het was pas half 7. Ik had nog geen zin om te gaan slapen maar ik had ook geen zin om nog van mijn kamer af te komen. Ik trok snel het oude overhemd van Frank, waar ik in sliep, aan en liet me op mijn bed vallen. Mijn tic was, als ik een voor mij 'vervelende' emotie voelde, met de trouwringen, van Frank en mij, om mijn vinger te spelen. Zo nu ook. Ik voelde een koude rilling en voelde inééns heel erg de nabijheid van Frank. Alsof hij mij vanaf het voeteneinde van mijn bed zat te bespioneren. Ik stond op van mijn bed en toverde een doos uit mijn kast tevoorschijn. Ik haalde er het fotoboek uit met trouwfoto's van Frank en mij. Ik ging in kleermakerszit op mijn bed zitten en legde het fotoalbum op mijn schoot. De dikke laag stof verraadde dat ik hem al jaren niet had bekeken. Zachtjes blies ik het stof weg en sloeg hem open. De eerste foto bezorgde me meteen een flashback. 'Ik ben net een marshmallow.' 'Je bent prachtig.'  Ik schudde mijn hoofd om uit mijn flashback te komen. Die man is ook overal! Ik sloeg een zucht en sloeg de bladzijde om. Op alle foto's zag ik Frank langzaam veranderen in Wolfs. Langzaam voelde ik een traan over mijn wang glijden. Ik verstijfde toen ik een hand op mijn schouder leek te voelen. 'Wolfs houdt van je. Net zoals jij van hem houdt' Klonk de stem van Frank in mijn oor. Ik schudde opnieuw mijn hoofd. Dit was onmogelijk. Met een klap sloeg ik het album dicht en borg hem weer veilig op. Ik pakte de afstandsbediening en begon doelloos te zappen. Er was geen enkel programma wat me zo kon boeien dat ik verder wou kijken. Ik zette de televisie weer uit en smeet de afstandsbediening naast me neer. Een poging een spelletje op mijn telefoon te spelen mislukte grandioos omdat ik alleen maar dood ging. Vele vloekwoorden later besloot ik het op te geven en het nieuws te lezen. Hij stond al 5 minuten op de privé pagina van de Telegraaf maar ik had nog geen letter gelezen. Ik deed mijn telefoon aan de lader en opende geruisloos de deur van mijn kamer. Ik wou Wolfs niet meer tegen het lijf lopen. De gang was verlaten en ik poetste als de wiedeweerga mijn tanden. Ik kroop diep onder de dekens en ondanks dat het nog zo vroeg was viel ik, toen mijn hoofd het kussen raakte, meteen in een hele diepe slaap.

"Jezus, Wolfs. Wat is er met jou gebeurd?" Bekeek Mechels bezorgd de enorme blauwe plek op de wang van Wolfs. Ik hield mijn hart vast voor zijn antwoord. De waarheid zou me duur kunnen komen te staan. Zou me, in het ergste geval, zelfs mijn baan kunnen kosten. "Ik was gisteren met wat vrienden naar het café gegaan, te diep in het glaasje gekeken en ben toen tegen een lantaarnpaal gelopen." Hij moet gezien hebben dat Mechels iets wou zeggen. 'Heeft u een zaak voor ons?" Ze schudde haar hoofd. "Jullie zullen het met bureauwerk moeten doen. Als ik iets voor jullie heb zijn jullie de eerste die het horen. En nu aan het werk." Zei ze met een glimlach. Ik volgde Wolfs het kantoor uit. "Het is goed bedoeld maar het hoeft niet." Fluisterde ik zo zacht dat alleen hij het kon horen. "Wat niet?" Keek hij me vragend aan. Ik zuchtte. "Mij dekken. Dat hoeft niet." Hij schonk me een glimlach. "Wij zijn partners, Eef." En zonder mij de kans te geven te antwoorden liep hij naar de automaat en zette een beker met mijn favoriete goedje bij me neer. Ik glimlachte dankbaar naar hem. Hoe kon hij zo lief voor me blijven? Ik was te ver gegaan. Veel te ver. Langzaam liep er een traan over mijn wang.



Laat me weten wat jullie van dit hoofdstuk vonden! Ben heel benieuwd! Dit was best een lastig deel om te schrijven en twijfel of het begrijpbaar over komt. Oké dit klinkt ook vaag maar het is al laat zullen we maar zeggen. 

OnherstelbaarWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu