Verwarring

114 5 2
                                    

De bel ging af, ik voelde de adrenaline door mijn lichaam suizen. Ik keek naar mijn horloge, nog een minu-. "Hé, kijk uit gast", in alle haast was ik tegen iemand aangelopen. Hij kwam dreigend op me aflopen. Ik kon zijn gezicht nu goed zien, zijn lichtblonde haar, het was kort van links naar rechts gekamd en het eindigde in een soort achterovergekamde kuif. Daarna zag ik zijn ogen,het waren van die ogen waar je jezelf uren in kon verliezen, van die ogen die wanneer ze je eenmaal hadden opgezogen, nooit meer los lieten, ze waren een prachtig diepblauwe kleur. Zijn wangen waren lichtroze misschien bloosde hij wel een beetje. Ik kon me al indenken hij de kuiltjes in zijn wangen eruit zien als hij lacht. Ik zag hoe het gouden licht zijn gelaatstrekken streelden alsof zijn huid zo zacht was als zijde. Ik was bezig met het volgen van zijn jukbeenderen toen ik ineens terug werd gesleurd naar de werkelijkheid, Ik voelde mijn hart nog steeds versneld kloppen. Ik stond met mijn rug tegen een kluisje. Naast me zag ik een arm, ik volgde de arm terug naar een jongen. Ik schrok. Ik nogmaals snel naar zijn gezicht, maar deze keer was het anders. Ik zag zijn geïrriteerde uitdrukking. Ineens realiseerde ik me dat ik net tegen iemand aan was gelopen. "Ben je wakker?! Hoorde je niet wat ik net zei! Opletten!" Ik excuseerde me gehaast en ging naar de les.

Gedurende de rest van de dag kon ik me niet concentreren, mijn gedachten schoten de hele tijd terug naar de gebeurtenissen van vanochtend. Waarom begon ik te dagdromen? Waarom sloeg mijn hart op hol? Ik was al enkele minuten in mijn gedachten verzonken toen iets mij terug zoog "Aiden opletten!" Dat was mijn Biologiedocente, heel erg aardig maar ze is niet bang om haar tanden te ontbloten als je niet oplet. En zo ging het de hele dag door. Alles deed me aan mijn ontmoeting met deze mysterieuze persoon denken, bij Engels vlogen mijn gedachten van de stijlfiguren in de gedichten van Lord Byron terug naar mijn excuses, had ik het niet beter kunnen zeggen? Had ik het niet kunnen verbloemen? Het kostte keer op keer meer moeite om niet afgeleid te raken. Ik begon expres op andere dingen te letten, ik keek naar Alyss. Alyss was ooit mijn vriendin, onze relatie duurde twee jaar en ging overwegen goed. Alles was redelijk normaal, we gingen vaak lunchen we deden bijna alles samen, maar dat was het. Misschien heeft ze het daarom wel uitgemaakt dacht ik bij mezelf. Ja, aan haar denken zou helpen. Dan zou ik dit misverstand achter me kunnen laten. Voor ik het wist stond ik voor haar neus, ik moet echt beter nadenken. "Wilde je iets vragen Aiden?" vroeg Alyss met een iets te lieve stem. "Nee, Nee sorry ik ben het vergeten. Laat maar." In plaats daarvan liep ik naar Amy, zij was een van mijn beste vrienden. Ik moest mezelf afleiden dus besloot ik om na school met haar te gaan lunchen. Ik vertelde haar normaal gesproken alles, maar dit keer twijfelde ik. Misschien was het beter om uit te vogelen wat er nou precies was gebeurd, voordat ik alles vertelde. Snel besloten vond ik Ik vertelde haar wel dat ik tegen iemand was aangelopen, maar de rest hield ik voor mezelf. En zo gingen er nog een paar saaie schooldagen voorbij, ik interesseerde me niet veel meer in school, een bijproduct van slim en lui tegelijk zijn denk ik. Ik dacht graag aan andere dingen, ik wilde late immers films gaan maken, of ja schrijven. Ik wilde de levens van mensen beïnvloeden. Ondertussen probeerde ik Ethan zo veel mogelijk te ontwijken, ik wist inmiddels zijn naam. Ik zou nog een keer mijn excuses aanbieden. Ik dacht wederom dat ik alles achter me had gelaten, maar Amy kende me al langer dan vandaag. Ze wist dat ik niet helemaal eerlijk was. Ik had me voorgenomen om na mijn laatste uur mijn excuses aan te bieden aan Ethan. Ik sukkelde zoals gewoonlijk de dag door, regelmatig verzonken in mijn gedachten.

Ethan! "Wat moet je?" Ik wilde me nog een keer verontschuldigen voor vanochtend, zullen we anders vanmiddag bij mij afspreken, dan kan ik het goedmaken. "Ja hoor is goed, wat wil je gaan doen?" Kon ik dan ook niks? Had ik niet even kunnen nadenken en iets verzinnen voordat ik op hem afstapte? Zo ondoordacht als ik was reageerde ik met "dat weet ik niet, zien we dan wel." ik dacht dat ik mezelf weer netjes had gered. "Hoe laat?" vroeg hij. Ik vervloekte mezelf binnensmonds voor mijn onvoorbereide acties. Om 3 uur was ik uit, dan had ik nog eventjes nodig om mezelf op te frissen, en daarna zou het wel lukken. "Kwart voor 4?" vroeg ik. "Graag maar dan ben ik nog niet uit, kwart over 4 kan wel." "Oké afgesproken!" ik was door het oog van de naald gekropen.

Na de RegenboogWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu