Roamer 3.

5 1 0
                                    

Tegen mijn wil in was ik opeens het middelpunt van iedereens aandacht. Jace was de eerste die wat zei. ''Hé, rovertje, ben je een beetje uitgerust?'' Ik wilde een scherpe reactie terug geven maar de hoeveelheid van ogen op mij gericht weerhield me van spreken. ''Ze is haar tong verloren denk ik.'' zei de jongen die ook aan het sleutelen was aan de auto, hij draaide zich om en ging verder aan de auto. Mijn ogen volgden scherp zijn handelingen. ''Hé, rovertje?'' Jace  richtte zich weer op mij. Hij wilde verder gaan met praten toen Emily opeens kwam aan rennen. ''Daar ben je!'' Ze gooide haar haar weer in model, na het rennen. ''Ik stond daar met Mina te praten en opeens was je weg? Ik dacht meteen, die is weggerend. Maar ik snap dat je hier bent gestand. Je overleef instincten hé.'' zei ze ogend naar Jace. Voordat ik weer wat kon zeggen ging ze verder. Smekend keek ik naar de jongen met de blauwe ogen. Gelukkig snapte hij mijn hint. Als ik nog veel langer naar haar zou moeten luisteren, scheur ik denk ik de oren van mijn hoofd. ''Emily, Em!'' Ze keek verschrikt op van haar verhaal. ''Dankjewel Em, ik zal haar wel meenemen naar Jacob zodat ze weer even kennis kunnen maken.'' Nog steeds lichtelijk semi beledigt wuifde ze ons weg en liep ze weer naar de stallen om meteen weer in gesprek te gaan met iemand anders. ''Jacob dus, hij was erbij toen, toch?'' zei ik toen ze weg was. Miké begon te lopen in de richting van het woonhuis. ''Zo, ze kan dus toch praten.'' hij keek om en zag de moordende blik in mijn ogen. ''Oké, euhm ja, Jacob was er ook bij, hij wilde je eigenlijk meteen spreken als je wakker werd, maar daar had, zoals je denk ik wel gemerkt had, Emily een stokje voor gestoken.'' Ik mopperde instemmend. ''Jacob is bezig met de schutters, ik denk dat je al gemerkt hebt dat enkele van ons bogen over beschikken.'' Ik antwoorde met een ''Yup''. Hij stopte met praten en er viel een stilte. Voor mij geen probleem, maar aan zijn houding te zien voor hem véél te ongemakkelijk. Wat is het toch leuk om mensen te lezen. Ik liep de stilte nog even aan houden voor ik zei; ''Wat ben jij eigenlijk van Jacob?'' Hij keek me even nietszeggend aan. ''Je bedoelt of ik familie ben of zoiets?'' Ik knikte. ''Ik ben zijn neef, deze boerderij was van hem en mijn vader.'' Oeh, een gevoelig onderwerp zo te horen. Ik antwoorde dus gewoon met een ''oké''. We waren ondertussen aangekomen bij het woonhuis en liepen meteen naar de achterkant. Daar stonden vier a vijf man op een rij met allen een boog in hun hand. verderop op het grasveld achter het huis, stond een pak, met hierop zo'n papieren schietschijf. Ik keek hoe ze stuk voor stuk hun drie pijlen afschoten. Terwijl Miké naar Jacob liep. Met mijn handen op mijn rug gevouwen hield ik alles scherp in de gaten, zoals altijd. Ik hoorde ze praten over het voorval van een dag geleden en dat Jacob even apart met ons, maar eigenlijk mij, wilde praten. Onbewust had ik Miké al als betrouwbaar beschouwd, dit merkte ik nu pas. ''Rovertje.'' Jace riep naar me. Nog steeds nadenkend liep ik hun kant op. Meteen stak ik mijn hand uit naar Jacob. ''De naam is Zwarts, Lace Zwarts.'' hij keek goedkeurend Jace's kant op. Die keek een beetje beschaamd. ''Jacob Van tobben, aangenaam.'' Hij gebaarde naar de achterdeur. ''Mag ik je binnen even uitnodigen?'' Ik knikte. Hij ging ons voor het huis in en bracht ons naar de woonkamer. Het zonlicht scheen door de ramen naar binnen en gaf een warm gevoel aan de ruimte. Ze maakte het zich gemakkelijk op de bank, ik volgde hun voorbeeld door op een stoel te gaan zitten. ''Lace'' zei Jacob. ''Is dat een afkorting van iets? of gewoon Lace?'' Ik kuchte even, voor ik verder ging. ''Het is een afkorting ja, van Lovelace. Mijn moeder hield van oude kasteel romans weer je.'' Jace lachte. En Jacob ging verder. ''Dat is wel een naam die niet veel voorkomt. En een erg mooie naam.'' Ik knikte een bedankje. ''Maar waarom ik je eigenlijk wil spreken is niet puur beleefdheden. Daar waar we je hebben gevonden was een erg benarde situatie, hoe ben je daar terecht gekomen?'' Opeens leek opgescheepte te zitten met Emily een veel leuker idee. Buiten liep het meisje met de bruine merrie. ''Ik begrijp dat je er niet over wilt praten, kan je in ieder geval vertellen hoelang was je eigenlijk in hun, hoe zou ik het noemen? Gezelschap?'' Ik scheurde mijn blik los van het erf. ''Vier dagen, ik zat er vier dagen.'' Hij wees naar mijn arm. ''Hoe ben je zo gewond geraakt?'' Ik grinnikte. ''Dat kun je beter aan die daar vragen.'' Niets begrijpend keek hij naar Jace, die vol overgaven zijn handen in de lucht stak. ''Ik kon er niks aan doen dat ze zo schrok van die vogel. Dat ze zich daardoor openhaalde aan het metaal was niet mijn schuld.'' Triomfantelijk vouwde hij zijn armen over elkaar. Jacob knikte alleen maar. ''Zeg eens Lace, hoelang zwerf je al rond?'' Waarom vraag je dat? Ik heb toch niks misdaan en het is ook niet dat ik hier blijf... Geïrriteerd richtte ik mijn aandacht weer op het erf. ''Lace, ik wil je niks opdringen maar ik wil gewoon wat dingen van je weten.'' Schijnbaar had ik hardop gedacht, want Jace kwam tussen ons. ''Je blijft niet?'' Ik zuchtte. ''Nee, ik waardeer jullie goede zorgen en het feit dat jullie me daar niet hebben laten zitten. Maar ik ben niet geschapen voor commune. Ik wil graag mijn mes weer terug, zodat ik weer op pad kan.'' Jacob ging achteruit zitten. ''Ik snap je heel goed,'' Ik rolde met mijn ogen. ''Maar ik zou willen vragen of je toch nog even wilde blijven, nog twee dagen misschien. Even bijkomen nog, je arm moet verzorgt worden, daarna ben je vrij om opnieuw te kiezen.'' Toen hij geen antwoord kreeg ging hij verder. ''Wat vind je daar van? Hé, Lace?'' Hij vroeg het zo poeslief dat ik helemaal geïrriteerd werd. ''Ik ben geen straatkatje die je in huis kan nemen! Ik geef je aan dat dit niks voor mij is, dit sla je volkomen in de wind en dan probeer je me ook nog eens te vleien met je lieve stemmetje.'' Miké stond op, om me te sussen. Ik sloeg zijn handen weg en draaide me om richting de achter deur. ''Lovelace!'' riep Jacob. Door de woede in zijn toon bleef ik abrupt staan. ''Ik ben me er goed van bewust geen straatkat maar een wilde wolf in huis te hebben gehaald, maar als er iets is dat wij hier doen is iedereen de kans geven hier te kunnen blijven.'' hij ging verder in een lichtere toon. ''Mensen zijn schaars weet je, we zijn al met niet zo veel, ik wilde je een verblijfplaats aanbieden. Dat is alles.'' Ik draaide me weer om, Jace leek hierdoor opgelucht. Ik richtte me weer op Jacob. ''De enige manier waarop ik hier nog twee dagen zal verblijven is vastgebonden in een kooi.'' Met die woorden liep ik linearecta naar buiten en met oogkappen op naar de ruimte waar ik die ochtend wakker werd.

"Jeej!! Een spannend derde deel. Vier komt eraan!"

X~

The flowers died on Monday- Verhalen Bundel🍃Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu