Op mijn tweede dag dwaalde ik nog steeds door hetzelfde bos. Sinds ik die ochtend ontwaakt was, liet ik me niet meer doen door mijn angsten. Niet omdat ik niet meer bang was en niet omdat ik sterker was geworden maar gewoon omdat ik zo uitgeput was. Mijn lichaam kon de energie niet meer vinden om verder te panikeren. Al sinds ik voor het eerst op deze planeet was wakker geworden, had ik me uitzonderlijk moe gevoeld. Die nacht vol gruwelen had het alleen maar erger gemaakt. Ik was traag. Ik was verward. Ik sleepte mezelf voort door het bos. Ik was langzaam gek aan het worden.
Terwijl ik de vorige dag nog steeds wist in welke richting het strand lag, was ik nu volledig de weg kwijt. Tot in de late avond panikeren en zonder na te denken door het bos rennen was geen goed idee geweest. Wat stom van me. Ik vroeg me af wat iemand anders in mijn plaats zou hebben gedaan. Misschien had iemand anders direct begrepen waar hij was en wat er aan de hand was. Misschien zou iemand anders minder bang zijn geweest. Een echte astronaut zou hier waarschijnlijk veel minder moeite mee hebben dan een domme misplaatste tiener zoals ik. Misschien was ik wel van alle mensen de meest ongeschikte persoon om verzeild te geraken op een buitenaardse planeet. Deze gedachte werd versterkt door het belachelijke probleem waar ik op dat moment mee zat. Want hoewel ik doodsbang bleek te zijn van buitenaardse wezens, terwijl ik verdwaald was op een buitenaardse planeet en ik waarschijnlijk nooit meer mijn weg terug naar huis zou vinden, was mijn grootste zorg op dat moment dat ik nergens een toilet zou vinden.
Ja, een toilet. Ik had gisteren niet kunnen gaan. Ik had 's nachts niet kunnen gaan. Ik was nu nog steeds niet gegaan. Onbewust had ik gewacht tot als ik wat minder aan mijn hoofd had om me dan pas te focussen op dit banale probleem, maar de grotere problemen waren niet weggegaan en nu had ik te lang gewacht. Nu moest ik wel gaan.
En ja, ik was in een bos. Wat klinkt alsof er ruimte genoeg was om mijn behoefte te doen. Maar het was niet zoals op aarde. Het was geen bos! Het was iets dat ik zou beschrijven als een bos, maar het was niet echt een bos. Niet zoals ik het kende toch. Misschien was het wel een bos, maar het voelde zeker niet aan als een natuurlijk bos. Hier voelde ik me niet eens alsof ik buiten was. Ik ademde geen vertrouwde boslucht in en alles rondom me had de gekste kleuren en zag er enorm onnatuurlijk uit. Het hele bos had evengoed van plastiek gemaakt kunnen zijn. Om hier zomaar mijn behoefte te doen zou even raar voelen als ik het binnenshuis midden op de vloer deed. Of als ik het middenin een vreemde moderne kunstinstallatie deed. Dat was hoe dit bos aanvoelde voor mij: Als de grootste kunstinstallatie ooit, gecreëerd door de raarste artistieke zot op aarde.
Wat doen astronauten als ze naar toilet moeten terwijl ze op verkenning zijn? Ik dacht terug aan al die domme sciencefiction-onzin die ik zo vaak op televisie gezien had. Over de uitdagingen die de helden tegenkwamen op vreemde planeten. Ik herinnerde me monsters, robots, vulkanen en ijs-stormen, maar nog nooit was het voor hen een probleem geweest dat de planeet geen publieke toiletten had. Misschien waren ze gewoon nooit lang genoeg verdwaald op een buitenaardse planeet en konden ze altijd wel wachten? Misschien konden ze op elk moment naar toilet gaan in die hoogtechnologische ruimtepakken die ze droegen en deden ze het eigenlijk constant terwijl ze hun stunts deden? Of misschien hadden de schrijvers van die verhalen daar nooit zo grondig over moeten nadenken als ik. Misschien leven al die personages wel in een geweldig universum waar niemand ooit naar toilet moet, maar in dat universum leef ik niet. Heb ik weer voor.
Zou het eigenlijk wel verteren op een buitenaardse planeet? vroeg ik me plots ook af. Gaat wat ik hier achterlaat, hier voor altijd blijven liggen? Hoe verteert zoiets? Ik had nooit veel interesse gehad in biologie en dat soort dingen en ik wist er dus niet veel van af. Zijn het bacteriën die zo'n afval doen verdwijnen? Zijn er bacteriën op deze planeet? Het moest wel bacteriën hebben, toch? Op Aarde zijn de bacteriën overal te vinden. Als deze planeet grote buitenaardse wezens had, dan zou het toch ook microscopische buitenaardse levensvormen moeten hebben? Zou een buitenaardse microbe weten wat doen met een mensendrol? En kunnen die buitenaardse microben me ziek maken net als de microben op aarde? En wat als ik zelf ziektekiemen bij me heb? Kan ik de buitenaardse wezens ziek maken? Was er niet een sciencefictionverhaal dat zo eindigde? Iets over een invasie van buitenaardse wezens die plots eindigde omdat de buitenaardse wezens ziek werden op Aarde? Ga ik hier ziek worden? Als een buitenaards monster me niet vindt en opeet, ga ik dan gewoon neervallen omdat miljoenen buitenaardse microben me van binnenuit vernietigen? Plots besefte ik ook dat microben op het einde van een hele lange lijst vol andere gevaren stonden waar ik nog niet aan gedacht had. Wat als er geen zuurstof was geweest op deze planeet? Wat als de lucht giftig was geweest? Wat als deze hele boel radioactief was geweest? Ik had eigenlijk nooit zomaar dat ruimtepak mogen uitdoen. Toeval was de enigste reden waarom ik nog leefde.
JE LEEST
Buitenoords (geschrapt)
Ciencia FicciónEen verloren ziel belandt op een onbekende planeet waar de mens nog nooit heeft voet gezet. Hij probeert zijn weg terug te vinden naar huis, maar niet zonder de aandacht te trekken van de eigenaardige inwoners van dit nieuwe vreemde oord. Dit is het...