Het was groot, hoog en overduidelijk artificieel. Een indrukwekkende slanke toren van een onbekend beige materiaal dat over het bos uittorende. De kop van de toren had grote wieken die ronddraaiden. Bij elke omwenteling zoemde het. Het zag er net uit als een windturbine op Aarde, enkel waren ze hoger en waren de wieken anders gericht. Deze schoepenwieken draaiden horizontaal waardoor het hele ding de vorm had van een gekke paddenstoel.
Het moet wel een windturbine zijn. Dacht ik. Wat anders zouden grote wieken op een lange paal kunnen betekenen?
Het zou toch zeker niet uit zichzelf zo draaien? Ik kon het mij niet voorstellen. Het moest wel ontworpen zijn om de wind op te vangen. Waarschijnlijk zodat er dan elektriciteit gegenereerd kon worden. Of misschien diende het voor nog iets anders? Misschien was het gewoon een windmolen. Stel je voor dat het gewoon graan aan het malen was. Ik moest lachen bij die gedachte. Buitenaardse wezens die gewoon graan wilden malen, zodat ze later brood konden bakken. Buitenaardse wezens die brood eten. Misschien eten ze ook graag choco op hun boterham.
Ik had honger.
Nu ik dit ding had opgemerkt, speurde ik de lucht verder af en ja hoor: Ik vond nog twee andere windturbines die ik al voorbij was gelopen. Zij stonden iets verder van het kanaal af waardoor ik ze niet gehoord had, maar ze waren ook duidelijk zichtbaar als ik over het bladerdak van het bos keek. Ik was heel nieuwsgierig om te weten of de torens echt elektriciteit maakten zoals ik dacht. Om dat te weten te komen moest ik er ééntje van dichtbij bekijken, dus ik ging het oranje struikgewas weer in. Ik keek omhoog door het bladerdak naar de draaiende wieken van de dichtstbijzijnde toren en vond zo mijn weg naar de voet van de constructie.
Het stond middenin een open plek in het bos. Ik vroeg me af wat hier eerst was geweest. Was er hier altijd al een open plek geweest waar de buitenaardsen dan besloten een toren te bouwen? Of stonden hier eerst ook bomen, die dan werden weggeruimd voor de constructie van dit ding? Ik merkte ook dat hier minder struiken en ander onhandige gewassen groeiden. Ik kreeg het gevoel dat het bos rondom deze toren opzettelijk toegankelijker gemaakt was dan de wildernis waar ik vandaan was gekomen.
De voet van de toren was dikker dan de rest van de constructie en stulpte uit. Alsof het twee aparte gebouwen waren die in elkaar gesmolten waren. De voet was praktisch zelf een klein gebouwtje. Ik liep er rondom. Ik zag geen ramen of deuren, maar aan één zijde werd de beige muur plots doorzichtig. Binnenin zag ik verschillende machinale componenten op en neer bewegen. Ze maakten nogal een kletterend lawaai. Ik stapte tot aan de wand en tokkelde er tegen. Ik had verwacht dat het zoals glas zou klinken, maar het was een doffer en zachter geluid. Ik voelde aan de muur. Dit was geen glas. Het leek meer op hard plastiek. Ik duwde tegen de muur en de muur bewoog mee. Het was elastisch. Uit nieuwsgierigheid duwde ik er zo hard tegen als ik kon. Ik drukte de muur wel zeker een meter in waardoor de binnenwand bijna tegen de bewegende metalen onderdelen binnenin botste. Ik liet het los en het bewoog langzaam terug. Het was absurd. Ik liep naar de andere kant van het gebouw en duwde tegen een niet-doorzichtige wand. Aan deze kant voelde het als hout aan en het materiaal boog niet. Hoe dat die twee materialen in elkaar konden overvloeiden, was een mysterie voor mij. Misschien zou een architect deze informatie heel nuttig vinden maar als de verdwaalde simpele idioot die ik was, leerde ik er niets uit.
Ik ging terug naar de doorzichtige wand en keek naar binnen. Ik zag metalen wielen ronddraaien. Ik zag metalen armen die op en neer bewogen. Ik zag gespannen kabels die het plafond in gingen en omhoog en omlaag getrokken werden. Dit zou waarschijnlijk uiterst interessant zijn geweest voor een ingenieur, voor een mechanieker, een wetenschapper of een elektricien. Maar ik had geen idee waar ik naar aan het kijken was. Yup, dacht ik, dat zijn inderdaad machines die volop machine-dingen aan het doen zijn. Ik zag nergens graan of bloem dus ik kwam wel tot de conclusie dat de buitenaardse wezens hiermee geen brood maakten. Zoals voorspeld. Ik hing daar nog een tijdje rond en ik bekeek elke hoek van de toren maar op een zeker moment moest ik toegeven dat ik hier niets nuttig uit leerde en dat ik beter terug ging naar het kanaal om mijn tocht verder te zetten.
Wat ben ik toch dom. Dacht ik. Wat ben ik toch absoluut nutteloos. Te denken dat de mens zoveel verschillende dingen heeft uitgevonden zoals elektriciteit, auto's en blijkbaar ruimteschepen, maar dat ik er helemaal niets van af weet. Als ik ooit in een gesprek terecht kom met één van de buitenaardse wezens hier, zou die snel denken dat ik ongelooflijk dom ben. Ik begrijp niet hoe elektriciteit opgewekt wordt ook al heb ik het elke dag van mijn leven op Aarde gebruikt. Ik kan niet eens eten voor mezelf vinden zonder een supermarkt in mijn buurt. Ik zou er waarschijnlijk niet eens in slagen om een vuurtje te maken hier, maar ik ben zo dom dat ik het zelfs nog niet geprobeerd heb. En als de buitenaardse wezens me zouden vragen hoe ik op hun planeet ben terecht gekomen, zou ik het antwoord niet eens weten! De buitenaardse wezens zouden waarschijnlijk niet eens geloven dat ik van een andere planeet ben, want ik ben niet verstandig genoeg om van een andere planeet te komen.
Ik kwam weer bij het water aan en wandelde daar verder. Ik bleef nog voor een lange tijd de waterstroom volgen. Stroomopwaarts. Rondom mij zag ik steeds meer van die windmolens in het landschap verschijnen. Toen ik op een zeker moment weer naar het kanaal keek, merkte ik dat het water nu plots de andere kant uit stroomde. Vreemd. Ik was zeker dat het eerst in de andere richting stroomde, dat kon ik voelen toen ik er in zwom, maar nu was het duidelijk van richting veranderd. Misschien hadden de getijden invloed op het kanaal? Als deze planeet ten minste getijden had. Waarom heeft de Aarde getijden? Ik wist het niet echt, maar het had iets met de maan te maken toch? Had deze planeet een maan? Ik had nog niets in de lucht opgemerkt dat een maan kon zijn. Ook 's nachts niet.
Na een tijdje zag ik dat het kanaal zich in de verte splitste. Aan de horizon kreeg het een aftakking naar rechts, die terug het dichte bos in leidde. Ik zou moeten kiezen welke stroom ik zou volgen. Dan hoorde ik een nieuw geluid. Een gezoem, maar het klonk anders dan de windturbines. Ik keek om me heen op zoek naar het geluid, maar ik zag niets. Toch klonk het alsof het luider werd. Het geronk kwam dichterbij. Ik stond stil. Het geluid bleef dichterbij komen. Het klonk alsof het van achter mij kwam, maar daar was niets. Heel eventjes stond ik daar in het rond te kijken, maar dan begreep ik plots waar het geluid vandaan kwam. Het kanaal! Ik zag een rimpeling over het water bewegen. Ik zag een grote beige vorm die onder het wateroppervlakte bewoog. Het vertroebelde beeld van een driewielige machine. Toen herinnerde ik me de duikende voertuigen die ik op het strand gezien had. Natuurlijk! Het kanaal is zoals een straat. Ik sprong weg, in de hoop dat de bestuurders van het voertuig me niet hadden zien lopen op het land. Het ding kwam zoemend voorbij en gleed verder onderwater naar de splitsing in de verte. Daar sloeg het rechts af. Ik aarzelde even, maar liep er dan achterna.
Ik volgde de waterstroom het bos in. De machine zag ik niet meer. Ik hoorde het gezoem in de verte wegsterven, maar er zaten nog steeds golven in het water; een teken dat de machine hier langs was gekomen. Het water was hier minder helder. Veel bladeren en takken dreven er op. Na enkele minuten kwam ik het voertuig weer tegen. Het kanaal was hier tot een einde gekomen. Het werd geleidelijk aan ondieper en het was duidelijk dat het voertuig hier gemakkelijk uit het water kon rijden. Het natte ding stond nu op het einde van het kanaal op het land geparkeerd. Het bewoog niet meer. Het stond stil. Het drupte alleen nog maar. Door de venster-achtige materialen kon ik zien dat de machine geen bestuurders meer had. Maar het voertuig was niet het enigste dat ik zag, want achter het voertuig stond een gebouw. Dit was geen windturbine. Het was een lagere, maar bredere constructie met verschillende deuren, ramen en kamers. Het leek wel op een woning. De buitenaardsen die het voertuig naar hier gereden hadden, woonden hier waarschijnlijk.
En ik stond op hun oprit.
JE LEEST
Buitenoords (geschrapt)
Ficção CientíficaEen verloren ziel belandt op een onbekende planeet waar de mens nog nooit heeft voet gezet. Hij probeert zijn weg terug te vinden naar huis, maar niet zonder de aandacht te trekken van de eigenaardige inwoners van dit nieuwe vreemde oord. Dit is het...