Oké, misschien werd het ook een beetje tijd dat ik mijn tweede boek van Hunger Games High zou maken. Ik moet mezelf nog een beetje ontdekken, merk ik, maar daardoor push ik alle leuke dingen weg. Iemand had een geweldig goede titel voor dit boek, maar ik kan de titel nergens meer vinden. Daarom heb ik nu gekozen voor de titel van een f*ck*ng mooi liedje met een ziek zielige filmpje (staat in de video hiernaast, ik heb hem toevallig net gevonden :) ). Dit verhaal zal geen snelle update hebben, het heeft dezelfde regel als bij alle anderen. ALLEEN als ik inspiratie kan vinden.
En oh ja, dit is de proloog (er stond eerst epiloog, nou, laten we dat nog niet doen) van het nieuwe boek, haha :)
-------------------------------------------
''Daar zijn jullie!''
Zelfs door de dichte deur van de auto valt het gegil van Annie te horen. Ze laat de hand van Finnick los en rent naar de auto die Peeta net geparkeerd heeft. Ze rukt de deur aan mijn kant open en sleurt me al naar buiten voordat ik mijn gordel los kan klikken.
''We stonden hier al zeker een minuut of tien! Waarom duurde het zo lang?'' zegt ze terwijl ze me dicht tegen zich aan drukt. Stiekem pak ik mijn telefoon en kijk naar de tijd. We zijn precies drie minuten te laat.
''Annie, dat heb je deels aan jezelf te danken. Het is ontzettend vroeg,'' kreun ik met een brede glimlach. Achter me klinkt de o zo bekende lach van Johanna.
''Ik wist dat ze gehecht raakte aan vrienden, maar dit is toch zeker het toppunt,'' zegt ze, nog steeds lachend van de scène voor haar neus. Dit keer lachen Finnick en Peeta ook mee. Ik maak me los van Annie's omhelzing en loop naar Johanna toe. We geven elkaar snel en knuffel, meer hebben Johanna en ik niet nodig. We zijn er beiden niet 100% comfortabel bij. Daarna voeg ik me weer aan Peeta's zij.
''En, hoe was de huwelijksreis?'' vraagt Johanna terwijl ze tegen het muurtje achter haar leunt. Een brede glimlach vormt zich op Finnick's gezicht. Hij pakt Annie bij haar middel en trekt haar nog dichter tegen hem aan. Annie daarentegen duwt hem lichtjes weg.
''Het was leuk, een week met z'n tweëen is sowieso nooit verkeerd,'' antwoord ze met een glimlach. Op dat moment klinkt er getoeter achter ons.
''Clove! Cato!'' roept Annie enthousiast. Ze rent weer weg, vast en zeker om Cato en Clove dezelfde behandeling te geven als dat ik kreeg. Geen idee of Clove dat zo prettig gaat vinden.
''Nu alleen nog Thresh en dan zijn we compleet,'' zegt Peeta. Ik lach en geef hem een klein kusje in zijn nek. Peeta's wangen worden knalrood. Even weet ik niet waarom, maar één blik naar Finnick's gezicht weet ik precies waarom hij zo hard lacht en Peeta zich zo schaamt.
Opeens weet ik waar Peeta's 'sweet spot' zit.
Clove komt naar me toe lopen en geeft me een ongemakkelijke knuffel. We hebben het eigenlijk nooit goed uit kunnen praten. Ik had het haar nooit echt vergeven, maar sinds ik een paar maanden weg ben geweest, wil ik elk probleem loslaten. Dit probleem is eigenlijk de laatste. Ik zal haar wel aanspreken als we eenmaal bij bestemming zijn.
''Waar is Thresh nou?'' vraagt Annie met een diepe zucht. Het is overduidelijk dat ze graag weg wilt. Deze vakantie was ook haar idee. Sterker nog, we hebben niets hoeven regelen; Annie wilde niets aan ons overlaten.
''Rustig maar liefje, hij komt wel. Hij is maar vijf minuten te laat en hij moest lopen, sinds zijn auto vlak voor vertek een foutmelding aangaf,'' zegt Finnick sussend. Annie luistert niet; ze kijkt alleen maar naar de weg waar Thresh op moet verschijnen. Haar gezicht ontspant wanneer Thresh er hijgend aan komt rennen.
''Dus, zullen we maar gaan?'' vraagt Cato zodra Thresh door iedereen ge-'bro-hugged' is. Annie springt op en neer en stapt als eerste het kleine busje in wat ze gehuurd heeft. Finnick volgt er al snel achteraan. Iedereen stapt achterin, ik stap bij de bijrijdersstoel in en Peeta zal op het begin gaan rijden. Annie geeft ons het adres van de bestemming.
''Dat is midden in het bos,'' zeg ik met opgetrokken wenkbrauwen.
''Dat klopt. Je zei dat het bos een geweldige plek was, daarom dacht ik dat een groot huis midden in het bos een geweldige plekj zou zijn,'' antwoord Annie met opgehaalde schouders. Mijn mond trekt gelijk in een glimlach. Het bos is praktisch mijn tweede huis; ik kan niet wachten om terug te gaan.
Ik kijk naar Peeta en pak zijn hand. ''Zijn we er allemaal klaar voor?'' roept hij naar achter, waar hij een hard 'ja'-geroep op terug krijgt. We lachen er allemaal om.
''Ben jij er klaar voor?'' vraagt Peeta terwijl hij me in de ogen aan kijkt. Ik glimlach en buig naar hem toe. Ik knik lichtjes zodra mijn lippen weer van de zijne wijken.
Achterin beginnen Cato en Finnick hard kinderliedjes te zingen wanneer Peeta de motor van de bus opstart en wegrijdt van het nieuwe huis van Annie en Finnick.