boek twee Vakantie

24 1 0
                                    

Midden in de nacht. Een donker straatje ergens in een uithoek van de stad. In een vuilcontainer lag een dakloze te slapen en wat verder stonden een stel jonge mensen te roken, te drinken en te praten over drugs en andere verkeerde dingen. Aan de overkant van de straat zo'n vijf huizen verder zat in de schaduw een grijze wolf met een soort van afschuw in haar ogen naar het groepje te kijken. Toen draaide ze zich om naar het huis. Het huis was oud en stond duidelijk al jaren leeg. Er waren geen ruiten meer over die nog niet kapot waren door de stenen die gegooid werden door zowat alle schimmige types die daar rondliepen. De wolf keek er even naar en liep toen naar de deur. Even snuffelde ze eraan en toen ze een geur herkende duwde ze tegen de deur. Op slot. De wolf keek naar de kapotte ramen op de gelijkvloers. Ze waren niet zo groot en de gaten erin waren te klein en te scherp om door te klimmen. De wolf liep om het huis heen. Aan de achterkant van het huis vond ze een raam dat gewoon van ouderdom kapot gesprongen was. Er zaten hier en daar nog wat scherven in het kozijn maar er was een gigantisch gat waar de wolf met een sierlijke boog door sprong, waarna ze binnen lande in een zeker 15 centimeter hoge laag stof. Ze stak haar neus in de lucht en snoof tot ze de zelfde geur als bij de voordeur rook. Ze volgde de geur tot in de woonkamer. Over alle meubels in de kamer lag een wit doek, behalve over een oude leunstoel waar een volwassen man in zat. Hij was kaal en zijn grijze ogen boorde zich altijd dwars door je heen, maar hij gaf niet de indruk dat hij gevaarlijk was of dat het ongemakkelijk was om bij hem te zijn.
De wolf keek naar hem en de man zei: 'Goedenacht Mare.'
Op de plek waar net nog een wolf had gestaan stond nu een meisje van een jaar of 12. Ze had kort zwart haar met een rode streep in en ze droeg een gescheurde jeansbroek met een zwart t-shirt met korte mauwen en een doodskop op. 'Hallo.' Zei Mare. 'Ga zitten.' Zei de man. 'Nee bedankt, Charles.' Zei Mare. 'Ik heb nogal haast. Ik moet terug thuis zijn voor Anna of mijn peetvader merkt dat ik weg ben.' Charles gaf een kort knikje en vroeg: 'Hoe gaat het nu met je leglimentie?' Mare zuchtte. 'Niet goed.' Antwoordde ze. 'Sinds ik leer toveren op school ben ik verplicht mijn geest meer open te zetten voor Magie. Wat inhoud dat ik alleen nog maar minder controle heb.' Charles keek haar aan. 'Je hebt haast vandaag.' Zei hij. 'Je moet op tijd thuis zijn om samen met Anna en je peetvader op vakantie te vertrekken, maar ik stel voor dat als je terug bent we samen nog wat aan die controle gaan werken. Wanneer kan je?' Mare dacht na. 'De eerste woensdag als ik terug ben heeft Anna afgesproken met een dreuzel en mijn peetvader moet naar een of ander iets dat ik niet ken dus ik heb het huis vanaf 18:00 voor mezelf.' Zei ze. 'Daar oefenen is sowieso leuker dan in dit krot.' Charles knikte en Mare zei: 'Mooi, dat is dan afgesproken.' Ze draaide zich om om te vertrekken toen haar iets te binnen schoot. 'Mag ik iets vragen?' Vroeg Mare. 'Als ik dat ook mag.' Antwoorde Charles. 'Ga je gang.' Zei Mare. 'Harry Potter,' Zei Charles, 'Hoe is hij?' Even was Mare nogal verbaast maar toen zei ze: 'Wel, hij lijkt erg op de foto van zijn vader die je me hebt laten zien. Behalve zijn ogen, die zijn van zijn moeder. Hij is best aardig, hij is dapper. Eind van het schooljaar heeft hij verschillende tests doorstaan om de steen der weize te redden en heeft hij oog in oog gestaan met hij die niet genoemd mag worden. Hij is niet speciaal super slim of super dom en hij is de beste vriend van Ron Wemel en Hermelien Griffel.'
Charles knikte als teken dat hij het begreep en vroeg toen: 'En wat wou jij mij nog vragen?'
'Wel...' Zei Mare, 'Waarom ben je eigenlijk door het raam naar binnen gekomen?' Charles trok één wenkbrauw op. 'Hoe weet jij dat?' Vroeg hij. 'Wel,' zei Mare, 'Je geur rook ik eerst bij de voordeur maar toen liep de geur ook rond het huis en door het raam tot hier. De voordeur zat op slot, maar je gaat me niet wijsmaken dat je de spreuk alohomora niet kent of dat je niet gewoon naar binnen kan verschijnselen. Ik ben minderjarig dus ik mag nog niet toveren, maar jij wel dus waarom door het raam?' Verbaast keek Charles haar aan. 'Geur?' Vroeg hij. 'Typisch!' Dacht Mare. Dat had hij er weer van onthouden. 'Ja, geur.' Zei ze en ze veranderde in een wolf en toen terug in zichzelf. 'Oh, juist ja, geur.' Zei Charles. 'Ja geur!' Zei Mare geïrriteerd. 'Maar wat wat is nu het antwoord op mijn vraag?'
'Vraag?' Vroeg Charles niet begrijpend.
'WAAROM BEN JE NIET DOOR DE DEUR GEKOMEN?' Schreeuwde Mare. 'Oh, ja,' zei Charles, 'wel, ik kon alohomora niet gebruiken omdat die schimmige types buiten me niet naar binnen mochten zien gaan en verschijnselen maakt nogal veel lawaai en dat zouden ze buiten ook horen.'
'Ooh.' Zei Mare. 'Oké gesnopen.' Zei ze en ze veranderde in een wolf, sprong door het raam en verdween in het duister.

De zus van Anna ZwartsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu