Boek 5 Kalmte

15 0 0
                                    

~Harry is aangekomen in Huize Zwarts~

'Waarom wilde Perkamentus zo graag dat ik van niks wist?' vroeg Harry, die nog steeds zijn best deed om zijn stem zo nonchalant mogelijk te laten klinken.
'Hebben jullie - eh - de moeite genomen om hem dat te vragen?'
Toen hij opkeek, wisselden Ron en Hermelien net een blik uit en zag hij dat ze al bang waren geweest dat hij zich zo zou gedragen. Dat maakte zijn humeur er niet beter op.
'We hebben tegen Perkamentus gezegd dat we je wilden vertellen wat er aan de hand was,' zei Ron. 'Echt, maatje. Maar hij heeft het vreselijk druk. We hebben hem maar twee keer gezien sinds we hier zijn, en zelfs toen had hij weinig tijd. We moesten alleen beloven dat we je geen belangrijke dingen zouden schrijven, omdat onze uilen onderschept konden worden.'
'Als hij had gewild, had hij me best op de hoogte kunnen houden, al was het dan misschien niet per uil,' zei Harry snibbig. 'Je wit me toch niet wijsmaken dat Perkamentus geen andere manieren weet om boodschappen te verzenden?'
Hermelien keek even naar Ron en zei toen: 'Dat dacht ik ook. Maar hij wilde niet dat je iets zou horen.'
'Misschien vertrouwt hij me niet,' zei Harry met een blik op hun gezichten.
'Doe niet zo achterlijk,' zei Ron, behoorhijk van slag.
'of hij denkt dat ik niet voor mezelf kan zorgen.'
'Natuurlijk niet!' zei Hermelien
'Waarom zit ik dan opgesloten bij de Duffelingen en maken jullie mooi alles mee wat hier gebeurt?' flapte Harry er zo snel uit dat zijn woorden bijna over elkaar struikelden. Met iedere zin die hij zei werd zijn stem luider.
'Waarom weren jullie dan wel precies wat eraan de hand is?'
'Dat weten we niet!' viel Ron hem in de rede. We mogen van ma niet naar de vergaderingen, ze vindt ons te jong...'
Voor hij er zelf erg in had begon Harry te schreeuwen.
'DUS JULLIE MOGEN NIET NAAR DE VERGADERINGEN! OH WAT ERG! MAAR JULLIE ZIJN WEL LEKKER HIER, HÈ. JULLIE ZIJN GEZELLIG BIJ ELKAAR! IK HEB EEN MAAND BIJ DE DUFFELINGEN GEZETEN! EN IK HEB MEER MEEGEMAAKT DAN JULLIE SAMEN EN DAT WEET PERKAMENTUS! WIE HEEFT DE STEEN DER WIJZEN GERED? WIE HEEFT VILIJN UITGESCHAKELD? WIE HEEFT JULLIE GERED VAN DE DEMENTORS?'
Elke verbitterde en rancuneuze gedachte die Harry de afgelopen
maand had gehad spatte naar buiten: zijn frustratie vanwege het gebrek aan nieuws, zijn gekwetstheid omdat Ron en Hermelien bij elkaar waren en hij werd buitengesloten en zijn woede omdat hij geschaduwd was en dat niet had geweten - alle gevoelens waar hij
zich half voor had geschaamd. Hedwig schrok van het lawaai en vloog terug naar de klerenkast; Koekeroekus kwetterde angstig en zoefde nog sneller om hun hoofden.
'WIE MOEST VORIG JAAR LANGS DRAKEN EN SFINXEN EN ANDERE AFSCHUWELIJKE MONSTERS ZIEN TE KOMEN? WIE ZAG HEM TERUGKEREN? WIE MOEST AAN HEM ONTSNAPPEN? IK!'
Ron staarde hem met open mond aan. Hij was duidelijk volslagen verbijsterd en wist niet wat hij moest zeggen. Hermelien stond op het punt om in tranen uit te barsten.
'MAAR WAAROM ZOU IK MOETEN WETEN WAT ER AAN DE HAND IS? WAAROM ZOU IEMAND DE MOEITE NEMEN OM ME TE VERTELLEN WAT ER GEBEURT?'
'Dat wilden we dolgraag. Harry, echt...' begon Hermelien.
'DOLGRAAG ZAL HET NIET GEWEEST ZIJN, ANDERS HADDEN JULLIE WEL EEN UIL GESTUURD! MAAR JULLIE MOESTEN VAN PERKAMENTUS BELOVEN...'
'Nou, dat was ook zo...'
'IK HEB VIER WEKEN OPGESLOTEN GEZETEN IN DE LIGUSTERLAAN! IK MOEST KRANTEN JATTEN UIT VUILNISBAKKEN OM ERACHTER TE KOMEN OF ER IETS GEBEURD WAS!'
'We wilden...'
'JULLIE HEBBEN JE ZEKER WEL DOODGELACHEN, HÈ, TERWIJL JULLIE GEZELLIG SAAMPJES WAREN?'
'Nee, echt niet... Harry, het spijt ons vreselijk,' zei Hermelien wanhopig en er glinsterden tranen in haar ogen. 'Je hebt groot gelijk, Harry, ik zou ook razend zijn als mij dat was overkomen!'
Harry keek haar woedend aan, nog steeds diep ademhalend. Toen draaide hij zich om en begon te ijsberen, terwijl Hedwig mistroostig zat te krassen op de klerenkast. De stilte werd doorbroken doordat de deur zo hard werd open gegooid dat hij bijna uit zijn schranieren knalde. Anna kwam binnen.
'Wat is hier aan de hand?!' riep ze. 'Jullie maken Egbert helemaal van slag met al dat gekrijs! Jullie lijken m'n oma wel!'
Op dat moment kreeg ze Harry in het oog.
'Harry!' riep ze verrukt uit en ze trok hem in een korte omhelzing.
'Leuk jou ook weer eens te zien! Hoe is het? Ik heb de verhalen wel gehoord maar hoe zo het nou precies met die Dementor Perkamentus was harstike kwaad. Dat van mijn oma was trouwens geen compliment, je mag jezelf gelukkig prijzen als je haar nooit ontmoet. Waarom duurde het eigenlijk zolang voordat je hier was?'
Anna's gebruikelijke geratel werd onderbroken door een donder knal en Fred kwam midden in de kamer tevoorschijn.
'Hallo, Harry,' zei Fred met een brede grijns. 'We dachten al dat we je zoetgevooisde stem hoorden, Je moet je woede niet zo opkroppen, Harry. Gooi het er toch gewoon uit. Misschien zijn er tachtig kilometer verderop nog mensen die je niet gehoord hebben.'
'Dus jullie zijn geslaagd voor je Verschijnselbrevet?' vroeg Harry
chagrijnig.
'Met vlag en wimpel,' zei Fred. Hij had iets in zijn hand wat op een lang, vleeskleurig stuk touw leek.
'Ze herinneren iedereen er de hele tijd aan.' zei Anna emotieloos en vroeg daarna aan Fred: 'Waar is je dubbelganger?'
Freds grijns verdween enigsinds.
'Hij uhhh.. nou ja..ik had een briefje gevonden met een spreuk erop en heb die op hem uitgeprobeerd.'
'Je hebt wat!?' Riep Hermelien. 'En je kende die spreuk?'
'Nou... nee. Het is niks ernstigs, ik weet gewoon niet hoe ik hem ongedaan moet maken.'
Hermelien keek ontset, Harry keek nog steeds boos, Ron keek alsof zijn broer gek was, Fred keek ongemakkelijk en Anna keek geamuseerd.
'Laat zien.' zei ze. Fred keek haar aan.
'Wat?'
'Laat zien. Wat heb je met hem gedaan?'
Fred trok een gezicht en liep de kamer uit met Anna achter hem aan. Na eem tijdje volgende Harry, Ron en Hermelien ook. In de kamer van Fred en George. George hing op zijn kop midden in de kamer en Mare stond aan zijn polsen te trekken in een poging hem naar beneden te krijgen. Zodra ze het zag kreeg Anna een hevige hoest bui, die zoals gewoonlijk bedoeld was om haar lachen te verbergen. George keek haar geirriteerd aan.
'Welke spreuk was dit?' vroeg Hermelien.
Fred viste een briefje uit zijn broekzak en nog voordat hij het aan Hermelien kon geven plukte Anna het uit zijn hand. Levicorpus, stond erop. Anna pakte een soort gelijk briefje uit haar eigen zak en vergeleek de twee met elkaar. Op haar briefje stond: Liberacorpus.
'Misschien moet je deze proberen.' zei ze tegen Fred en ze stak hem haar briefje toe.
'Hoe kom je daaraan?' vroeg Fred haar.
Anna haalde haar schouders op. 'Lag in mijn kamer,' antwoordde ze, maar ze zei er niet bij dat ze het er zelf had neergelegd. 'Ik wilde het uitproberen maar ik mag nog niet toveren en ik heb al een keertje eer waarschuwing gekregen... onterecht, uiteraard,
maar toch...'
'Wacht, wanneer heb jij een waarschuwing gekregen en waarom wist ik dat niet?' Vroeg Mare. Anna haalde weer haar schouders op. Fred schudde afkeurend zijn hoofd, maar zijn grote grijns zei iets heel anders. Hij zwaaide met zijn toverstok en George viel op de grond.
'Au.', was het enige wat hij zei. De deur ging open en een grote bos
rood haar verscheen.
'Oh, hallo, Harry!' zei Rons zusje Ginny opgewekt. 'Ik dacht al dat ik je stem hoorde, maar dat kwam van de andere kant.'
Ze wendde zich tot Fred en George en zei: 'Doe die Hangoren maar weg. Ma heeft een Fnuikspreuk uitgesproken over de keukendeur.'
'Hoe weet je dat?' zei George beteuterd.
'Ik heb gezien hoe iemand mestbommen tegen de deur probeerde
te gooien, maar ze raakte de deur niet.' Ginny keek hierbij veel betekend naar Anna, die deed alsof haar neus bloedde.
'Ik heb geen idee waar je het over hebt.' Zei ze ontschuldig.
'Toen het niet werkte heb je er nog een paar extra naar beneden gegooid.' Het klonk een beetje beschuldigend.
'Maar dat ging expres per ongeluk!' riep Anna uit.
George was inmiddels overeind gekomen en grinnikte.
'Bedoel je niet per ongeluk expres?'
Anna draaide zich naar hem om.
'Nee, ik bedoel expres per ongeluk.', zei ze bits. 'Als ik iets anders bedoelde dan zou ik dat wel zeggen, denk je niet?'
Verdedigend stak George zijn handen omhoog, maar de grijns bleef. Fred zuchte diep.
'Toch zonde.' zel hij.
Anna keek verbaasd
'Wat? Van die mestbommeen? Ik heb er nog meer hoor.'
'Nee, dat niet. Ik wilde graag horen wat die ouwe Sneep in z'n schild voert.'
'Sneep!' zei Harry. 'Is die er ook?'
'Ja.' zei George, die de deur zorgvuldig dichtdeed en op een van de bedden ging zitten.
Fred, Ginny, Mare en Anna volgden zijn voorbeeld.
'Hij brengt regelmatig rapport uit. Strikt gebeim.'
'Zak.' zei Fred terloops, op hetzelfde moment dat Anna 'kip' zei.
Fred keek haar met opgetrokker wenkbrauwen aan. Anna haalde haar shouders op.
'Het is beleefde dan zak.'
'Dat betwijfel ik.'
'Hij staat nu aan onze kant.' onderbrak Hermelien hen berispend.
'Maakt niet uit, het blijft een zak.' Snoof Ron. 'Heb je hem naar ons
zien kijken?'
'Bill mag hem ook niet.' zei Ginny, alsof de zaak daarmee was afgedaan. Harry wist niet zeker of zijn woede al bekoeld was, maar zijn verlangen naar informatie won het van de aandrang om te hlijven schreeuwen. Hij plofte op het tweede bed, tegenover
de anderen.
'Is Bill er ook.' Zei hij. 'Ik dacht dat hij in Egypte werkte?'
'Hij heeft gesolliciteerd naar een administratieve functie, zodat hij naar huis kon komen en voor de Orde kon werken.' Zei Fred. 'Hij zegt dat hij de piramides mist, maar -' hij grijnsde '- daar staan weer andere dingentegenover.'
'Hoe bedoel je?'
'Herinner je je die ouwe Fleur Delacour?' zei George. 'Ze heeft nu een baantje bij Goudgrijp, om 'aar Hengels te verbieteren-'
'Bedoel je niet verpieteren?' vroeg Anna, doodserieus.
'En Bill geeft haar vaak privéles.' Grinnikte Fred.
'Charlie hoort ook bij de Orde.' zei George, 'maar hij zit nog steeds in Roemenië. Perkamentus wil dat zo veel mogelijk buitenlandse tovenaars meedoen en daarom probeert Charlie op zijn vrije dagen contact te leggen.'
'Is dat niet eerder iets voor Percy?' vroeg Harry. Toen hij voor het laatst iets over de op twee na oudste Wemel had gehoord, werkte die op het Ministerie van Toverkunst, op het Departement voor Internationale Magische Samenwerking. Toen Harry dat zei, wisselden de Wemels, Anna, Mare en Hermelien duistere maar veelbetekenende blikken uit.
'Laat Percy's naam alsjeblieft niet vallen waar pa en ma bij zijn, Harry.' zei Ron gespannen.
'Waarom niet?'
'Omdat Percy een zak is.' Zei Mare.
'Omdat iedere keer dat Percy ter sprake komt, ma in tranen uitbarst en pa alles wat hij in zijn handen heeft kapot laat vallen,' zei Fred.
'Het was echt een verschrikkelijke toestand,' zei Ginny triest.
'Opgeruimd staat netjes, vind ik,' zei George, met een onkarakteristieke, verbeten uitdrukking op zijn gezicht.
'Wat is er dan gebeurd?' vroeg Harry.
En hij kreeg het hele verhaal te horen over Percy's ruzie met meneer Wemel om zijn promotie omdat hij volgens meneer Wemel alleen maar promotie had gemaakt zodat hij bij de Wemels kom spioneren voor Droedel, en hoe mevrouw Wemel elke keer in huilen uitbarst als zijn naam viel.
'Ma heeft het er verschrikkelijk moeilijk mee gehad,' zei Ron somber, 'Je weet wel - huilbuien en zo. Ze is naar Londen gegaan om met Percy te praten, maar die smeet de deur gewoon voor haar neus dicht. Ik weet niet wat hij doet als hij pa ziet op het werk - hem straal negeren, neem ik aan.'
'En daarom is Percy dus een zak.' Zei Mare alsof het het eindbesluit van een onderzoeksopdracht was.
'Maar Percy móet weten dat Voldemort terug is,' zei Harry langzaam. 'Hij is niet achterlijk. Hij moet weten dat je vader en moeder niet alles op het spel zouden zetten als er geen bewijs was.'
'Ja, nou, jouw naam kwam ook ter sprake tijdens die ruzie,' zei Ron met een besmuikte blik op Harry. 'Percy zei dat jouw woord het enige bewijs was en... ik weet niet... dat vond hij blijkbaar onvoldoende.'
'Percy neemt de Ochtendprofeet serieus,' zei Hermelien snibbig en de anderen knikten.
'Waar hebben jullie het over?' vroeg Harry. De anderen keken hem behoedzaam aan.
'Heb je - je was toch geabonneerd op de Ochtendprofeet?' vroeg Hermelien nerveus.
'Klopt,' zei Harry.
'Lees je - eh - lees je hem altijd grondig?' vroeg Hermelien nog veel
zenuwachtiger.
'Nou, niet van voor tot achter,' zei Harry verdedigend. 'Als ze iets zouden schrijven over Voldemort zou dat voorpaginanieuws zijn. Ja toch?'
De anderen krompen ineen bij het horen van die naam.Hermelien
vervolgde haastig: 'Nou, je moet hem wel van voor tot achter lezen om het op te pikken, maar - eh - een paar keer per week schrijven ze over jou.'
'Dat zou ik gezien -'
'Niet als je alleen de voorpagina leest,' zei Hermelien hoofdschuddend. 'Ik heb het niet over grote artikelen. Ze laten gewoon af en toe je naam vallen, als een soort vaste grap.'
'Hoe bedoel je?'
'Het is eigenlijk behoorlijk gemeen,' zei Hermelien met geforceerde kalmte. 'Ze borduren voort op die onzin van Rita Pulpers.'
Anna snoof. 'Behoorlijk gemeen? Ik ben nog net niet naar de Ochendprofeet gestapt om ze aan hun haren naar buiten te trekken en ze net zolang door elkaar te schudden totdat ze heilig beloven om nooit meer zullen ongelofelijke onzin te schrijven.' Vreemd genoeg zag Harry dat wel voor zich.
'Heeft Sirius je tegen moeten houden?' vroeg hij.
'Ben jij gek,' zei Anna, 'hij wilde met me mee. Remus en Mare waren de braverikken die ons tegen hielden.'
Ook dat zag Harry nog wel gebeuren.
'Maar hoe zit het nou met Rita Pulpers?' vroeg hij. 'die schrijft toch niet meer voor de Ochtendprofeet?'
'Nee, ze heeft zich aan haar belofte gehouden niet dat ze veel keus had,' zei Hermelien. 'Maar ze heeft wel de basis gelegd voor wat ze nu proberen te doen.'
'En dat is?' vroeg Harry ongeduldig.
'Nou, je weet dat ze schreef dat je te pas en te onpas van je stokje ging en dat je litteken pijn deed en zo?'
'Ja,' zei Harry, die Rita Pulpers' artikelen niet gauw zou vergeten.
'Nu schilderen ze je af als een gestoord, op aandacht gefixeerd persoon die zichzelf als een tragische held beschouwt,' zei Hermelien vlug, alsof het minder onaangenaam voor Harry zou zijn als hij die feiten snel te horen kreeg.
'Ze vlechten steeds kleine steken onderwater in allerlei stukjes. Als er een onwaarschijnlijk verhaal in de krant staat, zetten ze er iets bij in de trant van: "Een verhaal dat Harry Potter had kunnen verzinnen" en als iemand een raar ongeluk heeft gehad staat er: "Laten we hopen dat hij er geen litteken op zijn voorhoofd aan overhoudt, anders wil hij dadelijk nog dat iedereen hem vereert".'
'Ik wil helemaal niet dat iemand me vereert -' begon Harry waad.
'Weet ik, Harry,' zei Hermelien vlug en een beetje angstig. 'Wéét ik. Maar snap je waar ze op uit zijn? Ze proberen je ongeloofwaardig te maken. Ik wil wedden dat Droebel erachter zit. Ze willen dat de gemiddelde tovenaar je beschouwt als een ventje dat door niemand serieus wordt genomen, dat belachelijke verhalen verzint omdat hij het geweldig vindt om beroemd te zijn en dat zo lang mogelijk wil rekken.'
'Ik heb nooit - ik wil helemaal niet - Voldemort heeft mijn ouders vermoord.' sputterde Harry. 'Ik ben beroemd omdat hij mijn ouders heeft vermoord, maar mij niet kon doden! Wie wil er nu op zo'n manier beroemd worden? Denken ze niet dat ik veel liever nooit- '
'Dat wéten we, Harry,' zei Ginny ernstig. 'En uiteraard hebben ze geen woord geschreven over het feit dat je bent aangevallen door Dementors,' zei Hermelien. 'Iemand heeft ze opdracht gegeven om dat te verzwijgen. Eigenlijk had dat groot nieuws moeten zijn: losgebroken Dementors. Ze hebben niet eens gemeld dat je het Internationale Statuut van Geheimhouding hebt geschonden. We dachten dat ze dat wel zouden doen, omdat het precies aansluit bij het beeld van stomme aansteller dat ze van je willen creëren. We denken dat ze wachten tot je van school wordt gestuurd en dan groot uitpakken ik bedoel, als je van school wordt gestuurd,' voegde ze er haastig aan toe. 'Eigenlijk zou dat niet mogen als ze zich aan hun eigen regels houden, want die heb je niet overtreden.' Ze waren weer bij de hoorzitting en daar wilde Harry niet aan denken. Hij zocht naar een ander onderwerp, maar die moeite werd hem bespaard door voetstappen op de trap. Nog geen seconde later verscheen mevrouw Wemel in de deuropening.
'De vergadering zit erop; kom maar naar beneden, dan gaan we eten. Iedereen wil je graag ontmoeten, Harry. En wie heeft die Mestbommen neergegooid bij de keukendeur?'

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Aug 09, 2020 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

De zus van Anna ZwartsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu