11. Sam

49 4 8
                                    

Het was maandagochtend, ik was moe en wilde niet naar school. Zo ging het al een week, ik ben constant moe en heb geen zin om iets te doen. Natuurlijk bleef ik vaak rondhangen na school - met Björn of Alissa of beide. Ik vond het fijn dat Björn het niet erg vond dat ik ook vaak - vrij vaak - met Alissa omging, bijna meer dan met Björn. Ik vond het ook fijn dat Alissa en Björn vrienden werden zodat we ook met z'n drieën konden afspreken.
Ik ontbat en kleedde me om - ik deed een zomers wit jurkje met bloemetjes en mijn nieuwe botjes aan, omdat de zon scheen en het warm ging worden vandaag. Ik deed mijn haar in een hoge paardenstaart, zoals gewoonlijk. Make-up gebruikte ik niet.

Tegen de tijd dat ik op school was, was het al kwart na 8. Het eerste wat ik zag als ik de poort binnen liep, was de achterkant van een jongen die - op het eerste zicht - langs achteren op Björn leek maar als ik hem dan beter bekeek, zag ik dat hij nieuw was en hij was best wel knap.
Hij keek op en zag dat ik naar hem staarde, ik keek snel weg en wilde doorlopen maar hij riep me nog aan: 'Hey, weet jij toevallig waar ik de leraarskamer vind?'
'Ja, dat is door die deur en dan naar links, een kleine gang in waar allemaal kastjes staan. Dan bel je maar aan.', antwoordde ik.
'Bedankt.' zei hij en hij glimlachtte, ik glimlachtte terug en liep snel door. 'Ik ben Sam, trouwens.' riep hij me nog na. Ik draaide me om en riep. 'Alex.'
Ik liep door naar Björn en ik zag dat hij bij Amelie en An zat, Alissa was altijd wat later op school. 'Hey.' riep ik en ik zwaaide. Ze keken op en zodra ik bij hun aankwam, begonnen Amelie en An over die nieuwe jongen en ze vroegen zich af hoe hij noemde 'Sam.' zei ik dan.
'Hoe weet jij dat?' vroegen Amelie en An tegelijk.
'Hij vroeg me de weg naar de leraarskamer.' antwoordde ik.
'En wat vond je van hem?' vroeg An.
'Niks, ik heb mijn eigen knappe gast.' zei ik terwijl ik naast Björn ging zitten en ik gaf hem een zoen op zijn wang.

De bel ging en we liepen naar onze lokalen. Ik liep samen met Björn - uiteraard - en zag dat Sam ons lokaal binnenliep. 'Oh, hij zit bij ons in de klas.' zei ik verbaasd. Dat had ik niet verwacht. Ik weet niet waarom maar hij leek niet iemand die wetenschappen doet.
Toen hij me zag, zwaaide hij naar me en ik zwaaide terug. Ik voelde Björns jaloerse blik. Ik draaide me om naar hem en zei: 'Ik hou van je.'
'Ik ook van jou.', antwoordde hij en toen gingen we de klas binnen.
Het was een saaie les - wiskunde. Tijdens de les keek Sam naar me en daardoor keek Björn woedend van Sam naar mij, alsof we iets hadden. Ik keek gewoon de hele tijd naar mijn boek. Ergens vond ik het wel fijn dat Björn er boos van werd, hij geeft echt om me.
Na de les liep Björn naar me en vroeg: 'Ken jij die Sam van ergens?'
'Nee, waarom?', vroeg ik. Hij was echt jaloers.
'Omdat hij de hele tijd naar je kijkt.', antwoorde hij en hij klonk boos en jaloers.
'Ja, en?', ik begreep hem niet.
'En jij kijkt heel "subtiel" weg. Dat valt heus wel op hoor.', nu leek hij boos op mij.
'Ik heb nu geen tijd voor je jaloers gedoe. Ik ga naar de les.', zei ik. Als hij boos kan doen tegen mij, kan ik ook boos doen tegen hem.
'Nee, wacht, het spijt me.', zei hij. We liepen natuurlijk wel door naar de volgende les. 'Maar je moet me wel begrijpen. Ik bedoel, plots zit er een jongen in onze klas - dat is niets - maar hij kijkt je constant aan en ik weet niet of jij het weet, maar je bloost constant als-ie naar je kijkt.'
'Dat is niet waar!', sputter ik tegen en ik weet meteen dat ik me verraden heb door mijn te snelle reactie.
'Zie je nou wel.', zei hij en we liepen zwijgend verder.

Nederlands leek eeuwen te duren, maar gelukkig keek Sam me niet meer aan. Ik keek eventjes naar Björn maar hij keek niet terug. 'Als het je niet interesseert, dan ga je maar.', had mevrouw Peterson gezegd. 'Nee nee, het spijt me mevrouw.', had ik geantwoord.
Toen ik mijn jas wilde pakken en door wilde lopen, zei Sam: 'Het spijt me als ik je problemen geef.'
'Hoezo?', vroeg ik maar eigenlijk wist ik al waarover hij sprak - Björn.
'Je weet wel... je vriendje, ik zag hem wel kijken naar me. Maar ik zeg je alleen maar, ik wil niet dat je problemen krijgt. Ik zal je met rust laten.', zei hij.
'Maar we kunnen toch gewoon vrienden zijn, niets meer. Daar kan Björn - mijn vriendje - niks tegen zeggen.', terwijl ik dat zei, liep Björn voorbij en ik voelde een steek in mijn maag. 'Het spijt me, ik moet doorgaan.', zei ik nog tegen Sam en ik liep snel naar Björn. 'Het sp... ', begon ik maar hij hield me tegen. 'Je hoeft niets te zeggen, ik kan er toch niets op zeggen dat jij en Sam vrienden zijn.'
'Je moet echt niet zo jaloers zijn, ik ken Sam amper, ik wil niets met hem beginnen!', ik begon te tranen.
'Wenen gaat niet helpen.', zei Björn en hij liep zonder nog iets te zeggen door.

Tijdens de middagspeeltijd keek Björn geen enkele keer mijn richting uit - in tegenstelling tot Sam. Maar die kon me even niets schelen. Ik vond echt dat Björn kinderachtig deed, hij geloofde me niet! Waarom zou ik liegen? Ik weet het echt niet. Wat ik wel weet is dat ik mijn dag niet laat verpesten door een jaloers vriendje, toch?

Verliefd (Completed)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu