Hoofdstuk 23

4.6K 40 8
                                    

Hey, ik ben weer terug!

'KAJ?!' riep ik. Ik was enorm geschrokken. Wat is er met Kaj? Is hij dood? Kaj gaf geen antwoord dus ik zat helemaal in de stress en ik wist niet wat ik moest doen. Mijn telefoon was leeg want ik had hem vannacht niet aan de oplader gedaan, en er was niemand bij ons die ons kon helpen. Ik schudde Kaj maar hij reageerde niet. Ik begon te huilen en ik wist niet wat ik moest doen. Toen kwam ik op een idee. Ik rende naar de buren. Daar wonen een man en een vrouw en 2 kinderen van 17 en 20, dus er moet vast wel iemand thuis zijn. Ik belde aan en Thom, mijn buurjongen van 17 deed open in zijn onderbroek. In paniek zei ik: 'Help me alsjeblieft, ik weet niet wat ik moet doen, Kaj ligt in zijn rolstoel en hij reageert niet meer!'. Thom rende naar boven en kwam terug beneden in een joggingbroek zonder shirt. 'Doe is was aan gek, het is hartstikke koud', zei ik. Ik vond hem stiekem eigenlijk wel heel knap,
nouja, hij is ook gewoon heel knap, en ik vond het ook niet heel verkeerd dat ie zonder shirt kwam. Hij rende op zijn badslippers naar Kaj, en probeerde hem wakker te schudden maar er kwam geen reactie. 'We moeten naar binnen', zei Thom. 'Maar ik heb geen sleutel', zei ik toen. Thom pakte de rolstoel en rolde hem naar binnen, in zijn huis. Ik rende erachter aan. Er was niemand thuis dus we waren nu met z'n 2en, en Kaj. Ik begon nog harder te huilen want Kaj was nogsteeds niet wakker. Thom troostte me en gaf me een knuffel en zei: 'het komt wel goed.' en gaf me een kus op mijn hoofd. Hij voelde heel even als een grote broer ofzo. Hij was echt heel lief voor me. Thom rende naar de keuken en pakte zijn telefoon en belde 112. De ambulance is onderweg en hij liep weer naar de keuken en pakte een glas water en gooide het over Kaj heen. Het hielp niet. We haalden Kaj uit zijn rolstoel en legde hem op de bank. Ik luisterde of hij nog ademde, en gelukkig ademde hij nog. Ik ging met mijn hoofd op hem liggen en ik knuffelde hem en ik wist niet wat ik moest doen en ik was bang. Een paar. minuten later hoorden we ambulance sirenes. Ik rende naar buiten en ik zwaaide naar de ambulance auto en ze stopten. 2 ambulance mannen stapten uit en pakten en brancard en liepen bij ons naar binnen. Ze vroegen wat er is gebeurd, niks dus. Ze vroegen ook allemaal medische gegevens over Kaj die ik eigenlijk niet allemaal wist. Ze legden Kaj op de brancard en brachten hem in het ambulance busje. Met allemaal buisjes, draden en allemaal andere dingen konden ze Kaj's hartslag zien. De ene ambulance man begon hem te reanimeren. Ik begon weer heel hard te huilen want ik was gewoon bang dat hij dood ging. De andere ambulance man ging aan ons uitleggen wat er aan de hand is. 'Kaj heeft een hartaanval gehad, dat kunnen we zien, we zijn hem nu aan het reanimeren en het komt waarschijnlijk goed, er is geen oorzaak maar dat gaan we later onderzoeken.' Ik zei: 'Waarschijnlijk? Dus het kan ook fout gaan?' Thom sloeg een arm om me heen en troostte me. Ik had nooit geweten dat hij zo lief was. De ambulance man vroeg zelfs of we een stelletje waren. Ik zei: 'Nee, Kaj is mijn vriendje, Thom is gewoon mijn buurjongen.' 'Het is gelukt!' Riep de andere ambulance man. Kaj's hartslag was weer normaal en zijn ogen waren open. 'Blijf maar even rustig liggen, we nemen je mee naar het ziekenhuis, maar voor nu is alles goed.' zei de ambulance man. Ik vroeg: 'Waarom moet hij mee naar het ziekenhuis?' hij zei: 'Omdat we nog zeker willen weten wat nou de oorzaak van de hartaanval was, misschien heeft hij wel hartproblemen, dat is wel belangrijk om te weten, gaan jullie maar voorin zitten, ik blijf bij Kaj en we rijden naar het ziekenhuis.'

Ik en Thom zaten voorin en hij legde een hand op mijn been en glimlachte naar me. 'Ik zei toch dat het wel goed zou komen', zei hij. Ik zei: 'Ik vind het gewoon zo erg allemaal, ik wist niet dat het nog erger kon. Eerst werd hii mishandeld door zijn vader en belde hij me vanochtend in paniek op of ik naar hem toe wou komen. Hij had zijn ribben gekneusd en zijn enkel gebroken, en hij moest in een rolstoel. Daarna ook nog een fucking hartaanval, dat is toch het ergste wat je kan overkomen?' De ambulance man die aan het rijden was zei: 'Jeetje, wat heftig allemaal, maar je bent wel echt een goed vriendinnetje, hoe jij hem helpt is zo goed en lief, en jij, Thom toch? Wat ben jij ook zo'n lieve buurjongen hè.' We lachten en we kwamen even later aan bij het ziekenhuis. We stapten uit en we gingen naar binnen. Eenmaal binnen zei een van de ambulance mannen: 'We gaan nu naar een kamer, daar mogen jullie niet meer naar binnen dus jullie mogen in deze wachtruimte blijven wachten, we zijn zo terug. Ik en Thom gingen op een stoeltje zitten en we waren allebei gerustgesteld. Thom zat nogsteeds zonder shirt, midden in het ziekenhuis. 'Wat heftig allemaal dat jouw vriendje dit moet meemaken, en het is ook heel heftig voor jou natuurlijk.', Zei Thom. 'Ja, ik ben echt shook en dit voelt gewoon allemaal als een droom en stiekem hoop ik dat het ook en droom is maar dat is het jammer genoeg niet.', antwoordde ik.
Daarna zei Thom dit: 'Sam, ik wil dit eigenlijk al heel lang zeggen, maar vandaag is het nog erger geworden. Ik vind je al sinds het begin, sinds dat ik hier woon, gewoon al heel knap enzo. En sinds vandaag heb ik gewoon het gevoel dat ik je echt leuk vind.'
Is hij even vergeten dat ik een vriendje heb ofzo? Ik antwoordde: 'Ja, leuk, maar ik heb een vriendje.' en ik keek hem raar aan. Thom zei: 'Dat weet ik, daarom vind ik het zo jammer, maar ik dacht, misschien kunnen we 1 keer gewoon een gezellige avond samen hebben, en Kaj hoeft niks te weten.'

wiskunde bijlesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu