Ik rij het schoolplein op, en zet mijn fiets in de fietsenstalling. Ik loop meteen naar binnen, want op wie zou ik moeten wachten? Niemand! Ik ga naar mijn kluisje, pak mijn geschiedenis en Engels boeken en loop de gang in. Dan hoor ik iemand mijn naam roepen: 'NOOOOOOR NOORTJEEEE NOOOOOOR NOOORTJEEE!!!' Verbeelding denk ik, wie zou mij nou willen roepen? Opeens komt Annabel, een klasgenoot, naast mij lopen. 'Hoorde je mij niet roepen net?' 'Oo nee sorry' zeg ik verlegen. 'Maakt niks uit. Zag ik het nou goed, fietste jij met Tobias heen? Knap is hij hè!' Zegt Annabel met een stralende lach. 'Ja hij kwam opeens naast mij fietsen.' Ik denk ik zeg maar niks over hoe knap ik hem vind. Dat is privé. 'Hebben jullie iets?' Vraagt Annabel. 'Nee ik ken hem niet eigenlijk. Maar ik ga even naar de WC.' En weg ben ik. Ik ga plassen en was mijn handen. Ik hoor de bel en loop snel naar mijn lokaal. Geschiedenis wat een hel.
Eindelijk weer een schooldag voorbij. Nog drie dagen te gaan en dan is het zomervakantie! Ik pak mijn fiets en wil naar huis fietsen, maar Annabel houdt mij tegen. 'Ik moet alleen fietsen en heb daar echt geen zin in. Ga jij ook door het Van Der Hoppen bos?' 'Ja.' Antwoord ik sullig. Ik kan ook echt nooit iets leuks zeggen, bijvoorbeeld van: zullen wij anders samen fietsen? Nee dat komt niet mijn mond uit. Annabel is daarin tegen heel anders. Zij is stoer, heeft veel vriendinnen en er zitten heel veel jongens achter haar aan. Ze kan iedereen krijgen met haar lange blonde haar en witte tanden. Ook heeft ze een hele goede kledingsmaak, maar als ik haar kleding zou dragen, zou iedereen mij uitlachen. Ze haalt mij uit mijn gedachte wanneer ze weer begint te praten. 'Zullen wij anders samen fietsen? Als je niet wilt moet je het zeggen hè!' 'Jawel is goed, zelf fiets ik altijd alleen, dus dit is wel gezellig lijkt mij!' Wow zei ik dat? Ik ben stiekem wel trots op mezelf. We stappen op de fiets en fietsen weg. Heerlijk die zon met dan een beetje wind! We kletsen heel gezellig en ik ben verbaasd over hoeveel ik tegen haar zeg. Als we het bos uit zijn moet zij rechtsaf slaan en ik linksaf. Ze vraagt om mijn nummer en die geef ik. Ze geeft mij een knuffel en zij fietst weg. Ik ben verbaasd over de knuffel, maar stap op mijn fiets en fiets naar huis.

JE LEEST
toen ging het helemaal mis
De TodoHet gaat over een meisje dat het moeilijk heeft thuis. Als ze een jongen ontmoet denkt ze dat hij de perfecte vriend is voor haar is, tot dat hij haar gaat veranderen. Dan gaat het helemaal mis....