Negenentwintig: Het vrezen van de kou

29 12 2
                                    

Na hen een kort verhaal te geven over zijn gesprek met de verkoopster ging Romez naar zijn kamer. Maar toen hij net op het warme bed was gaan liggen, werd er aangeklopt.

'Ja?' vroeg Romez en Zeemeeuw opende de deur. Romez kreeg ongewild een verveelde blik op zijn gezicht, hij maakte nog altijd de connectie tussen Zeemeeuw en zijn ochtendhumeur.

'Het blijkt dat we hier nog een tijdje moeten blijven,' begon de zonling. 'Herfst wil graag meer details van iedereen horen.' Hij zuchtte diep en ging verder met zijn verhaal waar Romez maar naar moest luisteren. 'Ik heb gevraagd of ik even terug mocht naar Kamp Zomer voor spullen. Is er iets wat ik voor je mee moet nemen?' Romez ogen werden een tikkeltje wijder en hij knikte.

'Mijn tas staat nog in mijn huisje,' zei hij. 'Ik zou het kunnen waarderen als ik die terug kreeg.' Zeemeeuw knikte.

'Dat moet lukken,' zei hij. 'Dan kom ik later vandaag weer terug.'

'Alvast bedankt,' zei Romez en Zeemeeuw knikte weer.

'Het is een kleine moeite,' zei hij en verliet Romez' kamer weer. Niet helemaal wetend wat te doen, ging Romez weer op zijn rug liggen en keek naar het plafond. Na een tijdje begon het hem te vervelen en hij verliet de kamer. Het was stil, de gang was leeg. Hij liep de gang uit, de trap af, maar vond nog steeds niemand op zijn weg. Vreemd... Droomde hij? Voorzichtig kneep hij in zijn arm, maar voelde zijn zintuigen reageren op de prikkende nagels. Even beet hij op zijn lip, maar vervolgde zijn weg tot hij iets in zijn ooghoeken zag. Zilver haar verdween om een hoekje en Romez fronste. Hij keek om zich heen en zag nog steeds niemand, daarna liep hij naar de plek waar hij het stukje haar had gezien. Frigi, dacht hij onbewust en wist niet meer of hij moest volgen. Hij bevroor in zijn passen en dacht na. Maar voordat hij een echte keuze kon maken riep een andere stem hem.

'Romez, hé, Romez! Hallo? Leef je nog?' klonk Jezie's stem en hij keek om. Haar donkere ogen keken hem onderzoekend aan en Romez zag plots dat haar ogen niet de enige waren die hem aankeken.

'Ik leef nog,' zei hij droog en voelde hoe de andere aanwezigen hun aandacht weer op zichzelf richtten.

'Ja dat zie ik,' zei Jezie met een opgetrokken wenkbrauw. 'Je leek alleen vastgelopen... Heb je een virus opgelopen?' Romez schudde lachend zijn hoofd.

'Ik dacht het niet,' zei hij. 'Daarnaast ben ik ook geen computer, anders had ik wel een virusscan uitgevoerd.' Terwijl hij dat zei dacht hij weer aan een bepaald iemand, maar drukte die gedachte snel weg.

'Zou handig kunnen zijn,' zei ze. 'Had je het trouwens al van Zeemeeuw gehoord?' Romez knikte.

'Van onze spullen toch?' vroeg hij terug en Jezie knikte op haar beurt.

'Om eerlijk te zijn,' zei ze plots zacht, 'vertrouw ik het niet.'

'Hoezo?' vroeg Romez en verlaagde ook zijn stemgeluid.

'Dat met Winter eerst, hoe boos hij was en beweerde Zomer niet te hebben...' begon ze. 'Nu Herfst die ons hier wil houden... Klink verdacht, want waar zijn wij belangrijk voor?' Romez fronste.

'Bedoel je dat?' zei hij hopend dat ze het gat in kon vullen.

'Herfst iets weet maar ons het niet verteld,' zei ze. 'Waarschijnlijk zit er meer achter Winter dan we dachten.' Romez' frons werd dieper.

'Er is iets gaande,' zei hij en Jezie knikte.

'Maar ik weet niet wat,' zei ze. 'En dat is zeer frustrerend... Daarnaast...' Ze keek links en rechts en boog zich daarna dichter naar hem toe. 'Die voorspelling... Moesten we de kou niet vrezen?' Romez hart leek even te stoppen. Hij was de voorspelling helemaal vergeten. Er waren zoveel andere dingen gebeurd dat die hem even was ontglipt.

'Denk je dat de voorspelling over Winter gaat?' vroeg hij en Jezie knikte met enige aarzeling.

'Wie kennen we anders met zoveel koude macht?' zei ze. Niemand, moest hij toegeven, maar was het allemaal wel zo simpel? Kon de voorspelling inderdaad zo voor de hand liggen?

~

Gisteravond had hij geweldig geslapen, maar . Zelfs zijn eigen, vertrouwde kleren hielpen niet om zijn oogleden zwaar te laten worden. Hoe later het werd hoe gefrustreerder hij werd, iets wat hij niet moest doen, omdat het het slapen alleen maar moeilijker zou maken. Uiteindelijk schreeuwde hij in woedde in zijn kussen terwijl de slaaptranen over zijn wangen gleden, maar misschien waren die tranen niet alleen van de slaap die hij niet kon vatten... Hij schudde zijn hoofd om zijn hartgebroken gedachtes te stoppen. Daarna maakte hij de keuze zijn bed uit te stappen en te gaan lopen. Hij trok zijn kleren aan, zoals hij dat wel vaker deed wanneer hij niet in slaap kwam en begon met lopen. Eerst de gang uit, de trappen af en uiteindelijk de boom uit. Een frisse lucht kwam hem tegemoet en hij was dankbaar voor de hoodie die in zijn tas had gezeten die Zeemeeuw mee had genomen. Hij ademde met gesloten ogen diep in en uit terwijl de wallen onder zijn ogen drukten en een zachte wind zijn gezicht streelde. Toen hij zijn ogen weer open deed stond er iemand voor hem. Zijn grijze haar werd meegevoerd door de wind en zijn grijze ogen keken hem in extreme rust aan.

'Sorry,' zei hij en Romez zag dat hij schonere en nieuwere kleren aanhad dan toen hij net uit het ijs kwam. 'Maar het effect duurt geen dagen...'

'Geeft niet,' zei Romez en wuifde het weg. 'Ik ben het gewend.' Zijn ogen gingen omhoog naar de sterrenhemel. Zijn slapeloosheid had weinig voordelen, maar toch zag hij het kunnen zien van de nachtlucht als een. De sterren fonkelde helder en leken zichzelf bijzonder te noemen door Romez' oog. Elke keer als Romez naar ze keek voelde hij zich rustig en minder gefrustreerd omdat slaap niet bij hem wilde komen.

'Daarnaast,' ging Romez verder. 'Het was de tweede keer dit jaar dat ik goed sliep, ik dank je daarvoor.' Frigi glimlachte.

'En toch spijt het me,' zei hij. 'Kan ik het goedmaken door je zorgen weg te nemen?' Romez keek hem een paar seconden aan.

'Hoe wil je dat doen?' vroeg hij en Frigi glimlachte weer. Romez voelde hoe hij een positieve gloed uitstraalde zo onder de sterren.

'Door te praten, je vragen te beantwoorden.' Zijn stem was zacht, maar toch duidelijk terwijl hij sprak. 'Ik weet dat de voorspellingen je achterna jagen in je dromen.'

'Niet meer dan andere herinneringen dat doen,' zei Romez daarop en begon met lopen. 'Wandel je mee?' Frigi knikte en volgde.

'Dus je vraag je niet af wat het betekend?' vroeg hij even later.

'Dat wel,' zei Romez en keek hem aan. 'Weet jij dan iets?' De glimlach keerde terug op zijn lippen.

'Ik weet meer dan goed voor me is, maar weet ook te weinig,' zei hij. 'Maar ik kan je een ding vertellen... Dat eerste deel,' hij nam een kleine pauze, 'gaat niet over Winter, niet helemaal... Het gaat ook over mij.' Romez fronste.

'Vertel,' zei hij en wachtte Frigi's verdere uitleg af.

'Het is wie ik was, wat ik deed, waarom ik in het ijs zat...' zei hij. 'Wist je da Frigi van het Latijnse woord frigidus komt? Het betekend koud. Vrees de kou, dat ben ik.' Romez stopte met lopen en keek hem aan, hij voelde geen angst, geen kou. Niet van hem niet voor hem.

'Dus moet ik je vrezen?' vroeg Romez uiteindelijk.

'Niet alleen mij,' zei hij, maar Romez kon nog steeds geen enkel deel van kwaadaardigheid in hem zien. 'Winter ook en Herfst.'

'Herfst?' Frigi knikte.

'Kom,' zei hij en wenkte Romez. 'Dan zal ik je het laten zien.'

-----------------

Haha, nog een update in het laatste uur van vrijdag :O xD

En als er nog mensen Inktober tekeningen van me willen zien, kan dat in mijn verhaalding genaamd O V E R I G (#ShamelessSelfPromo)

De zoektocht naar ZomerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu