Proloog: Yara

59 8 1
                                    

Gillend renden we het koude water in. Het water spatte op en de druppels vlogen wild in het rond. Sanne greep mijn hand en sleurde me kopje onder. Proestend kwam ik boven. Het zoute water brandde in mijn ogen. Sanne rolde gierend van het lachen door de branding. Lotte rende samen met Noa op haar af. De twee pakten Sanne's voeten en trokken haar het water in. Het water was heerlijk. Er stond een redelijke wind, dus de golven waren best hoog. We sprongen over de golven en doken er midden in.
Opeens begon Lotte te gillen. 'EEN KWAL! IK ZIE EEN KWAL!'
Ze sprong op Noa's rug en sloeg haar voeten stevig om Noa heen. Ik rolde met mijn ogen. Ik kon me zo ergeren aan Lotte's overdreven gedrag. Vreselijk.
Sanne waadde naar me toe. 'Zullen we dieper gaan? Dat is veel leuker. De golven zijn daar hoger.'
Ik knikte. Sanne riep naar Lotte en Noa. De twee zwaaiden ten teken dat ze het goed vonden. We deinden op een neer op de golven en spetterden water in elkaars gezicht. Om de haverklap hadden we weer de slappe lach.
'Ik hou van Ameland,' zuchtte Noa. Sanne knikte wild. 'Absoluut!' gilde ze.
Een enorme golf kwam onze kant op. Lotte fronste haar wenkbrauwen. 'Moeten we niet wat verder teruggaan?' merkte ze op.
'Nee joh!' riep ik. 'Dit is leuk!' Gierend van het lachen wachtten we hem op. We zaten diep. Ik zocht met mijn voeten na de bodem voor houvast, maar ik kon hem niet meer vinden. De golf was er nu bijna. Sanne pakte giechelend mijn hand. Ik voelde dat Noa de andere pakte. En daar was hij. Het zoute water beukte over ons heen. Sanne's hand werd uit de mijne gerukt. Noa's voet trapte in mijn buik en ik liet haar hand snel los voor ze me weer kon raken. Ik voelde hoe de stroming grip op me kreeg. Wild trapte ik met mijn voeten om eraan te ontsnappen. Ik hapte naar adem toen mijn hoofd eindelijk door het wateroppervlak brak. Ik zag Lotte en Noa een heel eind verderop watertrappelen. Ik keek om me heen naar Sanne, maar ik zag haar nergens. Langzaam zwom ik naar Lotte en Noa toe.
'Sanne!' riep ik ondertussen. Een angstig gevoel nestelde zich in mijn onderbuik. 'Sanne!'
'Waar is Sanne?!' vroeg Lotte paniekerig.
'Weet ik niet.' Angstig keek in om me heen.
'SANNE!' krijste Lotte.
Ik zag dat Noa hard op haar lip beet om niet te huilen.
'Sanne toe nou!' riep ik. 'Dit is niet grappig!' God wat hoopte ik dat ze een grapje maakte. Dat ze elk moment mijn enkel kon grijpen en dubbelgeslagen van het lachen boven kwam.
Maar ze kwam niet. Noa barstte in tranen uit. Al snel hoorden we het gebrom van de waterscooter van de kustwacht onze kant op komen.
'Alles goed, dames?' vroeg de berijder bezorgd.
'Nee,' hijgde Lotte. Hysterisch vertelde ze haar verhaal. De man van de kustwacht begon steeds zorgelijker te kijken.
'Ik breng jullie eerste terug naar het strand. Het is hier veel te gevaarlijk met de stroming.'
Binnen de kortste keren stonden we op het strand. Een angstig kluitje van drie meiden. We klampten ons wanhopig aan elkaar vast. Dit kon niet waar zijn. Dit gebeurde niet.
Een enorme zoekactie werd op touw gezet. Boten, helicopters, duikploegen...
Sanne werd die dag niet gevonden. Haar ouders bellen was het ergste. Hun gehuil was afschuwelijk. Het was mijn schuld. Als ik naar Lotte geluisterd had, waren we een stukje terug gegaan en was dit allemaal nooit gebeurd.
De volgende dag gingen we gebroken van verdriet terug naar huis. Onze ouders stonden in de haven op ons te wachten. Mijn moeder sloeg haar armen strak om me heen. Ze fluisterde dat ze het vreselijk vond en dat het haar speet.
Ondanks alles kon ik niet stoppen met hopen. Er was nog geen doorslaggevend bewijs. Er was misschien nog een kans...

Twee dagen later spoelde haar lichaam aan.

Zonder jouWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu