Hoofdstuk 7: Lotte

23 5 3
                                    

'Lieve, lieve Lotte. Laat niemand je ooit vertellen dat je niks waard bent. Dat je minder bent, want dat ben je niet. Je bent mijn grote, sterke meid. En beloof dat je goed voor Lizzy zorgt.'

Dat waren de woorden die mijn vader gebruikte toen de tijd kwam. Te vroeg, als je het mij vraagt. Ik bedwing de tranen, terwijl ik voor me uit staar naar Yara. De spanning is om te snijden en vergt zonder enige uitzondering mijn aandacht.

De manier waarop ze haar dagelijkse activiteiten volbrengt, wekt al irritatie op. Bij mij althans. Verveeld staar ik voor me uit, naar het bord, waarop allemaal moeilijk formules afgebeeld staan. Ik ben verrast met mijn cijfer. Zo hoog, terwijl de omstandigheden het omgekeerde effect op mijn cijfers zouden moeten hebben. 'Lotte..' een fluistering wekt me. Geërgerd kijk ik op en spurt met mijn ogen de klas rond. Sam zit voor me. Zijn handen op mijn tafel en chocolade bruine ogen, op mij gericht. 'Wat moet je, Sam?'

'Vandaag wat leuks doen?' De bel galmt vrijwel meteen daarna door het lokaal. 'Wat denk je zelf?' stel ik de retorische vraag, sta op en weet niet hoe snel ik het lokaal moet ontvluchten.

'Zullen we spelen?'

'Spelen?'

'Ja, lekker ouderwets, hè?' vraagt mijn vader plagend. Ik prik hem in zijn zij, en begin algauw te sterven, aan zijn behendige vingers, die zich op elk plekje van mijn lichaam de kieteldood geven. In mijn knieholtes, onder mijn oksels, in mijn nek en in mijn zij. De gevoelige plekken, die ik amper kan beschermen, tegen zijn spieren. 'Genade!'

'Roep meisjesgenade!' gilt mijn vader meteen, als antwoord.

'Meisjesgenade!' gil ik naar adem happend. Mijn vaders grijns wordt meteen groter. Ik draai me op en rol me in een bolletje op zijn schoot. De warmte neemt bezit van me en zorgt voor een slaperig gevoel.

'Hey, Lotte. Waar was je?' vraagt Noa. Ik haal mijn schouders op en loopt negerend voor haar uit. Ik denk aan mezelf, ja, maar ik probeer mijn egoïsme echt wel weg te drukken. Helaas komen de herinneringen aan mijn vader omhoog, als ik probeer aan Sanne te denken. Te herdenken. 'Gaan we zo nog een broodje eten?' vraagt Noa.

'Ik heb geen brood bij me,' antwoord ik kort en ontwijk haar priemende blikken.

'Oh, dan koop je een broodje.'

'Ik heb ook geen geld.'

'Zal ik voor je betalen?' vraagt Noa. Ik ga rechtop zitten. 'Wat jij wil, laat me effe met rust. Wil je?' Noa kijkt beduusd, en gaat op het bankje achter me zitten.

'Wat hebben we zometeen?' vraag ik aan Noa, als de gespannen sfeer tussen ons weggezakt is. Ze ritst haar tas open en gapt haar agenda eruit. 'Gym,' antwoord Noa. Ik laat mijn hoofd in mijn handen zakken. Nee.. Niet gym. Ik gluur tussen mijn wimpers door naar Yara. Ze zit voorover gebogen, over een boek. Haar ogen glijden gretig over de pagina's. Zuchtend sta ik op, en been naar de kluisjes. Ik háát gym.

Zonder jouWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu