Hoofdstuk 1

94 14 4
                                    

Aliah

Aliah voelt iets warms op haar gezicht. Langzaam opent ze haar ogen. Ze vouwt haar handen achter haar hoofd en rekt zich uit. Tegenover haar bed piept er een zonnestraal door de dikke, witte gordijnen die voor het raam hangen. Aliah blaast een blonde lok uit haar gezicht en kijkt naar het plafond. Stom werk. Stomme kledingwinkel. Stomme mevrouw Lock. Met enige moeite gaat ze rechtop zitten en kijkt voor zich uit. Als ze superkrachten had, had ze nu de gordijnen met haar ogen opengedaan en haar zachte, roze badjas naar haar toe laten vliegen alleen maar door er naar te kijken. Stomme superkrachten die ik niet heb. Voorzichtig laat ze haar been over de rand van het bed glijden. Ze voelt of de grond koud is zoals ze ook bij een zwembad het water zou voelen. Gelukkig heeft de zon haar houten vloer enigzins verwarmt. Al wrijfend in haar ogen stapt ze uit bed en loopt richting het raam. De stad is al een tijdje wakker. Nog steeds een beetje suf van de slaap trekt ze zomers jurkje aan. Snel schuift ze haar ontbijt naar binnen. Zonder echt te kijken doet ze een jas en een paar schoenen aan. Als ze haar haar heeft opgestoken en richting de deur van het kleine appartement loopt, probeert ze zo stil mogelijk voorbij haar moeders kamer te lopen. Deur door. Stom vakantie baantje. Trap af. Stom bed waar ik nu niet in kan liggen. Flat uit. Aliah zucht nog eens diep. Ze loopt de straat op en trekt haar jas recht. Even blijft ze staan; haar vingers een beetje gespreid. Dan balt ze haar handen tot vuisten en loopt met een stevige pas door de menigte heen, richting de ondergrondse metro. Zodra ze de kille trappen afloopt piept er een koude lucht door haar mouwen en onder haar jas door. Ze trekt het bruine leer wat dichter tegen zich aan. Gelukkig staat de metro er al en net na ze door de metrodeuren springt sluiten ze. De metro komt op gang en ze zoekt een plekje. Jammer genoeg zit alles zo'n beetje vol. Ach, Ze gaat wel gewoon staan. Stomme drukte ook altijd. Aliah rolt met haar ogen en staart naar het raam, waar de zwarte muur en de haltes voorbij flitsen. Bijna valt ze in slaap. Als ze na een kwartier rijden eindelijk bij haar halte is, stapt ze dankbaar uit. Op een rustig tempo - ze is toch ruim op tijd - loopt ze de trappen op. Als ze weer buiten is ademt ze even diep in en loopt naar rechts de hoek om. Om naar haar werk te komen moet ze langs de Theems lopen. Ze loopt een stukje langs de kabbelende rivier en ploft dan neer op één van de ijzeren bankjes tegenover de winkel waar ze werkt. Ze zet een alarm op haar telefoon zodat ze de tijd niet vergeet en sluit eventjes haar ogen.

John

Met zijn handen in zijn zakken loopt John langs de Theems. Hij denkt aan gister. Hoe hij Nicolas heeft beloofd dat hij foto's zou regelen van "Anna". Gisteravond heeft John de hele avond gezocht naar plaatjes van meisjes op het internet. Een paar waren wel leuk maar de meeste zagen er heel nep uit. En niet twee foto's van hetzelfde meisje. Hij blijft even staan en kijkt naar de overkant van de Theems. De meeste toeristen zijn op dit tijdstip nog niet op, dus de drukte valt mee. John loopt door en spuugt op een stoeptegel naast zich. Hij moet echt ophouden met die vieze gewoonte, denkt hij. Zijn ogen gericht op de grond onder zich en zijn voeten over de grond sloffend loopt John langs de bankjes aan zijn rechterkant. Plots staat hij stil. Op een bankje verderop zit een meisje met blond haar tot op haar schouders. Ze heeft haar ogen gesloten en haar handen gevouwd op haar schoot liggen. Dan schiet hem een idee te binnen. Een geweldig, slim idee. Dat hij er niet eerder aan heeft gedacht! Vastberaden loopt hij naar het vreemde meisje toe en legt zijn hand op haar schouder. Met een schokje opent ze haar ogen en draait zich om. 'Sorry, ken ik jou?' Vraagt ze op een bozige toon. 'Nee, ik geloof van niet. Ik ben John, aangenaam.' Hij steekt zijn rechterhand uit als verzoenend gebaar en na een kleine aarzeling pakt ze zijn hand vast en schud deze. 'Hey, ik ben Aliah.' Hmm.. Aliah, dat lijkt wel een beetje op Anna, denkt John. Zou hij dit wel doen? Ach, het kan vast geen kwaad. 'Ehm... ga je mijn hand nog loslaten?' Aliah trekt een gezicht en probeert tevergeefs haar hand los te rukken uit zijn stevige grip. 'Ik heb een beetje een rare vraag,' begint John. 'Okè, maar zou je misschien eerst mijn hand los willen laten?' Om haar worden kracht bij te zetten probeerde ze haar hand nog eens los te rukken. 'Tuurlijk, sorry, ja, okè.' Snel laat John Aliahs hand los en kijkt naar de grond. 'Maar goed, je had een vraag, toch?' John knikt. 'Ja, een beetje een rare eigenlijk.' 'Nou, vraag dan!' Dringt Aliah aan. 'Okè, euh... ik heb zeg maar tegen een vriend gezegd dat ik met iemand aan het daten ben en hij wou een foto enzo en toen zei ik dat ik die niet had, maar hij wil er alsnog èèn en ik wist niet wat ik moest doen, tot ik jou zag zegmaar. Want, nouja, ik dacht: als ik nou foto's van- en met jou maak dan gelooft hij me misschien wel en dan zeg ik daarna gewoon dat het uit is en dan kunnen we verder met ons leven, snap je?' John zucht, en houdt zijn handen verontschuldigend omhoog. Aliah kijkt even bedenkelijk. 'Okè, dus een paar foto's van mij, een paar foto's samen, en dan zijn we klaar?' 'Precies!' John knikt. Aliah haalt onverschillig haar schouders op. 'Ja, waarom niet.' Hij kan niet geloven dat ze "ja" zei! Meteen valt er een enorme last van zijn schouders af. Nu hoeft hij tenminste niet echt op date te gaan. En misschien stopt Nicolas daarna eindelijk eens met zeuren dat John moet gaan daten. Snel pakt hij zijn telefoon. 'Ik maak eerst wel een foto van jou alleen, goed?' Als antwoord slaat ze haar benen over elkaar en terwijl ze naar achter leunt blijft ze star richting de rivier kijken. John maakt een paar foto's van haar en gaat dan naast haar zitten. Hij zet zijn meest realistische glimlach op en ook Aliah tovert een glimlach tevoorschijn. Als hij een paar seconden daarna met Aliah de foto's bekijkt heeft ze er meteen wat op aan te merken. Natuurlijk. Vrouwen. 'Kijk dan! We lachen wel, maar we zitten een meter van elkaar vandaan.' Aliah trekt een gezicht. John zucht en opent zijn camera weer. Hij zet zijn glimlach weer op en slaat uiterst voorzichtig zijn arm om Aliah heen. Hij walgt van zichzelf. Hij kent haar niet eens. Aliah leunt wat dichter naar hem toe en laat haar hoofd op zijn schouder rusten. Meteen versteend John. Aliah port hem in zijn zij. 'Hè, stijve hark. Je wilt toch dat de foto's echt lijken?' Aliah glimlacht om aan te geven dat het grapje is. Ach, wat maakt het ook uit, denkt John. Hij ziet dit blondharige meisje hierna toch nooit meer. Met die gedachte nog in zijn hoofd ontspant hij zijn spieren en drukt Aliah wat steviger tegen zich aan. Haar warme, ietwat plakkerige wang raakt de zijne een fractie van een seconde aan en snel trekt hij zich weer terug. 'Nou, bedankt dan maar.' Hij staat snel en op en kijkt even schichtig om zich heen. 'Ja, leuk je te ontmoeten, John.' Al zijn hele leven werd John aangesproken met die naam, maar uit haar mond klonk het als de naam van een vreemde. 'Vaarwel Aliah, nogmaals bedankt!' Zonder te wachten op antwoord loopt John weg, hij kijkt niet meer om. Hopelijk is zo alles opgelost.

Pretend *ON HOLD*Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu