Proloog

165 17 11
                                    

John

'Heeey, Johnieboy!' John slaat als een vriendschappelijk gebaar zijn linkerarm om Nicolas heen en klopt hem op zijn rug. 'Hoe is het, Nic? Ik heb je lang niet gezien!' De twee jongens ploffen neer op een donkerblauw bankje aan de rand van de Theems. 'Met mij gaat het goed, of beter gezegd... met ons.' Nicolas trekt één mondhoek een beetje omhoog en hij port John in zijn rechterzij. John trekt zijn wenkbrauwen op en schiet in de lach. 'Ik weet niet precies wat ik daarvan moet denken, welke ons bedoel je precies?' 'Lindsey en mij natuurlijk, gek! We zijn zo gelukkig samen, ik spat bijna uit elkaar van blijdschap.' Nicolas trekt een overdreven blij hoofd en legt zijn hoofd in zijn handen, zijn ellebogen steunend op zijn bovenbenen. 'Ho, ho, rustig aan casanova. Wie is Lindsey?' Nicolas kijkt geschokt naar John. 'Lindsey is mijn prinses, mijn bloempje, mijn alles. We hebben al twee weken met elkaar. Deze keer is het echt, John! We houden gewoon van elkaar!' John schudt zijn hoofd. 'Net zoals de vorige vijftien meiden zeker?' Nicolas' grijns verdwijnt als sneeuw voor de zon. 'Nee John, dit is anders. En ik zal het bewijzen ook!' John rolt met zijn ogen. Het is zeker niet de eerste keer dat Nicolas verkering heeft met een meisje. Iedere keer weer wordt hij verliefd op een ander. Soms werkt ze achter de bar, of hij botst tegen haar aan op school, - Nicolas botst vaak tegen meisjes aan - of ze werkt achter de kassa als hij boodschappen moet doen voor zijn moeder. En iedere keer is het de ware. Vaak krijgt hij zonder problemen hun nummer. John wordt eerlijk gezegd helemaal gestoord van al die "ware liefdes" van Nicolas. Liefde is voor John een leugen.

Even staren de vrienden naar het kabbelende water van de brede rivier. 'Jij moet ook weer eens op date gaan,' begint Nicolas. 'Je hebt geen enkel meisje meer ontmoet sinds -' 'Waag het niet om haar naam te noemen!' Onderbreekt John hem. Nicolas sluit snel zijn mond en kijkt weg. Een pijnlijke stilte houdt een paar seconden aan voordat John deze onderbreekt: 'Bovendien, ben ik al aan het daten met een meisje.' Vanbinnen kan John zichzelf wel slaan, wat zegt hij nou weer? Aan het daten? John walgt alleen al bij het idee. Nicolas tovert een halve glimlach tevoorschijn. 'Zozo, met wie?' John probeert snel een originele naam te bedenken, maar komt niet verder dan Anna. 'Anna,' antwoordt hij. Voor een paar seconden kijkt Nicolas John achterdochtig aan, maar dan staat hij en doet vreugdedansje. 'Mijn vriend is aan het daten! Mijn vriend is aan het daten! Woop Woop! Woop Woop!' John grijnst als een boer met kiespijn en kijkt toe terwijl Nicolas beschamende danspassen uit de jaren '80 nadoet. Zonder waarschuwing pakt Nicolas hem bij zijn capuchon en trekt hem omhoog. Met overdreven gebaren wijst hij naar John en roept: 'Dames en heren, mijn vriend hier is aan het daten! Applaus alstublieft!' John probeert weer te gaan zitten, hij schaamt zich kapot. Nicolas laat hem echter niet los en verschillende mensen zijn al om hun heen gaan staan. John herkent een paar meisjes van school en probeert nu zijn capuchon over zijn hoofd te slaan. Dit alles is al erg genoeg zonder dat de hele school erover weet. 'Zo is het wel genoeg, Nic.' John spuugt de woorden bijna uit. Nicolas haalt zijn schouders op en gaat weer op het bankje zitten. Het handjevol mensen dat bij hun was gaan staan loopt alweer weg en vooral de meisjes van hun school doen de moeite niet om hun lach in te houden.

Een wat oudere vrouw komt naar hun toe geschuifeld. 'Vechten is niet goed, jongens,' spreekt ze hun bestraffend toe. Zwaaiend met haar knokige wijsvinger gaat ze voor hun staan. John slaat zijn hand voor zijn mond om niet de lachen en vanuit zijn ooghoek ziet hij dat Nicolas hetzelfde doet. 'Broers horen niet vechten. Doe lief voor elkaar voortaan, oké?' John knikt schuldbewust. Gelukkig kan hij redelijk goed acteren. Nicolas daarentegen bakt er niks van. Bijtend op zijn lip zodat hij niet in de lach schiet knikt Nicolas naar de vrouw. Zij heeft hem door en geeft hem een bestraffende tik op de zijkant van zijn hoofd. Dingen mompelend als: 'waar gaat het heen met de wereld,' loopt ze weg. Als ze buiten gehoorafstand is schieten de jongens in de lacht. Het komt wel vaker voor dat mensen de jongen aanzien als broers. Ze hebben dezelfde spitse kin en hun bruine haar is bij alletwee naar links geborsteld. Hun ogen daarentegen zijn compleet verschillend. Die van Nicolas lijken van een afstandje lichtblauw, maar als je dichterbij gaat staan zie je duidelijk dat ze grijzig zijn; en Johns ogen zijn helderblauw.

'Maar goed, even alle gekkigheid op een stokje, heb je toevallig wat foto's van je nieuwe lover?' Johns glimlach verdwijnt op slag. 'Nee joh, ik heb nog maar één date met haar gehad, ik weet niet of het wat wordt hoor.' Antwoordt hij. Nicolas haalt onverschillig zijn schouders op. 'Boeiend, weet je wat je moet doen? Spreek nog eens met haar af. Misschien wordt het wél wat!' John zucht diep. 'Goed, ik bel haar wel even als ik thuis ben.' Wat doe je? Je maakt het alleen maar erger! Denkt John geërgerd 'Ik weet wat beters,' Nicolas pakt zijn telefoon uit zijn zak en houdt hem voor Johns neus: 'bel haar nu meteen!' John slikt. 'Ik weet haar nummer niet uit mijn hoofd.' 'Heb je je eigen telefoon niet mee?' John schud - iets te snel - zijn hoofd. 'Ehm.. oké. Nouja, ik moet weg. Zie ik je volgend weekend?' 'Ja is goed, ik whatsapp je nog wel, Bye!' Nicolas zwaait nog even en loopt dan weg. Als hij de hoek om loopt slaat John zichzelf voor zijn voorhoofd. Wat heeft hij nou weer gedaan? Snel veegt hij zijn zweterige handen af aan zijn jeans en steekt ze in zijn zakken. Nadenkend over hoe hij dit gaat oplossen loopt hij richting huis.

Pretend *ON HOLD*Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu