Na veel, heel veel heen en weer gekaats van ja's en nee's tussen Matthijs en mij (ze zouden voor mij extreem om moeten rijden, Matthijs woont namelijk maar tien minuten van het ziekenhuis af), komt het erop neer dat ik uiteindelijk er mee heb ingestemd om me door hen thuis te laten brengen. Meer omdat ik hoofdpijn en geen energie had om de discussie nog langer vol te houden, maar oké.
Enige stuntelmomenten later zijn we goed en wel met twee weekendtassen, een paar krukken en twee rolstoelen aangekomen bij de auto. De twee rolstoelen vanwege het feit dat Matthijs na enkele stappen al duizelig is en ik al helemaal niet kan lopen met het gipsen been.
'Ik denk dat het handig is om Anne voorin neer te zetten vanwege haar been?' zegt Kaj, die zojuist mijn rolstoel heeft geduwd.
Er klinken een aantal instemmende geluiden.
'Oké, hoe gaan we dat doen?' vraag ik.
Carel opent de voordeur zo ver als mogelijk en schuift de bijrijdersstoel naar achteren, zodat er meer plek is voor mijn been die ik niet kan buigen en vrijwel gestrekt in het gips zit.
'Als je je nou optrekt aan mij en eerst zijwaarts op de stoel gaat zitten, dan kan je je daarna goed erin draaien,' stelt Carel voor.
Begrijpend knik ik. Kaj houdt de rolstoel tegen terwijl ik me aan Carel's armen optrek uit de rolstoel. Wanneer ik iets dichter met mijn goede been richting de auto hinkel, zak ik er doorheen, maar ik merk dat twee handen van achter me voor een deel opvangen door me stevig bij mijn heupen vast te pakken.
'Ho, niet vallen,' hoor ik de stem van Kaj achter me zeggen.
'Dankjewel,' zeg ik opgelucht. Ik plaats mezelf met hulp van de twee jongens op de stoel, waarna ik er goed en wel in ga zitten.
'Oké, wat is je adres?'
Kaj is achter het stuur gestapt, Matthijs zit achterin en Carel en Dani zijn ondertussen de twee rolstoelen weer terug aan het brengen.
Ik denk even na over de vraag.
Na inmiddels al twee jaar lang er wonen zou ik dat toch wel zo moeten weten, maar tevergeefs.
'Ik, eh... Ik woon er nog maar heel kort dus ik weet het zo niet uit mijn hoofd. Ik kijk even in mijn mobiel, goed?'
Kaj glimlacht naar me, 'Tuurlijk, het zal vast nog wel even duren voordat die andere twee terug zijn, als ze helemaal naar de zevende verdieping terug moeten voor die rolstoelen.'
Ik knik en glimlach licht. Ik haal mijn mobiel tevoorschijn en denk even na over waar ik mijn adres zou kunnen vinden. Ik zou Claire kunnen bellen, al maak ik mezelf alleen maar verdacht als ik bij haar aankom met de mededeling dat ik ons adres niet meer weet.
Ik ga naar WhatsApp toe, en typ "adres" in het zoekbalkje. Na een aantal berichten door te scrollen vind ik het gesprek met Casper, wie mijn eerste (en enige) tinderdate was. Was geen succes, die date.Is goed! Mijn adres is De Meesterstraat 12 (in Delft maar dat wist je waarschijnlijk al😋)
'Ah, tuurlijk. De Meesterstraat 12 is het, in Delft.' En wanneer ik het bericht lees, herken ik ook inderdaad direct de straatnaam.
Kaj toetst het adres in op zijn navigatie.
'Jou eerst naar huis brengen, Mattie?' vraagt Kaj, waarna hij zijn ogen via de binnenspiegel op de achterbank richt.
'Nee joh, ik rij wel even dat stukje mee.'
'Zeker? We kunnen binnen tien minuten in Abcoude zijn, hoor.'
'Nee, hoeft echt niet,' zegt Matthijs eigenwijs.
'Matthijs, dat hoeft echt niet, is het niet beter dat je zo snel mogelijk weer op bed kunt liggen?' meng ik me in het gesprek.
'Kijk, Anne heeft gelijk. En ik wil ook geen kotsende mensen in mijn auto dus het is het verstandigst als we jou eerst naar huis brengen, daar komen we in principe toch langs.'
De twee achterdeuren gaan plotseling open, en de andere twee voetballers stappen aan beide kanten van Matthijs in.
Matthijs blijft ons tegenspreken.
'Gewoon naar Abcoude rijden?' zegt Kaj, terwijl hij me met een grijns aankijkt.
Ik lach en knik. Matthijs kan er toch niets tegenin brengen, Kaj is degene die achter het stuurt zit.Tijdens de autorit is het stil in de auto. De radio stond in het begin wel aan, maar Matthijs en ik hielden er allebei hoofdpijn aan over, dus die ging al snel weer uit.
We rijden Abcoude in en aangezien het een klein dorp is, staan we al snel voor het huis van Matthijs. Het is een normaal rijtjeshuis met een voortuin vol met gekleurde bloemen.
'Hey, Anne? Zou ik je telefoonnummer misschien mogen? Zodat je me een beetje op de hoogte kan houden hoe het met je gaat?' vraagt Matthijs onzeker. Ik kan een glimlach niet onderdrukken en knik. Al besef ik me snel dat ik mijn telefoonnummer even niet meer weet.
Ik geef hem mijn mobiel, 'Hier, zet jouw nummer er maar in, dan stuur ik je wel een berichtje,' geef ik als oplossing. Ik kijk via het raam naar buiten als ik een deur hoor opengaan. In de voordeur van het rijtjeshuis komt een vrouw met halflang blong haar tevoorschijn.
'Ah, daar heb je je moeder al, Matthijs,' zegt Carel, die het ook gezien lijkt te hebben.
Ik krijg ondertussen mijn mobiel weer terug en voel dat een hand zich op mijn schouder legt. Ik draai me om in mijn stoel en kijk in het glimlachende gezicht van Matthijs.
'Ik hoop dat het snel weer beter met je gaat, Anne. Nogmaals sorry.'
Ik glimlach en schud mijn hoofd, 'Nogmaals, het was een ongeluk. Jij ook heel veel beterschap, Matthijs.'
Het is even een kort moment stil.
'Nou, de Ligt, laat je moeder daar niet zo in de kou staan,' zegt Kaj.
Er wordt kort gelachen, waarna Carel uitstapt zodat Matthijs ook de auto uit kan stappen. Hij wordt vrijwel direct omhelst door zijn moeder. De weekendtas wordt uit de kofferbak gepakt en overhandigd door Carel aan Matthijs' moeder. Ik schrik als mijn zijraampje plotseling omlaag gaat.
'Sorry, ik wilde nog even gedag zeggen tegen Matthijs' moeder,' zegt Kaj lachend. Ik zie via de spiegel dat de vrouw onze richting op loopt en zie haar vervolgens voor mijn autodeur staan.
'Ha, Kaj! Wat leuk, is dit je nieuwe vriendin?' vraagt ze glimlachend.
Ik hoor zacht gelach van achterin de auto komen, waar Carel inmiddels alweer is ingestapt.
Ik glimlach vriendelijk naar haar, 'Nee, ik lag met Matthijs op dezelfde kamer in het ziekenhuis en we mochten tegelijk naar huis, alleen had ik zelf geen vervoer dus kon ik gelukkig meerijden.'
'Ah, dan ben je vast Anne, de fotografe.'
Verbaasd dat ze mijn naam weet, knik ik.
Ze steekt haar hand door de opening van het raam heen en stelt zichzelf voor, 'Ik ben Vivian, Matthijs zijn moeder.''Weten jullie zeker dat jullie niks willen drinken?' vraagt Vivian nogmaals.
Na kort even met elkaar gepraat te hebben staan we op het punt weer verder te rijden.
'We komen een andere keer nog wel langs, Vivian. Ik denk dat het beter is dat Matthijs nu z'n bed induikt,' hoor ik Dani vanaf de achterbank zeggen.
'En zorg er maar voor dat je over een paar weken gewoon weer bij de Klassieker kunt zijn, ja?' zegt Carel tegen Matthijs.
Matthijs glimlacht zwakjes, 'Ik ga m'n best doen. Jullie succes vanavond met de training.'
We zeggen elkaar nog een laatste keer gedag, waarna Kaj de motor start en wegrijdt.'Dus, je bent fotografe?' vraagt Matthijs, terwijl we over de snelweg heen rijden.
Ik knik, 'Ja, voor een tijdschrijft, de Marone. Ik weet niet of je die kent?'
'Wel eens van gehoord. Waar schrijven jullie dan zoal over?' vraagt hij geïnteresseerd.
'Het is eigenlijk heel breed met verschillende rubrieken. Artikels over reizen, dus dat kan zijn dat we een bepaald land uitlichten met haar hoogtepunten, maar we hebben bijvoorbeeld ook een aantal editie's geleden een groot interview gehad met iemand die al jarenlang de wereld over reist en aan het geld hiervoor komt door een blog bij te houden over haar reis. Ook hebben we de portretrubriek, daar maak ik eigenlijk altijd de foto's voor, en daarin staat dan altijd iemand die aandacht vraagt voor een bepaalde ziekte of aandoening die diegene heeft, met een persoonlijk verhaal daarbij.'
'Klinkt interessant. Ik zal eens kijken of ik het tijdschrijft in de winkel zie, dan neem ik hem mee.'
Ik glimlach.
'En voor wat voor rubriek was je dan aan het fotograferen bij Ajax?' hoor ik Carel van achteren zeggen.
Ik denk even na. Doordat ik deze opdracht zo plotseling kreeg, heb ik eigenlijk niet eens van Lisette te horen gekregen voor welke rubriek het bedoeld was.
'Eerlijk gezegd weet ik het niet zeker. Op de dag van de wedstrijd werd ik gebeld door mijn werkgeefster om halsoverkop naar de wedstrijd te gaan omdat de fotograaf die eigenlijk zou gaan, was verhinderd. Ik doe een gokje dat het is voor onze maandelijkse rubriek waarin we een persoon uitlichten die op jonge leeftijd al veel succes heeft geboekt. Matthijs, in dit geval. Ik moest me op hem focussen tijdens de wedstrijd.'
'Nou, dat heb je geweten,' zegt Carel lachend.
Ik lach, 'Dat was iets teveel focus, als het aan mij lag.''Lijkt me leuk werk, dat je zoveel verschillende mensen mag fotograferen,' zegt Kaj.
Ik knik, 'Klopt. Ik geniet zelf altijd het meest van de portretrubriek, dan kom je heel bijzondere mensen tegen. Vaak ben ik ook degene die de interviews met deze personen afneemt. De verhalen die daar uit komen maken echt diepe indruk op je.'Ondanks de geslikte ibuprofen merk ik de stekende hoofdpijn weer. Ik laat mijn hoofd op de hoofdsteun leunen en sluit mijn ogen.
'Gaat het?' hoor ik Kaj naast me vragen.
'Jawel, beetje hoofdpijn.'
'Hm, we zijn er gelukkig bijna.'
'Echt heel erg bedankt dat jullie me konden brengen.'
'Ach, we vonden het ook zo wat om zo'n leuke dame zoals jij daar in het ziekenhuis achter te laten.'
Ik voel mijn wangen rood worden, maar voordat ik kan reageren komt Carel er tussendoor.
'Sierhuis, serieus?'
'Het wordt tijd dat je eens aan de ketting wordt gelegd door een vriendin,' zegt Dani.
Er wordt gelachen, al komt dat mijn hoofdpijn niet ten goede.
'Geef toe, jullie hadden Anne toch ook niet zo eenzaam achtergelaten daar?'
'Jeetje, dan zou ik helemaal alleen zijn geweest, stel je voor.'
'Kijk, dat bedoel ik. Dat kun je zo'n arme ziel zoals jij niet aandoen.'
Lachend schud ik mijn hoofd.'Zo, veilig en wel bij de voordeur afgeleverd,' zegt Carel, die me geholpen heeft door mijn weekendtas mee te nemen en me te helpen bij het lopen met de krukken.
De deur wordt opengetrokken en mijn enthousiaste huisgenote staat in de deuropening.
'Annie!' zegt ze enthousiast.
Ik glimlach wanneer ze me, ietwat onhandig, in een knuffel trekt.
Ze laat me weer los en kijkt Carel aan.
'Jeetje, en jij bent Eiting, de voetballer.'
Er schuilt een kleine Ajacied in Claire.
'Je mag me wel Carel noemen,' zegt hij lachend.
'Ja, tuurlijk, sorry. Ik ben Claire.' Ze schudden elkaar de hand.
'Nou, vanaf hier red je het denk ik wel, toch?' vraagt Carel aan me.
Ik kijk hem glimlachend aan en knik, 'Nogmaals heel erg bedankt voor de rit. Even kijken, kun jij wat geld pakken uit het huishoudpotje, Claire? Dat is wel het minste wat ik voor jullie terug kan doen.'
'Dat hoeft echt niet,' zegt Carel glimlachend.
Ik schud mijn hoofd, 'Nee, ik sta erop.'
'Als je echt iets wil terugdoen, dan stuur je Matthijs een berichtje. Dat zal hem blij maken. Ik moet er nu in ieder geval vandoor, we hebben straks trainen.'
We zeggen elkaar gedag en ik zwaai nog even naar de twee jongens in de auto voordat ik met behulp van Claire het appartement binnenstap. Ik denk na over de reactie van Carel.
'Je moet me straks even het een en ander uitleggen, Anne. Ik snap er niks meer van.'
Ik lach en knik, 'Laat me dan eerst even op de bank liggen. Ik ben kapot.'-
Toch nog een nieuw hoofdstuk voordat m'n tentamenweek begint yayy
Laat me weten wat je van dit hoofdstuk vond, alle tips zijn welkom :))Groetjessss
JE LEEST
Schop in de roos | MATTHIJS DE LIGT
FanfictionAnne krijgt de plotselinge opdracht van haar werkgever om een fotoreportage van een voetbalwedstrijd te maken. Wanneer ze de perfecte plek langs het veld lijkt te hebben gevonden, blijkt dit toch zwaar tegen te vallen als ze niet veel later met een...