Hoofdstuk 6.

166 9 1
                                    

Ze vernauwde haar ogen en staarde hem aan. Het ene moment was hij daar en toen stond hij voor haar en trapte haar onderuit. Hij sprong boven op haar en sloeg haar in het gezicht waardoor een kleine tik te horen was. Vervolgens sloeg hij haar op haar oor, waardoor een galmend geluid te horen was. Ze probeerde zichzelf te beschermen, maar zijn vuisten gingen te snel. Ze dacht snel na en ging toen maar uit op haar reflexen. Ze  begon om zich heen te slaan en gaf hem snel een knietje om onder hem uit te komen. Hij klapte dubbel en Lil gebruikte dat in haar voordeel. Ze sprong boven op hem en ergens in de verte hoorde ze het publiek buiten zinnen gaan. Ze probeerde vooral op zijn gezicht te slaan en als hij dat blokte met zijn armen ramde ze op zijn borstkas.

‘Stop’ zei hij. Het was zacht, maar Lil stond gelijk op en stopte met slaan. Zijn gezicht was op sommige plaatsen kapot gegaan doordat Lil op een gegeven moment haar nagels ging gebruiken.

‘Bij Sahmar Lil’ snauwde hij en spuugde wat bloed uit zijn mond. Lil grijnsde en toen pas drong haar eigen pijn door. Haar neus was flink beschadigd en ze voelde er zacht aan. Nu bloedde het alleen, maar er was niks gebroken. Althans, ze voelde geen botten buiten plaats. Akiria kwam aanlopen met een natte doek en Lil drukte die gelijk tegen haar neus om het bloeden te stelpen. Haar stuitje deed ook pijn toen ze onderuit was gevloerd.  Fynn leek veel erger pijn te hebben dan zij. Hij werd overeind geholpen door een paar mannen die een vage glimlach op hun gezichten hadden.

‘Geen zorgen, jonge prins,’ zei één van de mannen. ‘U zou niet de eerste zijn die door het stof gaat door vrouwe Lil.’

Fynn wou iets zeggen, maar zijn gezicht vertrok van de pijn. Hij werd terug naar de ziekenzalen gestuurd en als hij Lil vaker zou uitdagen zou hij daar ook vaker liggen. Bij die gedachte moest Lil zachtjes lachen. Akiria keek haar aan en trok een wenkbrauw op. Ze keken elkaar nog iets langer aan en barstte toen in lachen uit.

‘Hij had je even te pakken, of niet soms?’ zei ze. Lil haalde haar schouders op en keek even naar de deur waar hij net was verdwenen. Toen ze weer terugkeek naar Akiria had ze een grote glimlach op haar gezicht. Lil keek haar verbaasd aan en volgde haar blik. Een grote patrouille was te zien in de verte. Dat moest de patrouille van Aven zijn. Voor ze ook maar bezwaar kon maken greep Akiria haar vast en trok ze Lil mee.

‘Aki,’ mompelde ze verward. ‘Ik heb hier geen zin in.’

Akiria stopte met lopen, maar hield haar vast. Ze gaf haar een blik die ze vaker had gezien. De Doe-nou-eens-iets-leuks-blik.

Lil zuchtte, rolde met haar ogen en Akiria begreep blijkbaar dat dat de hint was dat ze verder mocht trekken. Akiria nam haar mee naar een klein bordes met een grote koepel er over heen. Akiria liet haar arm los en streek haar jurk recht. Lil hoorde de patrouille dichterbij komen en ging op de balken zitten die de koepel zijn ronde vorm gaf. Af en toe had ze hier over nagedacht. Dat ze hem weer zou zien. Wou ze het überhaupt wel? Ze keek even naar Akiria en naar haar gezichtsuitdrukking. Als ze naar de enthousiasme keek wist ze dat ze niet veel keus zou hebben gehad. Een grote groep mannen kwam de heuvel opgelopen, maar Aven was nergens te bekennen. Even wist Lil niet wat ze moest voelen. Als je werd opgevoed door een wolf kon je moeilijk met je emoties omgaan. Ja, wolven waren goede groepsdieren en hun gevoelens uiten konden ze ook als de beste. Lil wist op dit moment gewoon niet wat ze moest voelen. Aven zag ze niet en ze wist niet of ze nou moest instorten of dat ze er koeltjes over moest zijn. Ze zuchtte even, maar hoorde toen al een bekende stem.

‘Lil?’

Ze draaide zich naar links en daar stond Aven. Wat schrammen op zijn wangen en zijn haar zat compleet door de war. Hij hijgde en was uitgeput, maar het was Aven. Zijn gouden haren verraadde hem ervan dat hij een Murokaan was, maar de koper en zilver kleurige lijnen die over hem heen liepen lieten ook zien dat hij een Voltrikaan was. Zijn moeder was een Voltrikaan en zijn vader een Murokaan. Lil herinnerde het zich nog goed omdat ze zeer aandachtig naar hem had gekeken toen ze allebei jong waren en hij vertelde over de grote dingen die hij wou gaan doen. Ze verschilde maar een paar zomers, maar hij leek zoveel wijzer en ouder dan zij. Ze keek altijd met grote ogen naar hem op. Op dit moment keek ze hem aan met een schuine glimlach en stapte ze van het bordes af.

‘Normaal zeg je eerst gedag tegen de prinses’ zei ze, terwijl ze voor hem stond. Aven bleef haar maar aankijken en Lil voelde het. Zijn nijging om haar vast te pakken en haar in een omhelzing te trekken, maar hij durfde niet. Ze hoorde de rest van de groep vertrekken en toen ze even omkeek was zelfs Akiria weg. Ze voelde de warmte in haar nek, iets wat ze al voor lange tijd niet meer had gevoeld. Ze kuchte zacht en Aven leek uit zijn kijken te ontwaken.

‘Je leeft nog’ zei hij, zacht. Het leek alsof hij haar een geheim vertelde dat ze nog niet wist. Ze vond het grappig.

‘Inderdaad’ gaf ze hem als simpel antwoord. Hij bekeek haar van top tot teen en ze begon zich raar te voelen. Ja, ze was veranderd. Ze was niet meer dat kleine meisje. Ze was nu achttien zomers oud. Ze had haar maanden gekregen. Iets wat ze verschrikkelijk vond. De eerste paar keren was ze gillend rond gaan rennen. Ze dacht dat ze dood zou bloeden, maar dat gebeurde nooit. Ze was er maar aan gewend geraakt. Rho moest alleen veel kleren door smokkelen als dat gebeurde. Anders zouden roofdieren haar bloed ruiken. Ze had ook meer rondingen gekregen en was ze wat gegroeid. Nee, klein was ze niet meer.

‘Je bent nog steeds jezelf’ zei Aven. Lil fronste haar wenkbrauwen en keek hem twijfelend aan. Was ze dan ooit iemand anders geweest?

Hij zuchtte en liet zijn handen machteloos naast zich vallen. Lil rolde haar ogen en sloeg toen haar armen om hem heen. Ze vond het apart. Mensencontact. Als ze Rho niet had gehad, dan was ze niet eens meer menselijk geweest. Dan was ze het praten verleerd  en hoe het was om iemand te omhelzen.

‘Ik heb je gemist’ zegt hij, zacht. Lil kan een kleine glimlach niet onderdrukken, maar die verdwijnt als ze hem loslaat.

‘Mooi’ komt er iets te kattig over haar lippen. Ze draait zich om en liep de heuvel af.

‘Nog steeds even koppig’ roept Aven haar achterna. Ze draait zich niet om. Ze laat geen blijk zien dat ze dat had gehoord.

Ze zette gecorrigeerd de ene voet na de andere. Waar ze op dit moment zin in had wist ze niet echt. Ergens had ze zin om hem te slaan, omdat hij een ander meisje leuker vond dan haar. Ja, dat zat haar nog steeds dwars. Lil zuchtte en liep weer het bordes op van het kasteel. Ze draaide zich om en zag Aven nog steeds op de heuvel staan bij de koepel. Als ze goed keek zag ze dat hij zijn hoofd schudde en een grote grijns op zijn gezicht had. Als hij dacht dat ze een spelletje speelde had hij het goed mis.

Ze draaide zich snuivend om en liep met een versnelde pas het kasteel in.

Wolvenmeisje.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu