3.1 De Ketting

58 6 4
                                    

~ Corrado ~

"WAT?!"

"Corrado kalmeer nu even! Ik ben het zat dat je constant zo kwaad wordt om de kleinste redenen! Laat me dit gewoon even uitleggen alsjeblieft!"

Zia Filomena ziet rood van frustratie en Corrado schrikt van zia's scherpe woorden. Ze heeft gelijk, weet Corrado. Waarom stel ik mij zo aan? Waarom word ik zo snel boos de laatste tijd?

"Het spijt me...", zegt hij stil.

Filomena krijgt tranen in haar ogen als ze Corrado zo ziet staan.

"Jongen toch... Ik weet dat je het moeilijk hebt", fluistert ze en voorzichtig omhelst ze de jongen die ze al haar hele leven kent. De jongen die ze al vanaf het begin als haar eigen zoon heeft gezien.

"Het komt allemaal goed, Corrado, dat beloof ik." zegt ze als ze een kus op zijn voorhoofd drukt. Ik snap het niet, Bonifacio. Hoe kun je je eigen kind achterlaten?

Ze zal hem dit nooit kunnen vergeven, zelfs niet als haar broer een geldige reden zou hebben. Je kind achterlaten kan niet. En al helemaal niet als dat kind al een behoorlijke leeftijd heeft. Het heeft Corrado diep in zijn ziel gekwetst en dat is iets wat ze Bonifacio altijd kwalijk zal nemen.

Er ontsnapt een zucht uit Corrado's mond en verveeld kijkt hij door het raampje van de keuken en ziet net op tijd dat Mimi voor het raam staat.

"Wat doe jij nu buiten?", vraagt hij verbaasd terwijl hij het raam opendoet.

Mimi stapt parmantig het huisje in en verdwijnt al snel naar boven. Gek beest, denkt Corrado glimlachend. Dan denkt hij weer terug aan het probleem dat zich in dit huis afspeelt. 

"Ik snap het nog altijd niet", begint hij tegen zia Filomena.

Filomena hoort de irritatie in zijn stem.

"Hoezo is Jovany al in Milano gesignaleerd?"

Hij krijgt alleen al kippenvel bij het idee. Jovany is een ver familielid, die op een of andere manier een bekende bendeleider is geworden toen hij vijftien werd.

Corrado kan hem niet af. Er is iets niet goed pluis met hem. Hij heeft altijd zo'n duistere blik in zijn ogen.

"Dat zal ik u uitleggen, mijnheer", zegt een stem plotseling.

~ Bella ~

"Het was een heerlijk ontbijt, dankuwel", zegt Bella tevreden.

De jonge vrouw glimlacht.

"Dat is graag gedaan. Als u iets anders nodig heeft laat u het maar weten."

Ze stapt sierlijk weg en een paar jongemannen, die ook in de herberg zitten, beginnen te fluiten.

"Lekker wijf"

"We willen nog wat bestellen, lekker ding"

"Anders halen we de baas erbij hoor"

De vrouw loopt rood aan en staat een moment stil.

Bella wordt kwaad vanbinnen. Lafaards. Stelletje vuile klootzakken. Een vrouw is geen speeltje. Vastberaden staat ze recht en slaat met haar vuisten op het kleine tafeltje. Haar paardenstaart slingert langs haar schouders. Geschrokken kijkt iedereen in de herberg op.

"Zo spreekt men niet tegen een dame."

De boosheid in haar stem verbergt ze niet en haar blik is zo donker als de nacht. Sterke stappen komen in de richting van de drie jonge heren, die nog altijd geschrokken stilzitten door dit plotselinge tafereel.

Bella - de PrinsesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu