~ Bella ~
"W-wie-wie ben jij en waarom heb je me hiernaar toe gebracht?" hakkelt Bella. Wie is deze jongen?
"Ik, mijn allerliefste Bella, ben Calogero." zegt hij grijnzend.
Bella kijkt hem nog altijd even angstig aan.
"Wat?" zegt de jongen, "Je weet niet wie ik ben?"
Bella schudt verlegen haar hoofd. Wat wilt hij toch van me? Ze hoort de jongen zuchten en voelt zich ongemakkelijk.
In eerste instantie lijkt deze jongen nu niet haar grootste vijand te zijn, maar aan de andere kant heeft hij haar wel half ontvoerd.
"Het spijt me, ik had je niet zo moeten laten schrikken", zegt 'Calogero'.
Hij scheurt een stuk van zijn brood af en geeft het aan Bella, die het voorzichtig aanpakt.
"Er zit geen vergif in hoor", zegt hij, als hij ziet dat Bella er geen hap van neemt.
"Bella, wie ken jij allemaal van je familie?" vraagt hij met gespleten ogen. Bella's ogen worden groot.
"E-euh", hakkelt ze, "euh..." Ze ademt diep in en herpakt zich. "Mijn broer, mijn zia en zio die voor mij zorgen, mijn nonna en een paar neven en nichten", fluistert ze.
Calogero knikt begrijpend. "Nou, dan zal ik je dit vertellen."
Hij pakt een dun boekje en geeft het aan Bella.
"Blader er maar even door." gebiedt hij haar.
Voorzichtig slaat Bella de eerste pagina om. Er staat een man op, die een medaillon vastheeft. Die ogen zijn zo... Zo herkenbaar, denkt ze fronsend.
"Je bladert verder tot je iemand ziet die je herkent", zegt Calogero.
Bella kijkt hem alweer met een angstige blik aan, maar Calogero negeert die blik. Ze zal snel genoeg weten wat ik bedoel, denkt hij zelfverzekerd.
Terwijl Bella leest, bekijkt Calogero haar eens.
Hij vraagt zich af of ze wel doorheeft hoe knap ze is. Moest hij nog niet verlooft zijn geweest, had hij graag met haar getrouwd. Maar hoe graag ik dat ook zou willen, dat zou haar dood worden.
Ondertussen bladert Bella door het boek.
De personen die ze ziet, lijken allemaal een beetje op elkaar. Ze kijkt naar de naam die ze onder een foto van een vrouw ziet. Valentina Dagli Zingari.
Even denkt Bella dat ze droomt. Dagli Zingari is de familienaam van nonna.
Geschrokken bladert ze haastig verder. En dan, dan ziet ze het. Caprice Dagli Zingari. Haar mond valt open en uit angst pakt ze het mes dat naast haar ligt vast en staat recht.
Calogero kijkt haar verbaast aan.
"Raak me niet aan", sist Bella.
Haar ademhaling gaat sneller en haar hart bonkt enorm.
"Het maakt me niet uit wie je bent", zegt ze, "maar je laat mij met rust."
Haar ogen worden nog groter als Calogero rustig op haar afstapt en haar hand met het mes rustig vastpakt. Wat wilt hij van me? denkt ze angstig.
Hij kijkt haar recht in haar ogen aan en Bella kan zijn adem in haar gezicht voelen.
"Ik wil je geen kwaad doen, Bella", zegt hij.
Hij pakt het mes uit haar handen en legt zijn hand op haar schouder.
Bella weet niet wat ze moet denken. Waar komen al die jongens toch plotseling vandaan en wat moeten ze van mij? Mijn hoofd kan dit niet meer aan.
JE LEEST
Bella - de Prinses
Fiction Historique- WATTY'S WINNAAR HISTORISCHE FICTIE 2019 - Een familiegeheim Een verborgen ruzie en een oude bekende. Bella dal Castello leidt maar een zorgeloos leventje vergeleken met andere mensen in hun dorp. Ze heeft een dak boven haar hoofd, gaat naar een de...