De 2e week van Simone's verblijf in het ziekenhuis is aangebroken. Tot de kuur is afgelopen moet ze hier nog blijven. De dokter stelde daarvoor nog 1 week vast. Trouw bezochten Thomas en Charlotte haar en haar familie. Buiten werd het al aardig koud. November had zijn intrede gedaan en zo zag Simone door de ramen niet veel meer dan een grauw grijze lucht, zoals vandaag. Maar ze zat lekker film te kijken op haar tablet. Plotseling klopt er iemand op de deur. "Ben jij Simone Korvenaar?" "Eeh ja?" Vreemd, veel mensen zijn bij haar op bezoek geweest, maar deze man kende ze echt niet. Hè, vervelend dat Thomas er nu niet was. Brutaal pakt de man een stoel en gaat zitten. "Ik moet met je praten inverband met de verdwijning van je broer." "Wie bent u?" vraagt Simone brutaal. "Dat doet er niet er niet toe maar.." "Ik wil weten wie er bij me bed komt!" Iets feller dan bedoeld, spreekt Simone de man aan. Schichtig kijkt de man naar de deur. Nog altijd vond Simone het fijn dat ze alleen lag, maar op dit moment.. Ze rilt even. "Je broer komt in gevaar al komtie hierheen, te link, snap je?" "Nee, eigelijk niet ," antwoord ze, tocg wel nieuwsgierig. "Ik moest alleen zeggen dat het hem enorm spijt en dat het goed komt. Dr man lachte, "wat hij daarmee bedoelt weet ik echt niet, maar goed, die jongen is sowieso niet te volgen." Doordat de man lachte, kwamen zijn donkerbruin gekleurde tanden te voorschijn. Simone griezelde. "Ik ben hier al veel te lang, nou eh dag!" Hij stond op en wilde de kamer verlaten maar zei toen nog, "Owja, van mijn bezoek mag niemand weten!" Met zijn hand sloeg hij zachtjes op zijn jaszak. Verward keek Simone de man na. Wat moest ze hiervan denken? Haar hand ging naar het nachtkastje waar het visitekaartje van de politie lag. Toch trok ze hem terug, toen ze dacht aan de man die met zijn hand op zijn jaszak had geklopt. Ze was niet gek, die man komt niet van goeie huize, maar wat heeft haar broer met hem te maken? Ze zucht en ploft achterover in het kussen, een felle pijnscheut. Poeh, echt beter is ze nog niet. Die middag droomt Simone onrustig. Bezweet schiet ze overeind. Auw, dat deed ze iets te snel. Een misselijke golf voelt ze omhoog komen en snel drukte ze op het knopje van de zusterspost. Al snel staat er een zuster naast haar bed die een ban te voorschijn haalt. Een vloed braaksel valt in de bak. "Ze heeft hoge koorts!" Was dat nog een zuster? Mijn hoofd, misselijk, moe, zo ontzettend moe.
Langzaam knippert ze met haar ogen, waar is ze in vredesnaam? Alweer hoofdpijn. Toch lijkt het minder. "Dag Simone, hoe voel je je?" Wazig ziet ze dokter Marnus staan. "Moe," puft ze. "Dat komt door de medicijnen, je was weer even weg." "Oh, en waar zijn Thomas en Charlotte?" "Die zijn al onderweg, ga maar even liggen." Ze was iets overeind gekomen en zakt nu weer langzaam terug. "Simone!" Eindelijk, Thomas en Charlotte. "Hoe gaat het nu?" "Ik heb weer medicijnen gehad, dus het gaat ietsjes beter," antwoord Simone. "Gaat het zo lukken?" vraagt dokter Marnus. "Jahoor, bedankt!" Ze zitten ontspannen met zn drieën bij elkaar. "Siem is er iets gebeurd?" Charlotte, die haar lang genoeg kende, zag dat Simone ergens mee zat en bovendien, ze gaat niet zomaar weer van de wereld. "Ik mag er niet over praten," antwoord ze verschrikt. "Dus er is wat gebeurd?" Simone zucht, "Thoom, echt ik vertrouw je, maar het kan en mag echt niet!" "Waarom niet, je ligt in het ziekenhuis en doordat er 'iets' is gebeurd ga jij effe van de wereld, logisch dat ik wil weten hoe dat komt?" "Thomas, rustig.." Charlotte sust haar broer die gefrustreerd raakt. "Het spijt me echt maar, ach misschien kan ik jullie wel in vertrouwen nemen." "Misschien?!" Thomas verheft zijn stem. Charlotte staat op. "Jongens laten we realistisch blijven. Siem alsjeblieft, je kan ons vertrouwen!" "Het moet tussen ons blijven!" De zuster komt binnen en ziet Simone weer bijna wegzakken. "Ik denk dat het beter is als jullie vertrekken.." Thomas en Charlotte staan op en groeten haar. "Het spijt me!" roept Simone hun nog na. "Meisje, maak jij je nou maar niet zo druk. ga liever even slapen." De zuster stopt haar in en wenst haar goede nachtrust. Huilend valt Simone in slaap.
Charlotte en Thomas rijden op weg naar huis. "Thomas, ik weet dat je hier niet tegen kan, maar er is nu echt iets gebeurd dus moeten we haar juist helpen." "Ik help mensen toch ook graag? Dat is mn werk, maar die mensen vertrouwen me!" Hij knijpt in het stuur. Charlotte reageert daarop; " Thoom, maak je nou niet zo druk! Je verdoet alleen maar energie, die je op een andere manier moet gebruiken." "Lot ik weet het, maar het is allemaal zo zwaar en moeilijk," zucht hij. "Gelijk heb je, we morgen maar is rustig gaan praten." Thomas knikt. "Dat moeten we inderdaad." "Slaap er een nachtje over," sust Charlotte. "We zien morgen wel, zij heeft nu ook kunnen nadenken." Langzaam bedaard Thomas wat. Charlotte glimlacht tevreden, maar diep in haar hart maakt ze zich zorgen om Simone. Er is iets gebeurd, maar wat?
JE LEEST
Raadsel opgelost door liefde ♡
RomanceSimone en Charlotte zijn 2 hartsvriendinnen. Heel veel gaan ze met elkaar om. Simone is verliefd op Charlotte's broer; Thomas. En op haar 16e verjaardag komt eindelijk haar droom uit. Charlotte ontmoet haar oude klasgenoot weer in de Ikea. Alles gaa...