Hoofdstuk 1

132 14 2
                                    

Dagpoot keek om zich heen. Het eiland zat al vol met katten. De DonderClan en WindClan zaten een eindje van elkaar vandaan. Spanning was te voelen. Een bruin met witte leerling, die Dagpoot herkende als Stofpoot, schoot een vuile blik naar Dagpoot, ze waren niet blij dat de WindClan een deel van hun territorium had ingepikt een tijdje terug.
Dagpoot keek snel weg, hij wilde geen gevecht uitlokken.

'Waar is de RivierClan?' Nachtpoot ging naast Dagpoot zitten. Haar donkere vacht glansde in het maanlicht.
Dagpoot rilde even van de kou. Hij keek naar de lucht. Alle leerlingen behalve Briespoot waren mee. Dagpoot miste zijn vriendin.
'Ik weet het niet, misschien komen ze wel niet.'
Nachtpoot wilde weer iets zeggen toen Bliksempoot hard tegen Dagpoot op botste. 'Kijk eens uit joh!' Maanpoot lachtte zachtjes.
Dagpoot fronste. Hij zat stil, Bliksempoot was de kat die niet kon uitkijken!

'We gaan beginnen!' Riep Leeuwster luid. Zijn ogen waren strak gericht op Grasster, de leider van de SchaduwClan. 'Of willen jullie nog langer wachten?' Daagde de WindClan leider de andere twee Clanleiders uit.
Muisster knikte kort en Grasster bromde iets. Het was blijkbaar een ja, want Leeuwster keek het eiland weer rond.
'Met de WindClan gaat het goed. We hebben nieuwe leerlingen. Nachtpoot en Maanpoot!' Hij wachtte af. Alleen de SchaduwClan riepen de namen van de leerlingen op. De DonderClan mompelden alleen geïrriteerd.
Dagpoot wachtte af tot dat hij werd opgenoemd, aar Leeuwster ging al verder. 'Verder hebben we...' maar Dagpoot luisterde al niet meer. Waarom zei Leeuwster niet dat Dagpoot een leerling werd?

Hij keek om zich heen en zag Donderpoot met een rood met bruine poes aan het praten was. De twee leerling medicijnkatten leken een rare relatie met elkaar te hebben. Donderpoot was erg uitgebreid aan het praten, terwijl de rood met bruine poes half leek te luisteren. De ogen van de onbekende poes raakten Dagpoot en opeens voelde hij een rare connectie met haar. Hij bekeek haar wat beter en merkte dat haar rode vlekken de kleur hadden van rode rozen.
Een zwarte poot ging heen en weer voor Dagpoot zijn ogen. 'Dagpoot? Leef je nog?' Werd in zijn oor gefluisterd. Dagpoot keek verward op en zag dat Nachtpoot hem aanstaarde. 'Dit is belangrijk.' Ze wees naar de Clan leiders.
Dagpoot knikte en richtte zijn aandacht weer op de boom.
Grasster begon met praten. Zijn stem klonk hol.
'Er zijn, dassen, gesignaleerd op ons territorium.' Dagpoot keek naar de rood met bruine medicijnkat leerling. Die had haar neus in Donderpoot haar vacht begraven. Dagpoot slikte, ze was vast van de SchaduwClan.
Grasster ging weer verder.
'We hebben ze, uitgeschakeld.' Dagpoot keek blij op. Dat was een vijand minder voor de WindClan.
Maar in plaats van trots te zien in de ogen van de SchaduwClan, zag hij verdriet.
Dagpoot fronste en trippelde stilletjes naar Donderpoot en de rood met bruine poes.
'Hallo.' Fluisterde hij.
Donderpoot keek op. Haar blik stond verontschuldigend.
'Roospoot, rustig maar.' Fluisterde Donderpoot naar de rood met bruine poes.
Roospoot keek ook op en keek Dagpoot verward en triest aan. 'Wat?' Vroeg ze kort.
Dagpoot vouwde zijn oren naar achteren. 'Wat is er echt gebeurt bij de dassen?' Vroeg jij voorzichtig.
De rood met bruine poes, Roospoot, zakte bijna in elkaar.
'Katten, Grijspels, Sprintslag, Crèmepoot en mijn vader, Schaduwtand, stierven in het gevecht.' Huilde ze. Haar ogen op haar poten gericht.

Dagpoot slikte. Dat waren veel katten! Hij voelde zich slecht, hij had het nooit moeten vragen. 'Sorry.' Zei hij zachtjes.
Roospoot schudde haar kop en begroef haar neus weer in Donderpoot haar vacht.
'Ga maar weer.' Donderpoot klonk niet vijandig, maar haar blik stond streng.
Dagpoot knikte en liep laag over de grond weer naar Nachtpoot.

'Met de DonderClan gaat het goed! Maar Leeuwster, hoe durf jij een stuk van ons territorium in te nemen, je had de vorige vergadering belooft het terug te geven!' Schreeuwde Muisster uit. Haar ogen keken de WindClan beschuldigend aan.
Leeuwster stak zijn kop trots in de lucht. 'Had je er maar om moeten vechten.' Daagde hij de DonderClan leider uit.
Muisster gromde. 'Oh, dat zal ik doen.' Ze stond klaar om op Leeuwster te springen.
Grasster keek bezorgt toe en Leeuwster maakte zich klaar om een aanval te ontwijken.

'Help! Help!' Een grijze poes rende de open plek op. Haar gele ogen stonden bang.
'Ratklauw! Wat doe jij hier? Waar is de rest van je Clan?' Vroeg Grasster verbaast. Hij sprong van zijn tak af en ging voor Ratklauw staan.
'Drie katten, Bloemster wilt niet terug, niet haar schuld, drie katten gevaarlijk.' Ratelde ze.
Grasster maakte een sussend geluid. Nu kwamen Bloesemklauw, de commandant van de SchaduwClan. En Rietstaart, de commandant van de WindClan er ook bij staan. Ze duwde de katten die te dicht bij kwamen weg.
'Rustig aan, je hebt alle tijd. Je bent veilig hier.'
Leeuwster en Muisster leken hun ruzie vergeten te zijn, ze keken nu samen geintresseerd naar de grijze poes.
Ratklauw haalde diep adem. 'De RivierClan is hier niet ver vandaan. We willen terug, maar Bloemster wordt beïnvloed door drie katten, ze heten...' ze maakte haar zin niet af. Haar ogen scande de rest van de katten. 'Ze heten...' en ze viel neer.
Dagpoot schrok. Is ze dood?
'Ratklauw?' Grasster zette zijn poot bezorgt op Ratklauw haar flank. Na een tijdje boog hij zijn kop. 'Ze is dood!' Meldde hij triest.

Dagpoot keek weg. 'Waar had ze het over? De RivierClan wilde dus terug? Maar waarom deden ze het dan niet?' Onbeantwoorde vragen spookten door Dagpoot zijn kop.
'Ik denk dat de vergadering afgelopen is.' Zei Grasster langzaam.
Instemmend gemompel kwam van alle krijgers.

Dagpoot stond klaar om weg te gaan toen hij twee glinsterende ogen in het struikgewas zag.
Verbaast sloop hij dichterbij, maar de stekende gele ogen waren al verdwenen. Ze leken op adder ogen, alleen dan groter.
Rillend snelde Dagpoot weer weg naar Nachtpoot.
De donkere leerling keek Dagpoot triest aan. 'We moeten de RivierClan terug halen!' Zei ze beslissend.
Dagpoot schudde zijn kop. 'Hoe moeten wij dat doen? We moeten het over laten aan Grasster en Muisster.'
Nachtpoot stond stil. 'En Leeuwster dan?' Vroeg ze verbaast. Haar stem was zacht.
Dagpoot keek naar zijn poten.
'Leeuwster zal dat nooit doen, hij zou het territorium van de RivierClan eerder gebruiken als meer jaag gebied.
Nachtpoot knikte. 'Je hebt gelijk, helaas.' Ze schudde zich uit. 'Maar we kunnen het doen! Jij en ik, samen!'
Dagpoot moest bijna lachen, Nachtpoot zat te veel aan de krijgerscode vast om te gaan zoeken naar een andere Clan.

Nachtpoot zuchtte mokkend. Ze had Dagpoot zijn bijna lachende gezicht vast gezien.
Opeens kreeg ze een lach. 'Wie het laatste bij het kamp is, is een muizenbrein!' En ze sprintte er vandoor.
'Hé! Valse start!' Lachte Dagpoot terwijl hij achter haar aan sprintte.

WarriorCats: Leven en DoodWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu