Nog zwaar geïrriteerd vanwege het ontbijt, denkt Anne terwijl ze onderweg naar school is aan twee jaar geleden: Wat is de tijd toch ontzettend snel gegaan. Ze denkt aan de overgang van de lagere naar de middelbare school. Anne herinnert het zich nog als de dag van gisteren. Samen met haar vriendinnen had ze een groot feest gehouden om de vriendschap te vieren die geweest was en die altijd zou blijven. Al van jongs af aan weet Anne dat zij dierenarts wil worden. Hiervoor heeft ze minstens een vwo-diploma nodig. In het dorp waar Anne is opgegroeid zijn er daarvoor geen mogelijkheden, daarom moet ze dus noodgedwongen naar een middelbare in de stad. Door te kiezen voor een andere school wist Anne dat ze Jasmijn, Katja, Jessica, Fleur en Simone minder vaak zou gaan zien. Ze zouden zoveel mogelijk contact blijven houden via WhatsApp, Instagram en Facebook. Op deze manier zou ze toch een beetje verbonden zijn.
Op de middelbare voelt Anne zich al snel het buitenbeentje. Door vele leerlingen wordt ze vreemd aangekeken. Ze voelt steeds maar weer de blikken op haar gericht wanneer ze het klaslokaal binnen komt. Het voelt alsof de ogen die haar aankijken haar brandmerken. Iedere dag weer krijgt ze deze blikken, die maken dat het zweet haar uitbreekt. Deze momenten benauwen haar, alsof ze geen lucht kan krijgen. Het gevoel van een zware en drukkende zwaarte voelbaar op haar borst. Het liefst zou ze dan ook weg willen van deze plek, maar dat kan niet. Steeds opnieuw duikt ze in elkaar van onzekerheid.
Haar uiterlijke verschijning helpt Anne ook niet echt, ze heeft een totaal andere kleding- en haarstijl. Anne draagt het liefst tuinbroeken met daaroverheen een open blouse die voor haar veel te groot is. Haar lange, bruine, gekrulde lokken draagt ze standaard in een nonchalante paardenstaart. Make-up draagt ze maar zelden, ze vind het maar onzin om zichzelf op te maken. Dit doet ze alleen als er een speciale gelegenheid is, en dat is hooguit één tot twee keer per jaar. Dit hele totaalplaatje samen, maakt dat duidelijk te zien is dat ze alles is behalve een stadsmeisje. Anne is geboren en opgegroeid in een klein boerendorpje net buiten de grote stad, ongeveer een half uurtje fietsen van de school. In het dorp waar zij woont kent iedereen elkaar en iedereen staat voor elkaar klaar als het nodig is. Vrije tijd vult zij het liefste met Netflixen met vriendinnen, met een wandeling in de natuur of een stuk paardrijden.
De leerlingen met wie zij op school zit, zijn opgegroeid in een heel ander milieu. Het is overduidelijk te zien dat zij uit de stad komen. Hun haar- en kledingstijl is zoveel anders dan de hare. Zelfs de invulling betreft vrije tijd is heel anders dan Anne gewend is. Hierin is het juist normaal als je samen met je vrienden gaat chillen met een peukie en een drankje, of als je gaat hangen op een bankje in de stad. Alleen hierom al voelt Anne zich onzeker en klein. Stadsmensen lijken altijd zoveel zekerder. Haar gedachten maken dat ze geblokkeerd raakt bij het aangaan van contacten. Zo denkt ze dat er niemand is met dezelfde interesses als zij en ook dat niemand vrienden met haar wil zijn omdat ze er anders uitziet. Dit maakt het moeilijk voor haar om vriendschappen aan te gaan. Bewust gaat ze zelfs daardoor mogelijke nieuwe vriendschappen al uit de weg nog voordat deze begonnen zijn. Het enige contact op school dat Anne heeft is het verplichte contact tijdens de lessen vanwege samenwerkingsprojecten.
Het eerste schooljaar lijkt Anne redelijk door te komen. Ze appt haar vriendinnen zeer regelmatig, in de avond doet ze aan videobellen en om het weekend spreekt ze af. Naarmate het schooljaar vordert neemt het contact steeds meer en meer af. Steeds vaker krijgt ze pas laat een appje terug en soms zelfs helemaal niet en steeds vaker zeggen haar vriendinnen op het laatste moment hun gezamenlijke weekendje af.
In het tweede schooljaar begint op te vallen dat er dan bijna helemaal geen contact meer is. Anne heeft sterk het gevoel dat de vriendschap met haar vriendinnen steeds meer verwaterd. Ze baalt hier ontzettend van en voelt hoe de eenzaamheid haar leven binnen kruipt. Het is een gevoel van leegte, een gevoel van alleen op de wereld ondanks dat er nog mensen om je heen zijn, een wereld die instort. Ze mist het gezellig samenzijn, kletsen over alledaagse dingen, de meidenweekenden en vooral de vriendschap. Bij haar vriendinnen kon ze eerder altijd terecht als ze ergens mee zat. Nu heeft ze het idee dat ze bij niemand terecht kan, dat ze niemand meer heeft om een gesprek mee te voeren. Herinneringen op Facebook laten haar vaak terugdenken aan de mooie momenten. Om de herinneringen levend te houden plaatst Anne deze berichten geregeld opnieuw op haar tijdlijn, met een tag naar haar vriendinnen en de opmerking: 'Weten jullie nog?', in de hoop dat hier reacties op komen. Berichten worden alleen niet of nauwelijks opgemerkt lijkt het wel. Dat er geen reacties komen, maakt Anne onzeker, waardoor ze steeds meer begint te twijfelen aan de vriendschap. Is er nog wel een vriendschap? Heb ik wel mijn uiterste best gedaan om de vriendschap te behouden? Kan ik nog iets doen om de vriendschap te redden?
JE LEEST
Een gevaarlijke vriendschap
Non-FictionWanneer voor Anne de plannen voor de zomervakantie in het water lijken te vallen, doordat haar vriendinnen het af laten weten zit er nog maar één ding op. Anne gaat op zoek naar een vriendschap om de zomervakantie mee door te brengen. Online ontmoe...