17.0

2.5K 114 10
                                    

Ik open mijn ogen en zie dat Wassim naast me ligt. Ik ga recht zitten en druk een kusje op zijn wang. Hij slaapt diep. 'Wassim liefje. Liefje ik ga werken, maar blijf maar liggen. Ik spreek je vanavond wel.' Zeg ik zacht. Hij kreunt wat en ik loop naar de badkamer. Ik doe wudu en bid het gebed. Ik vertrek al snel naar mijn werk en begin met het dagje.

Het is al laat. Met een zucht open ik de huisdeur en zie vrijwel meteen dat er licht aan is. Ook Wassims schoenen zijn er nog. 'Wassim liefje?' Vraag ik en trek mijn schoenen uit. Ik leg mijn jas weg en loop naar binnen. Binnen is het bedolven door rozenblaadjes en kaarsen. De eettafel staat vol met eten en naast de bank zie ik een aantal tasjes staan. Wassim zie ik nog niet en ook geen reactie. 'Wassim?' Vraag ik en loop richting de keuken. Ik zie Wassim staan. Hij haalt iets uit de oven. 'He schatje hoe was je werk?' Vraagt hij en legt het op het aanrecht. Het is lasagne zie ik. 'Wat is dit allemaal?' Vraag ik verbaasd. Hij doet zijn ovenwanten uit en zijn armen om me heen. 'Wat is wat?' Vraagt hij nep. Ik moet van hem lachen. 'Je bent schattig, weet je dat?' Vraag ik. 'Had al zo'n idee ja.' Zegt hij serieus. Ik moet weer lachen. Hij gaat met zijn duim over mijn wang heen. 'Kleed je om, dan zet ik dit op tafel en kunnen we gelijk eten.' Zegt hij schattig. 'Dit sla ik niet af.' Zeg ik lachend en loop naar boven. Ik trek mijn kleren en hoofddoek uit. Ik wissel het in met een simpele joggingsbroek en een shirtje. Ik doe mijn haren in een staart, zet een sjaal op mijn hoofd voor de zekerheid en loop naar beneden. Ik zie Wassim al klaar zitten. 'Schoonheid.' Zegt hij met een glimlach. 'He jij.' Zeg ik en kom tegenover hem zitten. 'Tast toe, hoop dat het lekker smaakt.' Zegt hij. 'Echt schattig dat je zo uitgesloofd hebt. Echt heel erg lief.' Zeg ik met een verliefde blik. 'Proef nou. Ik wil weten of het smaakt.' Zegt hij ongeduldig. Ik moet lachen en neem een grote hap. Hij kijkt me ongeduldig aan en speelt met zijn vingers. 'Het is fucking smerig gatverdamme.' Zeg ik en doe alsof ik het uitspuug. Hij schrikt ervan zie ik. Ik moet hard lachen en neem nog een hap. Ik steek lachend mijn duim op. 'Klootzak. Ik schrok me de tering.' Zegt hij met een zucht. Ik moet ervan lachen. Hij heeft van alles gemaakt zie ik. Lasagne, maar ook tonijnsalade, koekjes en een cake. 'Wat voor cake is dat?' Vraag ik nieuwsgierig. Ik hoop chocoladetaart. 'Choco.' Zegt hij met volle mond. Ik glimlach breed en neem nog een hap. De deur gaat open en ik zie Younes binnenkomen. 'Ah is dit allemaal voor mij? Bedankt.' Zegt hij nep. Ik moet er hard van lachen. 'Bsaha, ben zo weer weg hoor tortelduifjes. Ben vannacht ook niet thuis, dus leef je uit.' Zegt hij met een knipoog en verdwijnt naar boven. Ik moet hard lachen en draai me weer om naar Wassim. Hij kijkt jaloers. Zijn kaken strak op elkaar en zijn lichaam aangespannen. Zijn armen zijn aangespannen echt sexy. Al die spieren. Damn. Ik bijt op mijn lip. Ik leg mijn hand op de zijne. Zijn blik gaat naar mij, maar hij ontspant niet. 'Je bent best wel aantrekkelijk als je jaloers bent.' Zeg ik onschuldig. Hij moet ervan lachen en ontspant zich weer. 'Ik vertrouw hem niet.' Zegt hij straight. 'Leuk voor je. Je vertrouwt mij wel, dus niks om voor te vrezen.' Zeg ik en eet door. Hij blijft gespannen tot Younes weer vertrekt. We eten gezellig en ploffen dan op de bank neer met koekjes, thee en cake.

Het is al aardig laat en we zitten nog steeds op de bank. Hij probeert steeds dichterbij te komen en me aan te raken. De rozenblaadjes, kaarsen, eten, het begint logisch te worden. Hij wilt seks. En ik ga hem dat niet geven. Hij hangt over me heen en drukt kusjes in mijn nek. Ik moet ervan lachen. Ik voel zijn handen onder mijn trui glijden en pak snel zijn armen vast. 'Stop.' Zeg ik. Hij kijkt me raar aan en haalt zijn handen weg. Met een zucht gaat hij normaal zitten en haalt zijn hand door zijn haren. 'We zijn niet getrouwd.' Zeg ik en kijk naar de grond. 'Waren het wel, paar weken geleden. Dat boeit niks.' Zegt hij licht geïrriteerd. Ik sta op. 'Nu niet. Als je alleen kwam voor het genot kan je beter weggaan.' Zeg ik en begin met opruimen. Ik hoor een zucht en dan even niks. De deur zwaait dicht. Ik bedwing mijn tranen en ruim alles op. Ik loop zodra ik klaar ben naar de gang en kijk of hij echt weg is. Zijn jas en schoenen zijn er niet meer. Ik voel tranen over mijn wangen lopen en loop naar boven. Ik ga in bed liggen en probeer te slapen. Morgen moet ik weer vroeg op. Verdriet mag me niet stoppen.

UitgehuwelijktWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu