22.0

2.4K 128 24
                                    

'Wat een prachtig weertje vind je niet?' Vraagt Zayn met een glimlach. Ik staar voor me uit en zeg niets. Zayn is één van de medewerkers hier en is er elke dag voor me. Het is een man van mijn leeftijd gok ik. Hij is ook Marokkaans. Het zal allemaal wel. Ik heb steeds minder pijn aan mijn lichaam en hoofd. Het is alsof mijn gevoel verdwijnt. We lopen een groot rondje buiten. 'Heb je zin in ijs? Wil je ijs?' Vraagt hij met een grote lach. Ijs. Dat heb ik lang niet gehad. Ben hier al ongeveer een half jaartje. Dat is een erg lange tijd om geen ijs te hebben gehad. 'We gaan alleen als je reageert.' Zegt hij en hurkt voor me neer. Ik kijk hem met een dode blik aan. Hij glimlacht. 'Kom op. Een lekker ijsje.' Zegt hij lachend en prikt me in mijn wang. 'Ik wil chocolade-ijs.' Zeg ik zacht, maar verstaanbaar. Hij glimlacht breder. 'Wist niet dat je kon praten mevrouwtje. Een chocolade-ijsje word het dan maar.' Zegt hij en gaat rechtop staan. Hij rijdt me naar een ijssalon om de hoek. Hij bestelt wat voor mij, maar niet voor zichzelf. Hij neemt plaats op het terras. Er zitten wat mensen. Ik kijk niet op. Ik pak het ijsbakje vast. Hij lacht en haalt mijn hand rustig weg. 'Geen lepels buiten het verblijf. Dit mag al niet, dus geniet ervan.' Zegt hij en wilt me gaan voeren. Ik knijp mijn mond strak dicht. Hij lacht. 'Wil je ijs of niet?' Vraagt hij amuserend. Even kijk ik hem boos aan. Dan open ik mijn mond. Hij voert me. Onbewust krullen mijn mondhoeken omhoog. Wat heb ik chocola gemist. Hij moet lachen. 'Ik heb je nooit eerder zien glimlachen. Best leuk.' Pest hij me. Ik zeg niks en geniet van het ijs. Na het ijsje rijdt hij me weer terug naar het verblijf. 'Ik zie je morgen weer. Hou je taai.' Zegt hij en aait me kinderlijk over mijn haren. Ik reageer niet en kijk hoe hij wegloopt. Ik rol mijn rolstoel naar het raam en kijk naar buiten. Daar blijf ik naar staren tot ik naar de wc moet. Ik ga naar de wc toe en sluit de deur. Ik mag niet alleen naar de wc, maar dat boeit me niet. Ik probeer mezelf van mijn rolstoel naar de wc-pot te verplaatsen met al mijn kracht. Het lukt niet. Boos sla ik hard tegen de muur. Iemand komt aangelopen. Ze helpt me met zitten en zet me dan in mijn bed. Ik neem mijn pillen in en moet gaan slapen. Het is middag. Ik haat het hier.

Het is een paar uur later. Ze brengen me naar de eetzaal en eet in stilte wat ze hebben opgediend. Dan ga ik weer naar mijn kamer en word op mijn bed geholpen. Ik neem wat slaappillen in en sluit mijn ogen.

Het is alweer de volgende dag. Ze zetten me in de douche en helpen me met mijn kleren. Ik heb eerst een afspraak bij mijn dokter. Hij kom hierheen en controleert weer of alles goed is. Mijn ribben zijn aan het herstellen, maar doordat ik terugval had gaat het langzaam. Na die afspraak blijf ik een paar uur op mijn kamer, voordat Zayn me weer komt halen. 'Zin in? Weet je wat we afspreken?' Zegt hij en hurkt voor me neer. Ik kijk dood in zijn ogen. Hij heeft mooie ogen. Vroeg of laat gaat hij meisjes ook pijn doen. Dat zijn jongens. 'Hallo ben je er weer?' Vraagt hij. Ik knipper een paar keer en slik. Hij lacht. 'Ik zei dat we een deal gaan maken. We gaan elke dag iets halen wat jij wilt. Chocola, ijs, snoep. Wat dan ook. Maar als je dat wilt moet je wat doen. Elke dag wat anders. Gister lachte je. Wat doe je vandaag?' Vraagt hij. Ik reageer niet. Hij gaat recht staan. 'Je zegt me één gebeurtenis uit je leven. Iets wat ik nog niet weet. Iets goeds of slechts maakt niet veel uit. Pas daarna gaan we wat halen.' Zegt hij en rijdt me naar buiten. We lopen het rondje dat we altijd lopen, elke dag opnieuw. Bij de hoek stopt hij en hurkt voor me neer. 'Dus wat word het mevrouwtje?' Vraagt hij met een brede glimlach. Ik zeg niks. Hij blijft me even aankijken en gaat dan recht staan. 'Helaas pindakaas morgen weer een kans dan maar.' Zegt hij en rijdt me weg. Ik heb zin in koek. Chocolade koek. Fuck. Dat heb ik lang niet gehad. Ik slik. 'Ik ben verkracht.' Komt er uit mijn mond. Hij stopt met rijden en blijft even staan. Hij loopt de andere kant op en is doodstil. Ik zie de winkelstraat verderop. Hij stopt met lopen. 'Wat wil je hebben?' Vraagt hij. 'Chocoladekoek.' Zeg ik. Hij zegt niks meer en hij neemt me mee de winkel in. Hij koopt een pak koekjes en rekent dat af. Hij gaat buiten op een bankje zitten en opent het. Ik pak er eentje uit en neem een hap. Goddelijk. Wat heb ik dit gemist. Het is een tijdje stil. 'Ik heb vaker met mensen gepraat die misbruikt zijn. Nog nooit heeft iemand het gezegd zonder een gevoel.' Zegt hij. Ik kijk naar de grond en luister goed. 'Is dat wat je voelt? Niks?' Vraagt hij. Ik ben lang stil. 'Nu wel.' Zeg ik en slik. Ik zie dat hij me aankijkt. Hoewel ik maar gewoon een patiënt voor hem ben zie ik dat hij om me geeft. Hij houdt van zijn werk en is er goed in. Hij heeft wat hij wilde, informatie. 'Misbruikt worden is geen reden tot zelfmoord. Ik begrijp.' Zegt hij. 'Mannen begrijpen helemaal niks. Zeker als je niks meegemaakt hebt.' Onderbreek ik hem met innerlijke woede. 'Iedereen zegt dat ze me begrijpen. Dat ze weten hoe ik me voel. Niemand weet dat. Niemand. Doe dat ook niet alsof het allemaal wel goed komt. Dat komt het niet.' Zeg ik pissig. Hij kijkt me lang aan. 'Dat is het langste wat ik je in al deze tijd heb horen zeggen.' Zegt hij en is even stil. 'Daar heb je gelijk in. Ik weet niet wat je voelt of gevoeld heb. Wat ik wel weet is dat het leven hoe jij nu leeft niet door kan gaan. Het is geen leven.' Zegt hij hoopvol. 'Ik wil terug naar binnen.' Zeg ik en staar dood voor me uit. Hij blijft even zitten. 'Zeker?' Vraagt hij. Ik antwoord niet. Hij staat op en loopt terug naar het verblijf. Hij zet me in bed en geeft me mijn pillen. Ik sluit mijn ogen en val binnen twee minuten in slaap.

Het is alweer de volgende dag. De dag verloopt zoals elke andere dag hier in dit krot. Douchen, eten, physio, psycholoog, eten, buiten, slapen, eten, slapen. Elke dag weer. Keer op keer. Zayn komt me ophalen en we lopen het gebruikelijke rondje. Hij verteld verhalen zoals elke dag. Ik reageer amper. Ik luister wel, maar geef geen reactie. 'Dus als je ooit weg wilt gaan moet je het zelf doen.' Eindigt hij zijn verhaal. Ik ben even stil. 'Ik heb niemand om naar te gaan.' Zeg ik. Hij kijkt me kort aan. 'Je moet uiteindelijk iemand ontmoeten. Dat doet iedereen.' Zegt hij en rijdt me naar mijn kamer. 'Jij niet. Als iemand zoals jij geen relatie kan hebben kan iemand zoals ik dat al helemaal niet.' Zeg ik. Hij kijkt me aan en stopt met lopen. Hij slikt en lacht. 'Heb geduld. Je bent een aardige dame, iemand zal dat gaan zien.' Zegt hij en verdwijnt. Ik kijk uit het raam en zucht.

Vandaag is de eerste keer dat ik uit mijn rolstoel moet. Ik moet gaan staan. Ik ben erg bang. Ik ben nog erg zwak. Ze helpen me overeind en ik hou vast aan de steunbalk. Vrijwel meteen zak ik in elkaar. Het doet pijn. Ze helpen me overeind. Opnieuw. Ik zak ik elkaar. Opnieuw. Opnieuw. Opnieuw.

Het is een paar weken later. Mijn ribben zijn hersteld. Het enige wat er nu nog moet gebeuren is het revalideren. Ze houden me hier tot ik helemaal kan lopen en beslissen dan of ik moet blijven of weg kan. Zayn neemt me mee naar buiten. 'Wil je het proberen?' Vraagt hij. 'Niet doen. Als ik verkeerd val worden ze boos op jou.' Zeg ik. 'Maar je valt niet. Kom. Ik heb je.' Zegt hij en helpt me overeind. Hij houdt me vast en kijkt me afwachtend aan. 'Ik geloof in je.' Zegt hij zacht. Ik slik en sta rechtop. Ik zet een stap. Veel pijn, maar het lukt. 'Goedzo! Nog eentje kom op!' Zegt Zayn blij. Ik zet nog een stap. Het is te zwaar. Ik zak in elkaar. Zayn houdt me vast en zet me in de rolstoel. 'Morgen weer. Ben trots op je.' Zegt hij met een grote glimlach.

UitgehuwelijktWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu