Hoofdstuk 4

18 2 0
                                    

Bedreigd

Ik word langzaam wakker, ik knipper met mijn ogen. Op het eerste gezicht ben ik in een vreemde kamer. Ik voel aan mijn hoofd. Ik heb barstende koppijn en mijn hele lichaam voelt zwaar aan. Dan op dat moment schiet alles me weer te binnen. Ik had een appartement gekocht in Londen, en er was een man. Hij was me aan het aanstaren. er waait een zacht briesje langs me heen. ik kijk op. op het eerste gezicht is er niks aan de hand, alles is nog precies zoals ik me het herinner. dan valt mijn oog op een steen met een papiertje eromheen gewikkeld. ook het raam staat open. ik pak de steen en ik wil hem weer uit het raam gooien, als ik zie dat mijn naam er op staat. snel haal ik het papiertje eraf en vouw ik hem open. er staat een simpele zin op geschreven in een zeer lelijk handschrift. ik lees het hardop voor in de hoop dat het minder eng wordt. ' don't you dare to go to the police.'  komt er zachtjes uit mijn mond. ik krijg kippenvel op mijn armen en tranen vormen zich achter mijn ogen. ik word bedreigd. er gaan allemaal verschillende dingen door mijn hoofd. ik snel naar het raam om te kijken of er nog iemand is. natuurlijk is er niemand meer, ik heb weet ik veel hoe lang buiten westen gelegen. Het is inmiddels al donker. Ik ben in tweestrijd met mezelf. Zal ik naar de politie gaan en het briefje negeren of zal ik Rick appen in de hoop dat hij reageert. Ik ga op de bank zitten met mijn knieën opgetrokken. Na lang nadenken besluit ik om Rick een appje te sturen.

*WhatsApp*

Ik: hey, ik wou ff iets aan je vragen, ik heb soort van je hulp nodig. Ik word bedreigd. Mijn eerste dag in Londen en ik word bedreigd. Wil je please ff reageren of bellen want ik weet niet wat ik moet doen. En oohja geen woord tegen papa en mama.
00.38

Ik: please
00.38

Ik: Rick reageer, please ik heb echt je hulp nodig
00.39

Geen reactie. Ik trek mijn knieën nog verder op. Waar in hemelsnaam ben ik in beland. Zo had ik me Londen echt niet voorgesteld. Ik begin zachtjes te huilen. Na een tijdje val ik in slaap. Morgen ga ik naar de politie, hopelijk doen ze er iets aan.

*de volgense dag*

Ik schrik wakker van een tikkend geluid. Het is een vogel die tikt op het raam. Ik slaak opgelucht een zucht. Het is maar een vogel, niet die enge man. Denk ik bij mezelf. Ik check mijn telefoon, maar ik heb geen berichten. Ik doe snel even een jogginbroek aan en een trui. Ik pak mijn oortjes. Ik ga eerst een rondje rennen in het park om mijn gedachte op orde te krijgen. Al rennend ga ik de deur uit, op weg naar het park. Een beetje verkennend begin ik te joggen in het park. Mijn gedachten probeer ik op een rijtje te krijgen. Ik ging naar het vliegveld, ik kwam een man tegen. In mijn appartement kwam ik dezelfde man tegen. Vervolgens word ik bedreigd. Ik stop abrupt met rennen. Daar niet verder op staat weer die man, hij staart me aan.

'miss, are you ok?' klinkt het in mijn oor. Hij moet vast de angst oo mijn gezicht hebben gezien.

'c-cc-can you see that man over there?' vraag ik zacht aan de onbekende man

'What man, i don't see anyone' antwoord hij.

Verwarring, de enige emotie die ik heb op dit moment. Laat het politie bureau maar zitten. Ik heb tijd nodig om na te denken. Wat is er aan de hand?

losing my mindWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu