Hoofdstuk 20

921 33 11
                                    

Pov. Lisa.

Ik gil, Carla valt naast me neer op de grond. Dood. Langzaam vormt er zich een plas bloed bij haar hoofd. Het ziet er gruwelijk uit. Als ik achter me kijkt zie ik de man glimlachen. Hij staat dus toch aan onze kant! Ik loop naar Tara toe. "Taar, je bent niet dood" Ze opent langzaam haar ogen. Ik zie dat ze opgelucht is, maar haar blik verandert al snel als ze Carla dood op de grond ziet liggen. Dan loopt de man naar ons toen en richt het pistool op mij. Wat?! "J-je stond toch aan onze kant?" stotter ik. Hij lacht. "Denk je het zelf? Waarom zou ik. Ik mag dat wijf niet dus heb ik haar neergeschoten. Maar ik zal afmaken waarvoor ze mijn hulp heeft ingeschakeld, en dat is jullie vermoorden" hij pakt me bij mijn arm en trekt me mee de loods uit. Ik schreeuw. Dan voel ik iets kouds tegen mijn slaap aandrukken. Het pistool.

Naast de loods ligt een meer, fijn om weer eens daglicht te zien, maar de reden is wat minder... Hij duwt me in een jutezak en stopt er bakstenen bij in. Ik smeek. Ik huil. Maar niks helpt. Hij knoopt de zak dicht en dan is het helemaal donker. Ik wordt opgetild en besef dat ik ga verdrinken. Ik huil en gil maar het heeft geen zin. Dan vlieg ik door de lucht en beland ik met een plons in het ijskoude water. Ik zak naar beneden. Het voelt alsof er duizenden messen in me steken. Met een lichte knal, kom ik op de bodem neer. Ergens in de verte hoor ik een pistoolschot. Tara is dood. Het spijt me zo. Waarom moet mijn vader nou met een gestoorde vrouw trouwen? Waarom? Ik kom adem tekort. Het voelt alsof mijn longen uiteen gaan spatten. De pijn is onverdraaglijk. Ik kan niet meer, ik wil niet meer. Laat me alsjeblieft doodgaan.

-------------------------------------------------------

De OntvoeringWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu