4.

194 22 1
                                    

4. Apollo

Was het nu de tweede of derde deur aan de rechterkant? Ik zocht naar de juiste kamerdeur. Hopend dat ik de juiste weg gevolgd had. Het verbaasde me nog steeds dat Hades me geholpen had. Dé Hades die niemand ooit hielp.

Samen met Hermes was ik naar de onderwereld gekomen, in de hoop mijn excuses te kunnen aanbieden aan Magdalena. Het was dan ook vooral mijn schuld wat er gisterenavond allemaal gebeurd was. En ergens wou ik het ook goedmaken tegenover Helena. Zij was degene die ons aan Magdalena had willen voorstellen.

Ik was er van overtuigd geweest dat het Helena was die voor me stond. Om dan te weten dat ze een soort dubbelganger had. Die dan nog eens dood bleek te zijn.

Ik klopte voorzichtig op de kamerdeur, voor ik naar binnen ging. Twee paar ogen staarden me meteen aan. Twee paar bekende ogen. Nee ... Het was Magdalena. Zelfs nu ik wist wie ze precies was, voelde het toch vreemd aan.

Helena had dan wel voor Hades gekozen, dat betekende niet dat mijn gevoelens plots verdwenen waren. Elke keer als ik Helena zag voelde ik opnieuw die kriebels in mijn buik. Kriebels die ik nog nooit gevoeld had. En die ik misschien nooit nog voor iemand anders zou voelen.

Het was dan ook vreemd om te beseffen dat ik nu terug die kriebels voede, terwijl ik naar Magdalena keek. Diep in mijn hart hoopte ik dat het Helena was, maar zelf wist ik wel beter.

Magdalena legde het boek naast zich op het bed en draaide haar lichaam naar me toe. Ik merkte op hoe er opnieuw tranen in haar ogen opwelden. Waarschijnlijk omdat ze me herkend had. En nog steeds wist wat ik gisteren tegen haar gezegd had.

Ze stond recht en sloeg haar armen om zich heen, alsof ze zichzelf zo wou beschermen. Ze wachtte af wat ik ging zeggen.

"Het spijt me." floepte ik eruit. "Ik heb gisteren dingen gezegd die fout waren." Ik zette een stap naar voor, zonder duidelijke reden. "Je bent helemaal naar hier gekomen om me dat te zeggen?" zei ze zacht. Er klonk verwondering door in haar stem. Zelfs wat verbazing, die ik eerlijk gezegd zelf ook voelde.

"Ik ... Ik weet niet of je weet wie ik ben?" Waarom vroeg ik haar dat nu? Ze hield haar hoofd schuin en wachtte een paar seconden voor ze antwoord gaf.

"Apollo." Net toen ik haar de vraag wou stellen hoe ze dat te weten was gekomen,zei ze"Helena heeft me over jullie verteld." Ze zette een paar stappen achteruit, voor ze naar de grond keek. "Aan de manier waarop je naar me kijkt weet ik dat je Apollo bent."

Het leek alsof ik aan de grond genageld stond. Figuurlijk dan toch. Helena had haar dus verteld wat er tussen ons gebeurd was. Of eerder, niet gebeurd was.

Ze keek opnieuw naar me. "Het spijt me." zei ik opnieuw, voor de tweede keer in een paar minuten. "Je moet je niet excuseren voor het verleden. En daarbij," Ze kon zelf een grinnik niet onderdrukken. "Ik besef zelf ook wel dat ik op Helena lijk."

Dat deed ze inderdaad. Hoe beter ik haar bekeek, hoe meer verschilpunten ik opmerkte. En dan was er natuurlijk nog haar stem. Daaraan had ik meteen moeten merken dat het niet Helena was. Alleen was ik dan zo zeker van mijn stuk geweest.

"Ben je echt helemaal naar hier gekomen om dat te zeggen?" Haar wenkbrauw was opgetrokken. Niets was nog zichtbaar van de opwellende tranen van daarnet.

Ik haalde kort mijn schouders op. "Het kan niet altijd makkelijk gaan, natuurlijk." Ik zette voorzichtig een stap naar voor, stak mijn hand naar haar uit.

"Laat ons opnieuw beginnen ... Ik ben Apollo." Ze kon een glimlach moeilijk onderdrukken, waarna ook zij een stap naar voor zette. "God van de zon en concurrent van Hades." We grinnikten beide door mijn woorden. Haar hand schudde die van mij. "Magdalena. Geest en minares van Zeus." Haar armen sloeg ze opnieuw rond zich heen. "En tweelingzus van Helena?"

Ze trok een wenkbrauw op door mijn woorden. "Geef toe, jullie zouden zo zussen kunnen zijn." Ze rolde met haar ogen. "Met een verschil van een paar eeuwen?" Ik trok mijn schouders kort op en zei:"Je zal nog wel leren dat in deze familie alles mogelijk is."

Ze draaide zich om, alsof mijn woorden haar pijn hadden gedaan. Meteen zette ik een stap naar voor, in de hoop haar te kunnen bereiken maar ze stapte naar het raam toe. "Ik vind het goed hoe het nu is. Helena en  Hades zijn mijn familie. Olympus heb ik echt niet nodig."

Ik slikte kort en zette onbewust een stap naar achter. En nog één. Haar woorden deden me pijn. Zonder het zelf te beseffen stond ik in de deuropening.

"Wel ... ik ... Het was leuk om je te ontmoeten Magdalena." Ik draaide me om en beende weg. Ik hoorde haar nog net mijn naam zeggen voor ik de hoek om ging.

 Ik hoorde haar nog net mijn naam zeggen voor ik de hoek om ging

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

A/N: Laat zeker weten wat jullie ervan vinden!

Vote/Comment/Follow

My Second ChanceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu