12.

107 15 0
                                    

12. Apollo 

"Sinds wanneer ben ik uitgenodigd tot je vergaderingen?" zei ik tegen Hades zodra ik de deur geopend had. Alleen was Hades nergens te bekennen. In de plaats stond er in het midden van de kamer een tafel. Gedekt voor twee. Ik stapte er langzaam naartoe. "Alsof hij nog niet genoeg aan zijn hoofd heeft." mompelde ik.

"Wat zei je?" Ik draaide me om zodra ik Lena's stem achter me hoorde. Ze stond in de deuropening. Dezelfde brief in handen die ik daarnet ontvangen had. Wij moeten dringend iets bespreken. Had hij me er echt ingeluisd?!

"Ik denk niet dat Hades gaat komen." zei ik, zonder echt te herhalen wat ik daarnet gezegd had. Lena trok kort een wenkbrauw op. "Hades?" herhaalde ze. "Jij wou toch dat ik kwam?" Ze hield de brief voor zich en zwaaide er kort mee, alsof ze er zo mijn aandacht op wou vestigen. "Ik?" kwam er verbaasd uit mijn mond. 

Ik liet me langzaam op één van de stoelen zakken, voor ik in lachen uitbarstte. "Echt een pluim voor Hades. Weer een nieuwe stunt." Lena stapte langzaam dichter naar het tafeltje. Ze legde de brief neer op de tafel om dan zelf te gaan zitten. "Misschien wil hij zelf een moment van rust." opperde ze. "Hij heeft het nu ook niet gemakkelijk."

We zaten nog maar net neer of er verschenen een aantal geesten. De ene vulde onze glazen bij. Twee anderen zetten beiden een bord voor onze neus. "Laat het jullie smaken." En net zo snel als ze gekomen waren, waren ze terug weg.

Langzaam pakte ik mijn mes en vork vast. Mijn blik had Lena nog niet verlaten. Net zoals bij haar het geval was. "Dus ...?" Het was het woord dat ik net wou uitspreken, maar eerst uit haar mond kwam. Ze vestigde haar blik op het bord voor zich. "Hoe was het op aarde?" De vraag verraste me, hoewel ze me natuurlijk niet veel anders kon vragen. Wat omgekeerd hetzelfde was. Alles dat ze deed hier in de onderwereld, wist ik. Veel kon je hier natuurlijk niet doen. 

"Hetzelfde als altijd." mompelde ik kort, voor ook ik een eerste hap nam. "Veel werk. Weinig appreciatie." Ze hield haar hoofd schuin terwijl ze naar me keek. "Mensen kunnen hun appreciatie niet tonen als ze niet weten dat goden bestaan." Haar gezicht vertoonde een frons. "Dat weet ik wel, maar toch ... Soms doet het goed om eens te weten dat je belangrijk bent voor iemand." 

Ik legde mijn bestek kort neer op mijn bord, terwijl de woorden die ik net gesproken had tot me doordrongen. Eerst Helena's afwijzing. Nu leek het alsof ik opnieuw tegenover haar zat. Alsof ik terug hetzelfde meemaakte. We kenden elkaar nu al meer dan een maand en eerlijk, ik had hetzelfde gevoel als dan. Dat het niet meer zou worden dan vrienden. En dat gevoel duwde ik zo ver mogelijk naar achter in mijn gedachten. Omdat ik het niet wou geloven én omdat het pijn deed dat dit me opnieuw aan het overkomen was. 

Mijn blik ging meteen terug omhoog. Terug naar Lena. De reden? Haar hand op de mijne. 

"Je bent echt wel belangrijk." Ik trok kort een wenkbrauw op. "Voor wie dan?" daagde ik haar uit, zonder zelf iets prijs te geven. "Voor Helena. En voor Hades ook, anders zou hij je hier niet laten blijven." zei ze.

"Denk jij er ook zo over?" Ik daagde haar opnieuw uit, hopend op het antwoord waarop ik al zo lang wachtte. "Natuurlijk. We .... komen goed overeen." 

"Als vrienden." Ik deed geen moeite om mijn irritatie te verbergen. Ik snauwde de twee woorden bijna. Ze haalde langzaam haar hand weg van de mijne. "Ik ..." Ze wou zichzelf uitleggen, maar ik hield haar tegen. Ik hield mijn hand voor me. "Je hoeft niets uit te leggen." mompelde ik, de irritatie nog steeds duidelijk in mijn stem. 

Ik duwde mijn stoel naar achter en stond recht. "Eet smakelijk." Na die woorden verliet ik de kamer. 

A/N: Laat zeker weten wat jullie ervan vinden!

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

A/N: Laat zeker weten wat jullie ervan vinden!

Vote/Comment/Follow

My Second ChanceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu