Hoofdstuk 2

2K 23 15
                                    

Bijna de gehele rit naar de Blue Pearl wordt in stilzwijgen afgelegd. Vreemd eigenlijk. Ik ken hem helemaal niet, toch is het geen onaangename stilte. Zijn hele wezen straalt rust uit. Dit is een man die overduidelijk volledig in balans is. Af en toe kijkt hij opzij en glimlacht. "Alles goed?" vraagt hij nog wel een keer, maar na een bevestigend knikje van mijn kant heeft hij het daarbij gelaten.

Als het meertje langs de kant van de weg door middel van een exotisch bord wordt weergegeven, stuurt hij zijn Audi het desbetreffende bospad op. Pas nu realiseer ik me, dat ik zometeen toch echt uit de kleren moet, het water in. Dat Marcus dan alles van me kan zien, zorgt voor onrust. Nerveus bijt ik op mijn lip en went mijn hoofd van hem af. Ik wil niet dat hij ziet dat ik bang ben. Bang voor dezelfde walging in zijn ogen als dat ik dat al vaker heb gezien. Bang voor zijn afwijzing. Bang dat hij er nu achter komt, dat ik toch niet diegene ben wat hij voor ogen had om seks mee te hebben. De pijn die deze herinneringen met zich mee brengt, is onbeschrijflijk. De vele jaren van negeren in mijn relatie heeft zijn tol geeist.

Tranen wellen op. Verdomme Lisa, hou op! Verman je nou toch eens een keer! Woedend spreek ik mezelf toe, niet in de gaten hebbende dat Marcus de auto heeft stilgezet. Zijn hand op de mijne haalt me uit mijn trance. "Je hoeft niet bang te zijn. Ik ver- en beoordeel je niet." Getergd kijk ik hem aan. Zou hij beseffen hoe vaak ik dat al gehoord heb? En zou hij beseffen dat ik achteraf alsnog ver- en beoordeelt ben? Zelfs door mijn eigen partner.

Hij zucht diep. "Er is iets echt goed kapot gemaakt bij jou, of niet?" Als ik niet antwoord, geeft hij me een bemoedigend klopje op mijn hand en zegt resoluut "kom we gaan zwemmen, dat zal je goed doen." Met een totaal andere mening toegedaan, stap ik uit en loop naar de achterkant van de auto. De klep heeft hij van binnen uit al opengedaan, dus ik kan zo mijn handdoek uit mijn tas pakken.

Marcus staat inmiddels ook achter de auto en trekt zonder blikken of blozen zijn hagelwitte shirt uit. Mijn adem stokt in mijn keel. Oh mijn hemel !!! Dat hij goed gebouwd was wist ik natuurlijk al, maar de aanblik van zijn gespierde naakte torso versiert met de meest uiteenlopende tattoos, doet mijn hart slaan, op plaatsen waar dat nog even niet is toegestaan. Ik pers giebelend mijn lippen op elkaar om geen hele domme dingen te gaan zeggen, in deze vlaag van verstandsverbijstering en draai me blozend van hem weg.

"Hier!" Zegt hij kort maar vriendelijk en reikt mij zijn witte shirt aan. "Verder wil ik wel dat je alles uit doet." "Je zult straks wel begrijpen waarom" Verbijsterd kijk ik hoe hij zich verder ontdoet van zijn kleding en richting het water loopt. Ik val bijna flauw als ik hetgeen waarom ik hem zijn bijnaam heb gegeven, naakt voor me richting het meer zie lopen. Oh wat zou ik hem graag aan willen raken, maar ik weet.... dat gaat niet gebeuren. Zodra ik mij zometeen van mijn kleding ontdoe is hij gelijk "genezen" voor de rest van zijn leven. Dat weet ik nou eenmaal uit ervaring.

Vliegensvlug gooi ik mijn kleding in de achterbak en trek zijn shirt aan. Het is zelfs groot voor mij, constateer ik opgelucht. Als ik richting het water loop, zie ik dat hij borstcrawlend van me weg zwemt. Zou hij dit doen, zodat ik me meer op mijn gemak voel als ik het water in loop? Waarschijnlijk wel. Hij doet er namelijk alles aan, om me niet ongemakkelijk te laten voelen.

Als ik tot mijn middel in het koude water sta, is hij weer op zijn weg terug en laat hij zich het laatste stuk door zijn snelheid naar me toe drijven. "Vind je het niet lekker, of kun je niet zwemmen?" Ondeugend kijkt hij mij, met zijn gezicht nog half onder water aan. "Wat denk je zelf?" Antwoord ik hem glimlachend en spetter wat water zijn richting uit. "Ik denk dat je niet kunt zwemmen" Zijn ogen glimmen van pret. Hij is iets van plan en veel goeds zal dat vast niet zijn, gezien de manier waarop hij langzaam op me af komt.

"Ik waarschuw je!" Roep ik zonder enige indruk op hem te maken. Als een haai die zijn prooi benadert, schiet hij plots naar voren en duwt me achterover het water in. Lachend grijpt hij me bij mijn middel en trekt me naar hem toe. "En waar moest ik van afschrikken?" Zijn stem is zwoel maar uitdagend. "Van mij" Hij zucht gefrustreerd als hij hoort hoe logisch ik mijn eigen antwoord vind. "Jeetje Lisa..." Hij wil eigenlijk nog iets zeggen, maar bedenkt zich, trekt me vervolgens krachtig naar hem toe en drukt zijn lippen op de mijne. Zacht kreunend voel ik zijn tong mijn mond binnenglijden en ik kan niet anders dan hier gepassioneerd op reageren.

Op zoek naar LisaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu