Hoofdstuk 5

1.2K 18 18
                                    

P.O.V. Marcus

"Mijn zusje en ik waren twee handen op een buik" begin ik mijn verhaal. In zekere zin leek ze wel een beetje op jou."

Ik reik Lisa haar bord met de crackers aan en loop om het bed heen om haar glas met jus o'range op het nachtkastje te zetten. Vreselijk hoe ze me met haar grote groene ogen meelijdend aankijkt. Ik wil geen medelijden. Als ik namelijk niet zo egoïstisch was geweest destijds, was ze er nu nog geweest.

Een rilling gaat door me heen als Lisa haar hand op mijn arm legt. Ze schud haar hoofd. Een paar van haar blonde lange lokken vallen over haar schouders, sommige over haar mooie volle borsten. Ik weet dat ze niets draagt onder mijn witte shirt, maar daar moet ik nu niet aan denken. Ik moet me focussen. Op mijn verhaal, mijn reden waarom Lisa hier nu vastgeketend zit aan mijn bed. Niet focussen op de zachte huid die er onder mijn t-shirt zit.

"Marcus nee" haar stem bezorgd me kippenvel. Niet de eerste keer trouwens. "Je hoeft dit niet te doen. Niet voor mij in ieder geval. Ik red me wel."

Ik weet dat ze liegt. Daar was mijn zusje ook zo goed in, ten tijde dat haar leven instortte. Zo goed en zo kwaad als het kan, haal ik Lisa haar hand voorzichtig weg. Langer dan nodig houd ik haar nog even vast. Onze ogen verzonken in elkaar. Ik hoef het haar niet eens uit te leggen. Lisa weet heel goed wat er met mijn zusje is gebeurt. De eerste zin zei haar al genoeg.

"Laat maar Lisa. Ooit moet ook ik verder. Moet ik mijn leven weer oppakken." "Daar was ik mee bezig tot het moment dat jij de fitnessclub binnen kwam lopen." Verbaast kijkt ze me aan. Logisch dat ze er niets van begrijpt. "Hoezo? Wat heb ik er mee te maken?" De pijn in haar ogen, treft mij ook. Net als elke keer dat ik haar zie. De pijn die ook Amber in haar ogen had, maar die ik verzaakte te zien.

Met een vreemd gevoel in mijn maag laat ik haar los en loop terug naar mijn eigen plaats op het bed. Met mijn bord op schoot ga ik tegenover haar zitten. Mijn rug tegen het voeteneinde. Verwachtingsvol kijkt Lisa me aan. "Oké, daar gaan we dan" zeg ik vrolijker dan ik me voel.

Amber was mijn drie jaar jongere zusje. Een vrolijke , mooie meid, sportief en een rijk sociaal leven. Ze had in Groningen economie gestudeerd en daar ruimschoots van het studentenleven genoten. Als bijbaantje stond ze achter de bar van de Blauwe Engel, een populaire kroeg daar. En zij..... ja zij was wel de populaire barmeid. Mooi, sexy, een goed figuur, prachtige ogen....

Ik zucht diep en zie haar weer voor me. Drie jaar probeer ik inmiddels dit alles te blokkeren. Nu realiseer ik me, dat ook ik er aan moet geloven. Wil ik Lisa inzicht geven in haar eigen verdriet, zal ik zelf ook tot op de bodem moeten. Voor de laatste keer, als een soort afsluiting. Pas dan kan het verwerken beginnen.

Ik had besloten haar onverwachts een bezoekje te brengen en dat had ik misschien beter niet kunnen doen. Vervolg ik mijn verhaal. Grijnzend maar ook beschamend, denk ik aan mijn gekke zusje, die aardig aangeschoten in een akelig kort zomerjurkje probeerde een lapdance ten tonele te brengen midden op de bar. De eigenaar smulde ervan. Hij was niet de enige.

Laten we het er op houden, dat haar kleding niet helemaal geschikt was voor de dans die ze uitvoerde op de bar, leg ik Lisa uit en glimlach naar haar. De lach die ze me terug schenkt bezorgt me de rillingen. Ook zij ziet mijn zusje al helemaal voor zich, al kent ze haar niet.

Die avond, toen ik er was, heeft ze hem leren kennen. Een stoere toffe vent, geliefd bij alles en iedereen. Ik heb veel en vaak met hem gesproken, ook na deze nacht en ik vond het altijd een hele geschikte jongen. Veel humor en interesse op veel vlakken. Hij bouwde zijn relatie met mijn zus zorgvuldig op. Iets wat ik als oudere broer erg kon waarderen. Hoe kon ik weten, dat daar een heel plan achter zat?

Als in een trance, een film die zich voor de zoveelste keer voor mijn ogen afspeelt, vertel ik Lisa het verhaal van mijn zusje. Hoe ze verstrikt kwam te zitten in de netten van een narcist. Iemand die haar stukje bij beetje kapot maakte op een uiterst charmante manier. Hoe hij haar ophemelde om haar vervolgens weer diep de grond in te trappen. Amber geloofde het op het laatst allemaal. Hij had haar zo bewerkt, dat er niets meer over was van haar zelfvertrouwen. Haar totale levensvreugde had hij vernietigd. Stukje bij beetje. Doelbewust. Voor de kik.

En wij, wij hebben haar niet willen geloven. Hij was toch immers altijd zo attent en vriendelijk voor iedereen? Veel mensen die hem aardig vonden. Dus het zou wel aan haar eigen gedrag liggen, zo dachten wij. Achteraf zag ik pas de noodkreten die ze mij gegeven heeft. Herkende ik de excuses die ze voor hem verzon, als hij voor de zoveelste keer niet wilde dat ze in contact kwam met andere. Hij had haar totaal afhankelijk gemaakt van hemzelf. Hij bepaalde. Alles!

Hij bepaalde met wie ze sprak, wanneer en waarom, wanneer ze hem mocht berichten, alles! Je kon het zo gek niet verzinnen of hij gaf haar aan wat hij van haar verlangde. Van de eigenwijze lieve vrouw die ik kende was op het laatst niets meer over. Maar ik zag het te laat. Was zo druk bezig met mijn eigen leven. Suzanne, mijn vriendin destijds en ik wilde graag kinderen en dat verliep niet zoals we hadden gehoopt. Daarom zag ik haar niet. Zag ik niet Amber's verdriet, haar pijn. De pijn die uiteindelijk te zwaar werd om te dragen.

Een afschuwelijke kramp, een pijn die nooit meer zal verdwijnen, raast door mijn gebroken ziel als ik terugdenk aan die afschuwelijke dag in November. De politie bij mijn ouders aan de deur, net toen Suzanne en ik bij hen op bezoek waren. We konden het allemaal niet bevatten. Waarom hebben we niet gezien hoe slecht het met haar ging? Hoe wanhopig moet ze zijn geweest om op zo'n afschuwelijke manier zich van het leven te beroven?

Als ik opkijk, zie ik Lisa huilend voor me zitten. Het tikken van de ketting klinkt bijna luguber als ze haar armen beweegt om ze voor haar gezicht te houden. Ik weet waarom ze huilt. Niet alleen voor Amber, mijn lieve zusje, maar ze herkent ook alles wat ik zeg. Ze herkent de pijn, de eenzaamheid. De pijn om te leven. Alles....

Ik zet mijn bord op m'n nachtkastje, haal de sleutel uit mijn zak en maak haar los. Echter in plaats van weg te lopen trekt ze me zacht het bed op. De behoefte om elkaar gewoon vast te houden heb ik ook. Teder neem ik haar in mijn armen. Als een klein kind kruipt ze tegen me aan. Bescherming, troost, dat is alles wat ze wil nu. Ze wil de wereld niet aan haar voeten. Ze wil alleen maar dat iemand van haar houd, haar beschermt. Iets wat zo simpel lijkt, maar soms zo moeilijk te vinden is.

Haar zachte lijf schokt tegen de mijne. Wat een pijn is voelbaar in haar tranen, in de manier waarop ze zich aan mij vastklampt. En wat een pijn hebben deze herinneringen ook bij mij te weeg gebracht. Oh Lisa kreun ik zacht. Ik herken mijn eigen stem niet eens. Meer gesterkt dan ooit beslis ik haar hier te houden. Haar te helpen en te beschermen, zoals ik bij mij zusje niet heb gedaan. Haar kan ik niet meer redden, maar Lisa misschien nog wel.....

Op zoek naar LisaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu