De middag was raar. Het was 15:47 toen de zuster weer binnenkwam. Ze is wakker zegt ze. Ga maar even naar haar toe. Weer spookte door mijn hoofd. Hoe zou het zijn. Gaat het nu wel goed? Zou er nu niks ergs zijn? Maar veel tijd om te piekeren had ik niet want we waren al bij de kamer. Hier is het, zei de zuster nog steeds op een vriendelijke manier. Als er wat is drukt u op die knop, oké? Is goed zeg ik en de zuster gaat weg. Ik weet niet hoe snel ik in die kamer was, het eerste wat me opviel was dat er geen klok in de kamer was. Ik had dus ook geen idee hoe laat het was. ik wierp een korte blik op de gang, waar wel een klok hing. 16:05..
Mama.. Mama.. ik ben het, Alex... Hoe gaat het met je? d-dd dag zoon mompeld ze. Goed dat je er bent. Wat zei de dokter? Alles komt goed mam. Terwijl ik dat zeg geef ik haar een kus op haar voorhoofd. En daar ligt ze. Hulpeloos. Ze kan niet veel, heeft een slang in haar neus voor zuurstof, O2 denk ik bij mezelf, heb ik gister marit nog overhoord voor haar scheikundetoets.. a... al.. alex. Ja mam? mag ik een slokje water? Terwijl ik haar een slokje water geef begint mijn maag te rommelen en denk ik bij mezelf. Ik moet naar huis. Eten maken voor marit. Ga maar lekker slapen mam, je bent in goede handen. Ik ga naar huis anders is marit maar zo alleen. I.. iiis goed jongen. Ik hou van je. Ik ook van jou mam. Ik kom morgen weer, vanavond heb ik een avobdje met marit samen. Ik zal de groeten meenemen. Dag zoon, tot morgen en ze viel weer in slaap. Ik keek nog even naar haar en loop naar de gang.
En hoe was het bij uw moeder? vraagt de o zo vriendelijke zuster, goed. zeg ik, ik kom morgen weer. als er iets is belt u mij dan op mijn mobiel? komt goed. Fijne avond met uw dochter, ik hoorde het toen ik over de gang liep. Morgen ben ik e...... Er begint een lampje te branden en ze rent er vandoor. Sorry roept ze, spoedgeval.
De terugreis leek snel te gaan. Voor ik het wist reed ik de oprit op. Marit deed de deur al open en sprong in mijn armen. Hoi pap, alles goed? En ik kreeg een dikke kus. Hey schat, ik gaf een kus terug, moet je zo iets vertellen. Maar eerst gaan we eten. Onderweg had ik al patat opgehaald. Zoals altijd 2x een patatje joppie en 2x een frikadel, zoals dat bij de snackbar staat. Wij zeggen altijd frikandel maar dat doet er niet toe. Na het eten vertelde ik het aan Marit. Oma ligt in het ziekenhuis. MAAR ALLES IS GOED, riep ik gelijk om haar te kalmeren. Ze heeft een hartaanval gehad. Alles komt goed en geef haar een knuffel. Gelukkig begon ze niet te huilen. Gaan we naar oma vanavond??? Nee. oma moet rusten, we gaan dit weekend, deal? Afgesproken zegt ze.
Wat wou je vanavond doen? Zegt ze nadat het even stil was. Wat dacht je ervan om een paar uur te gaan bowlen? Marit is stil, maar toen kreeg ze een glimlach op haar gezicht. Ik zou niet anders willen zegt ze.
Het bowlen was hartstikke leuk, ookal bakte ik er niet veel van. De ene na de andere bal ging in de goot. En marit? die had bijna een baanrecord. 189 punten had, en ik? Laten we het daar maar niet over hebben. Het was een leuke avond totdat ik gebeld werd, weer onbekend nummer. Hallo? Hoi met lucy, lucy?? Oh sorry, de zuster van vanmiddag. Zou u kunnen komen? Het gaat niet goed met uw moeder...
JE LEEST
twee jaar geleden
Romanceeen verhaal waarin de hoofdpersoon mensen verliest en nieuwe mensen ontmoet.