hoofdstuk twaalf

28 2 1
                                    

Maesti vroeg zich altijd al af hoe de stad er van buiten uit zach. Het was een kinderlijke gedachte die hij alleen maar voor zich kon zien in dromen. Hoge stenen sierlijke muren, bekleed met marmer. Nog steviger ogend dan een berg gevestigd staat op de grond onder hem. Nog rechter dan het hekwerk rond de paleizen. Nog meer praal dan de opkomende zon zelve.

            Echter was dit heel anders, zoals de soldaat die hem opvoedde hem al verteld had. De muren leken nog ouder dan de stad zelf. Gemaakt van een slechte kwaliteit zandsteen. Half afbrokkelend aan alle kanten. Zelfs een normale pijl, geschoten vanuit een kruisboog, was sterk genoeg om door deze muur heen te komen. Althans. Zo leek het.

            “De woestijn heeft zeker zijn tol geëist van Arenam.” zei de treurende terwijl hij naar de vervallen muur wees.

            Pistorium, die met tranen van gemis in zijn ogen liep, keek toe. Ook hij zag dat de muur vervallen was, maar dit wist niet tot hem door te dringen. Het enige wat hij echt voor hem zag, het enige wat zijn ziel op dat moment kon zien, was zijn gezin. Plumari en Pisor. Tranen van gemis, maar ook van blijdschap. Eindelijk kon hij zijn vrouw, maar vooral zijn zoon echt trots maken. Hij zou terugkomen met handen vol goud en dit goud gebruiken om zijn zoon en vrouw te behandelen als goden in zijn huis. Hij zag de toekomst zonnig in. Hoe donker de toekomst in werkelijkheid ook was. Hij zag de toekomst voor het eerst in tijden goed in. Vooruitgang. Iets wat hij in zijn simpele bakkersbestaan nog niet veel ervaren had.

            “Hoe oud zijn deze muren?” vroeg Neque, die ook nog noot de buitenkant van de stad had gezien in zijn korte leven.

            Kladas keek hem aan en voelde zich ook geroepen deze vraag te beantwoorden.

“De muren zijn gebouwd met de stichting van de stad door koning Arenam. Nog maar één keer is deze muur bereikt door Lauderium, maar werden daar de grond in gedrukt. ”

Zand waaide langzaam over zijn wangen heen. Het trok langzaam van onder naar boven over zijn litteken heen, die goed de zien was in de, nu al, felle zon. Hij baalde dat hij niet iets had om zijn ogen mee te bedekken van de felle zon. Het ergerde hem. Het ergerde hem nu al. Zijn handen kon hij niet weken lang omhoog houden om zijn gezicht te bedekken. Niemand kon dat.

Centiri keek nog een laatste maal naar de muren. Al de hele tijd kon hij zijn ogen er maar niet vanaf houden. Niet dat hij de muren zo spectaculair vond of omdat de muur zo oud was, maar meer onder het hem deed denken aan Montem, de stad in het Ventur gebergte. De grensstad langs de Iter. Gebouwd onder leiding van koning Servus II. De gouden stad.

Langzaam ging de koets door de bergen. Het weer zat hun mee. Dagen van zon en slechts enkele wolken hadden de reis nog zeker tot een plezier gemaakt. Lange kronkelende wegen krioelden door het berglandschap heen. Breed en verstevigd met houten constructies. Al dagen reizen van tevoren was aan de weg naar Montem te merken dat het een belangrijke handelsstad was. Drie koetsen breed schatte Centri in. Drie koestsen. Dagen lang. Niets meer, niets minder.

“Hoever nog Laveri! We zouden vandaag begin van de dag toch aankomen.” zei de zuiderling tegen zijn koetsier.

Hij keek hoe de zon langzaam steeds verder opsteeg vanaf de horizon. Een kinderlijke ongeduldigheid kwam in hem naar boven. Al lang had hij over Montem gelezen, maar hij was nooit gezegend het ooit te mogen bezoeken.

“Nog enkele tijd heer, maar niet lang meer.” zei de man die buiten de koets de teugels stevig in de handen hielt.

Om de tijd op te vullen pakte Centiri zijn boek, die naast hem in de koets lach. Voor het eerst op zijn reis was het mogelijk om onderweg fatsoenlijk letters op papier te zetten zonder uit te schieten. De weg door de bergen was goed onderhouden. Slechts enkele deuken en gaten waren er in het wegdek te vinden, die zijn koetsier met talent wist te ontwijken. Daar werd hij ook goed voor betaald.

Een Nieuwe Orde - een Zwaard Uit De HemelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu