'Tyler?' riep ik. Je naam... het klonk zo niet goed als het uit mijn mond kwam. In totaal waren er nu al tien dagen voorbijgegaan en ik was er nog steeds niet aan gewend, maar toch deed ik het. 'Tyler?' riep ik nu iets later. Ik hoorde je aan mijn deur rommelen en je kwam binnen.
'Harper?' vroeg je toen.
'I-ik...' Ik stotterde en dat was niet per se voor het dramatische effect. Om eerlijk te zijn vond ik het heel moeilijk dat ik moest toegeven. Het voelde als verliezen, alsof ik toegaf aan je. Ik hield mezelf voor dat het allemaal was zodat ik kon ontsnappen. 'I-ik ben er klaar voor,' zei ik toen. 'Ik wil leren.' Dat was geen leugen. Al die dagen had ik gedacht aan de woorden die je had uitgesproken om me over te halen met je mee te gaan. Je zou me kunnen helpen en ik wilde leren. Echt leren.
Volgens mij glimlachte je. 'Dat is heel fijn om te horen,' zei je. 'Zullen we dan meteen maar beginnen?'
Ik knikte. Mijn hart was zo hard aan het slaan, dat het pijn deed. 'Goed, sta maar op,' zei je. Ik deed wat je van me vroeg en stond op. 'Wat weet je van deze kamer?'
Ik begreep je vraag niet. Het was gewoon een slaapkamer, dat was wat ik ervan wist. Elke slaapkamer is toch hetzelfde?
'Nou...' stamelde ik. 'Er staat een bed en een kast en...'
'Goed oké, maar dat bedoel ik niet. Kan je lopen zonder je armen naar voren te hoeven steken?'
Ik durfde het niet. Ik stond niet zo heel vaak op. Ik kende wel mijn weg naar de badkamer ondertussen, maar toch bleef ik een beetje sloffen, om zeker te weten dat ik niet mijn tenen ergens tegenaan zou stoten.
'Loop naar de boekenkast,' zei je. Ik deed wat je zei en slofte naar de boekenkast, maar je was niet tevreden. 'Dat is niet lopen, maar sloffen. Je kan niet je hele leven blijven sloffen, Harper. Je bent een jongedame. Je moet lopen met zelfvertrouwen.'
Dat had ik niet. Het leven had me geleerd dat ik zwak en kwetsbaar was. Ik viel vaak en ik durfde niks meer. Vertrouwen had ik al jaren niet meer gehad.
'Omarm deze duisternis van je. Je ziet niks, dat is een feit, maar je kan wel leren zien, door te luisteren, door te voelen. Het feit dat je niks ziet, hoeft niet meteen te betekenen dat je blind bent. Nu, loop naar de stoel. Lopen, niet sloffen,' zei je.
Ik tilde mijn voeten op, terwijl ik liep. Ik liep traag, met mijn handen maaiend voor me uit. Dat deed ik altijd. Ik was zo bang om te vallen, dat ik nooit snel liep, slofte en altijd mijn armen voor me uitgestrekt had. Ik weigerde dan wel met een stok te lopen, omdat ik niet wilde dat mensen van mijn mismaaktheid afwisten.
'Dat is een begin,' zei je. 'Maar we zijn er nog lang niet. Je kan niet je hele leven zo onzeker voor je uit blijven maaien.'
Ik was het met je eens, maar ik wist niet anders. Ik kon het zelf niet veranderen. 'Draai je om, honderdtachtig graden,' zei je. Ik draaide een halve slag. 'Nu een kwartslag,' zei je. Ik deed wat je zei. 'Een cirkel, een kwartslag, nog een halve slag en weer een kwartslag.' Ik volgde al je bevelen op en ik had werkelijk geen idee hoe je me nu had gestuurd. 'Loop naar voren,' zei je.
'Wat?' vroeg ik. Ik had geen idee waar ik was, hoe ik ervoor stond en waar ik tegenaan zou lopen. 'Vertrouw je me?' vroeg je.
'Nee,' was mijn antwoord. Ik vertrouwde je niet.
Je grinnikte. 'Snap ik,' zei je. 'Loop gewoon vooruit en blijf lopen.'
'Waarom zou ik?' vroeg ik. Ik wist dat ik ergens tegenaan zou botsen en daar had ik niet echt behoefte aan.
'Ik wil je laten weten dat je vertrouwen moet hebben in alles wat je doet.'
Ik zuchtte, je zou het wel weten, toch? Ik liep vooruit en zoals ik al had voorspeld, liep ik tegen het bed aan en viel voorover. 'Nou blij?' zei ik boos.
JE LEEST
De Kleur van Duisternis
Mystery / ThrillerHarper een zestienjarig, blind meisje, verdwaalt in het metrostation van Londen. Tyler ziet haar worstelen en helpt haar naar boven. Terwijl ze wachten op haar ouders, biedt hij haar een drankje aan, maar als haar ouders niet komen opdagen, weet Ha...